donderdag 25 juni 2015

Gendergelijkheid eerste noodzakelijke stap richting duurzame ontwikkeling

(NEW YORK, 25 juni 2015, IPS)

Aan de vooravond van de onderhandelingen die de Post-2015 ontwikkelingsagenda definitief vorm moeten geven, roepen vrouwengroeperingen de verschillende regeringen op om zich inhoudelijk  te richten op rechtvaardige en op gelijkheid gebaseerde ontwikkelingsdoelen.
Tien rode vlaggen symboliseren de noodzakelijke aandacht voor vrouwenrechten in de ontwikkelingsagenda.

Tijdens het event 'Geen duurzame ontwikkeling zonder gelijkheid', dat eerder deze week gehouden werd door de Women's Major Group (WMG), weerspiegelden de vlaggen de bezorgdheid van de vrouwengroeperingen op het vlak van gendergelijkheid en vrouwenrechten. Ze duidden de gebieden aan waar versterking nodig is om tot echte hervormingen op vlak van ontwikkeling te komen.


Deelnemers aan het event 'Geen duurzame ontwikkeling zonder gelijkheid' van 23 juni 2015, door de Women's Major Group (www.womenmajorgroup.com)




Meer meisjes in armoede
"Gendergelijkheid en mensenrechten hebben nooit de nodige erkenning gekregen", zegt Eleanor Blomström, van de Women's Environment and Development Organization (WEDO).
"Als we willen dat de Post-2015 Ontwikkelingsagenda een succes wordt, moeten deze problemen erkend worden als topprioriteiten," zegt ze.
Vrouwen en meisjes vormen de meerderheid van de mensen die in armoede leven, ze ervaren aanhoudend ongelijkheid op verscheidene vlakken, en hebben het meest te lijden onder de gevolgen van de financiële en ecologische crisis, natuurrampen en de klimaatverandering.
Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), zijn meisjes ook in de meerderheid om niet naar school te gaan. Bijna twee derde van de vrouwen in ontwikkelingslanden werken in de informele sector of als onbetaalde kracht in huis.
Ondanks de grotere parlementaire participatie zijn nog steeds slechts een op vier mensen met een wetgevende functie wereldwijd van het vrouwelijke geslacht.

Toezicht en evaluatie een must
Nurgul Djanaeva van het Forum van Vrouwenorganisaties in Kirgizië benadrukt het belang van de private en publieke sector om de verantwoordelijkheid op te nemen wat betreft vrouwengelijkheid en duurzame ontwikkeling.

"We moeten resultaten meten en cijfers en gegevens voortdurend analyseren op regionaal, nationaal en globaal niveau", zegt ze. "Transparantie, inclusie maar ook doeltreffende toezichtmechanismen en evaluaties zijn hier een must. Een gebrek daaraan moet worden beschouwd als een schending van de mensenrechten."

Bron: http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2015/06/25/gendergelijkheid-noodzakelijke-stap-naar-duurzame-ontwikkeling

dinsdag 23 juni 2015

Met het Surinaamse Rode Kruis op bezoek in Brokopondo

Hendrik Fonkie van Suralco spreekt de zesde klas van de EBG-school te Tapoeripa motiverend toe
Gisteren was PROJEKTA op bezoek in Brokopondo. Samen met twee medewerkers van het Surinaamse Rode Kruis en twee medewerkers van ‘Community Relations’ van Suralco bezochten we drie basisscholen. Dit veldbezoek maakt deel uit van de oriëntatiefase van het in te dienen project van het Surinaamse Rode Kruis bij de Alcoa Foundation. Het gaat om een rampenplan voor basisscholen. Zowel aan leerkrachten als leerlingen zal spelenderwijs geleerd worden hoe te reageren en handelen in het geval van een calamiteit of ramp. 
Het Surinaamse Rode Kruis legt hun project uit op O.S. Brokopondo
In februari riep de Alcoa Foundation organisaties op om projectideeën in te dienen bij PROJEKTA. Normaal gesproken worden projectvoorstellen rechtstreeks ingediend bij de afdeling ‘Community Relations’ van Suralco. Zij ontvingen echter vaak projectvoorstellen die niet aan de voorwaarden van de Alcoa Foundation voldoen, waardoor organisaties en gemeenschappen in de gebieden waar Suralco werkt, vaak onvoldoende gebruik konden maken van de mogelijkheid om projecen financieel te laten ondersteunen. PROJEKTA is vanwege haar ruime kennis en ervaring met het werken met gemeenschapsorganisaties en het uitvoeren van soortgelijke programma’s, door de Alcoa Foundation gevraagd om de potentiële aanvragers te trainen en begeleiden in het proces van projectaanvraag, -uitvoering en –rapportage.

Risico-analyse van het schoolterrein van de EBG-school te Tapoeripa
In totaal dienden 75 organisaties uit Paramaribo, Para, Brokopondo en Moengo gezamenlijk 98 projectideeën in. Inmiddels zijn we een aantal fases verder. De Alcoa Foundation heeft recentelijk zes organisaties geselecteerd die door mogen voor de laatste ronde van indienen. Het Surinaamse Rode Kruis is hier één van. 

Ook op de EBG-school te Balingsoela wordt het project uitgelegd

maandag 22 juni 2015

Discussie-avond Jongeren in Moengo

Afgelopen vrijdag organiseerde het Moengo Netwerk, onder leiding van Remy Clenem, een discussie-avond voor jongeren en andere betrokkenen. Het thema was “Jongeren in Moengo”. PROJEKTA ging op bezoek en was blij verrast door de opkomst. Meer dan dertig jongeren en volwassenen, waaronder politieagenten, leerkrachten en community-werkers, waren op de discussie afgekomen. Aan de hand van verschillende onderwerpen spraken zij over de situatie van jongeren in Moengo, maar meer nog over hoe jongeren willen dat bepaalde problematiek aangepakt wordt.

De discussie over wat te doen met jongeren die wangedrag vertonen ten opzichte van leerkrachten was met name interessant, omdat de jongeren onderling hierin erg van mening verschilden. De een vond dat leerlingen en leraren het probleem onderling moeten oplossen en dat het geen taak van de politie is om in te grijpen. Anderen zagen geen andere mogelijkheid om dit gedrag aan te pakken dan de desbetreffende leerling van school te sturen en de politie erbij te betrekken. Op deze manier, aldus een gepassioneerd debaterende scholiere, wordt er ook een voorbeeld gesteld voor de overige jongeren. 


maandag 15 juni 2015

Structurele oplossingen en hervormingen sleutel voor welvaart en welzijn

Door Carla Bakboord

De verkiezingen met zijn felle campagnes zijn achter de rug en wij gaan over tot de orde van de dag. Women’s Rights Centre, het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur en de Ook Zij-campagne volgen de uitslag met argusogen. Is ons streven van 30 procent vrouwen in De Nationale Assemblee gehaald?
De strijd om vrouwen in het politieke machtscentrum te krijgen, wordt sinds de twintigste eeuw gevoerd. Belangrijke voorvechters zoals mr. J. C. de Miranda en Corry Tendeloo hebben daar een flinke bijdrage aan geleverd. In de jaren negentig benadrukte het Vrouwen Parlement Forum met zijn leus, “Kies Bewust, Stem op een Vrouw” het recht op voorkeurstemmen.
Nu zet de Ook Zij-campagne in samenwerking met DNA deze strijd voort. Meer vrouwen in DNA is een feit en dat de nieuwe regering niet kan achterblijven is een kwestie van rechtvaardigheid. Ik sprak met twee nieuwbakken vrouwelijke parlementariërs; Krishna Mathoera (V7/ VHP) en Jennifer Vreedzaam (NDP). Beiden hebben bewust een keuze gemaakt om via het hoogste politiek bestuurlijk orgaan bij te dragen aan structurele veranderingen die zowel vrouwen als mannen ten goede komen.

Krishna Hussainali-Mathoera
Krishna Hussainali-Mathoera, vijfde uit een gezin van negen kinderen, is opgegroeid te Boma. Van haar ouders, die leefden van de landbouw, leerde zij hard te werken en moest ze vroeg opstaan om te studeren. Haar succesvolle carrière startte bij de Dienst der Belastingen en werd voortgezet bij het Korps Politie Suriname. Zij doorliep de officiersopleiding en behaalde een master in Public Administration. Krishna is sociaal actief en voorzitter van Art of Living.

Waarom heb jij je kandidaat gesteld voor DNA?
Krishna Hussainali-Mathoera
“Als lid van DNA, het hoogste politieke orgaan, kan ik invloed uitoefenen op het bestuurlijk apparaat. Zo kan ik ons land op een hoger en breder niveau dienen. Tijdens mijn loopbaan en in mijn vrijwilligerswerk heb ik ervaren dat de samenwerking binnen het bestuur niet goed op gang komt. Er wordt onvoldoende doorgedacht om integral beleid te maken. Men werkt nog teveel in hokjes. Dit kan beter aangepakt worden. Ik ben zeer begaan met jongeren die in de criminaliteit terechtkomen. Ik wil dat ze eruit komen, dat zij resocialiseren. Dit betekent dat diverse ministeries zoals Justitie en Politie, Sport- en Jeugdzaken en Arbeid daar beleid op moeten maken dat op elkaar is afgestemd. En dat zie ik onvoldoende.
Ook als het gaat om huiselijk geweld. Het is niet de verantwoordelijkheid van de politie alleen. Ministeries zoals Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Volksgezondheid en anderen moeten hun verantwoordelijkheid kennen en nemen. Ook hier moet er duidelijk afstemming zijn. Een structurele oplossing is voor mij belangrijk. En als DNAlid kan je de regering hierop terecht wijzen en controleren. Als we meer liefde voor elkaar hebben en elkaar meer ondersteunen, zullen we ook meer bereiken voor dit land. In het verkiezingsprogramma van VHP/V7 is de mens de belangrijke factor in de ontwikkeling.”
Zo vertelt Krishna dat waar er een achterstand is, zij zich zullen inzetten in het opheffen van die achterstand. “Jongens bijvoorbeeld hebben een achterstand in het onderwijs. Daar moeten we beleid op maken. Anders krijgen we weer een andere ongelijkheid. En dat is niet het streven. Dit geldt ook voor andere groepen die gediscrimineerd worden zoals de LGBT-groepen en mensen met een beperking. Wij moeten mogelijkheden creëren voor achtergestelde groepen zodat zij actief kunnen participeren in processen van onze samenleving. Ik heb ook ervaren dat mensen weinig informatie hebben. Vaak weten zij niet waar te gaan voor hulp. Een meldpunt zou goed dienst kunnen doen. Of het nu om huiselijk geweld gaat of andere problemen. Het gaat erom dat we zaken preventief moeten aanpakken. Drugverslaafden hebben een grote impact op de kwaliteit van het leven van hun familie.
Hoe sneller je deze mensen helpt, hoe beter je kan voorkomen dat zij dieper in de verslaving raken.
Een vroege signalering waarbij, via het meldpunt, bevoegde instanties direct kunnen anticiperen. Dit zijn onder meer de kwesties waar ik mij als DNA-lid professioneel voor zal inzetten. Zo zal ik steeds nagaan welke issuesin het belang zijn van de mens en middels dialoog deze op de DNAagenda krijgen. Als oppositie kan je namelijk veel betekenen door regelmatig te lobbyen; zowel met civil society als regeringsvertegenwoordigers. Zo wil ik draagvlak creëren voor prangende kwesties.”

Jennifer Vreedzaam
Jennifer is een Inheemse vrouw uit het dorp Pierrekondre Kumbasie in district Para. Zij komt uit een politiek bewust gezin. De vele discussies met haar ouders, Harriette Joeroeja en Werner Vreedzaam, over de ontwikkeling van Suriname hebben haar mede gevormd tot de vrouw die zij vandaag is. Zij leerden haar dat je niet alleen voor jezelf leeft, maar dat je je moet inzetten voor anderen.

Waarom heb jij je kandidaat gesteld voor DNA?
Jennifer Vreedzaam
“Ik stond er eerst niet bij stil toen de dorpsbesturen en gemeenten mij hadden voorgedragen. Ik twijfelde. Ik besefte het niet. Er was ook een andere vrouwelijke kandidaat. Toen de keus eenmaal op mij viel, werd ik er bewust van dat het volk mij wilde hebben. Ik aarzelde niet meer en besloot mijn kandidaatschap te aanvaarden. Want ik realiseerde mij dat ik op DNA-niveau veel meer kan doen. Ik stond er helemaal niet bij stil dat het mensen opviel wat ik doe voor de samenleving. Ik werkte namelijk eerst bij het Bureau Openbare Gezondheidszorg voor het binnenland. Daarna ben ik overgeplaatst naar het ministerie van Sport- en Jeugdzaken; ook voor het binnenland. Bovendien ben ik actief in de NDP en die houdt zich bezig met sociale projecten. Niet wetende dus dat mensen mij volgen en beoordelen.
Als DNA-lid kan ik nu meer invloed uitoefenen op het decentralisatieproces. Ik kan dan meer controle uitoefenen op het rechtmatig verdelen van bronnen. We moeten er aan werken dat niet alles centraal in de stad gebeurt, maar dat ook de districten en het binnenland er baat bij hebben. Ik heb daar altijd voor gevochten en kan nu een wezenlijk bijdrage leveren. En dat begin ik steeds meer te beseffen. De hervormingen moeten komen. Zo zullen de gelden voor de districten ook bijdragen aan het welzijn en welvaart van vrouwen en kinderen in de districten en het binnenland.
Ik heb namelijk gezien dat de issues van vrouwen op de plantages hetzelfde zijn als die van de dorpen en andere gebieden. Of het nu gaat om Marron- of Inheemse vrouwen. Ik heb het dan over Para. Para heeft een bepaalde ontwikkeling meegemaakt. Maar heel veel vrouwen zijn niet meegenomen in het process van bijvoorbeeld scholing. Vrouwen willen scholing, herscholing, de Bigismaskoro, de avondschool. Dat vind ik fantastisch. Ik zeg het je eerlijk. De mensen hebben het zelf aangegeven: ‘ik wil terug naar school’. Heel veel mensen zitten in geoccupeerd gebied. We weten dat de regering moeite zal doen. Maar velen willen zich scholen zodat zij misschien later terug kunnen gaan naar hun eigen gebieden. Titel krijgen op grond is ook voor vrouwen belangrijk voor hun bestaansrecht. Daarnaast willen vrouwen de agrarische productie aanpakken. Ik ga mij dus ook hiervoor inzetten. Gezinslandbouw met andersoortige agrarische methodieken. Ik heb al een aantal vrouwen geïdentificeerd die planten en leveren aan de cassava fabriek. De potentie is er voor vrouwen om zich te ontwikkelen. In Para zijn meer dan 80 procent vrouwen gekozen in de ressort- en districtsraad. Zij zijn middelbaar en hoger geschoold, ook van de Anton de Kom Universiteit. Zij zullen bestuurlijk verder geschoold worden. Dit wordt mooi voor Para, omdat we verder gaan voor de institutionele versterking en decentralisatie. Samen met de rr- en dr-leden zullen wij de overheidsinstrumenten gebruiken voor verdere ontwikkeling van zowel vrouwen als mannen in dit district. De welwillendheid is er en dat maakt dat ik enthousiast ben.”.-

Dit artikel verscheen maandag 8 juni in de rubriek ‘Genderoptiek’ van de Ware Tijd. Deze rubriek is één van de middelen van het Women's Rights Centre om gendergelijkheid en gendergelijkwaardigheid te bevorderen, vrouwenrechten te bepleiten en alle vormen van geweld tegen vrouwen uit te bannen.

vrijdag 12 juni 2015

Politiek leiderschap is ook vrouwelijk

Door Henna Guicherit

Ik heb wekenlang gezweefd boven het politieke strijdtoneel. Vele malen ingezoomd op de vrouwelijke DNAkandidaten van mijn kiesdistrict voordat ik mijn stem uitbracht op een dya dya vrouw.
Mannelijke kandidaten had ik niet in het vizier. Zij waren als haantjes, al dan niet ethisch verantwoord, zich in de belangstelling van de kiezers te werken. “Mannen zijn geboren leiders”, hoorde ik een Abop-kandidaat kort vóór de verkiezingen met de brede kant van zijn mond zeggen. Zijn overtuigende blik deed vermoeden dat, als het aan hem ligt, het politiek leiderschap tot het einde der dagen het privilege van de mannelijke sekse blijft. Wat ik hem niet heb horen zeggen is dat vrouwen dan kennelijk “geboren lijders” zijn.
Harriët Ramdien
Partijbonzen hebben, in navolging van de koloniale heersers, decennialang vrouwen onrecht aangedaan door hen uit te sluiten van politieke functies. En vrouwen brengen daar nu resoluut verandering in. Terwijl twee projecten gericht op meer vrouwen in politiek leiderschap succesvol zijn uitgevoerd, probeert men toch nog een gekozen vrouwelijke kandidaat zo ver te krijgen niet te bewilligen en haar plaats af te staan aan een man. Sisa, niet doen! 
Dus is het de hoogste tijd om weer eens te benadrukken dat mannen niet geboren zijn als leider, ze worden gemaakt tot leider. Ook vrouwen kunnen, net als mannen, tot leider worden gemaakt en de bewijzen liggen voor het oprapen. Vrouwen hebben zich in de aanloop naar de verkiezingen verzet tegen hun discriminatie en uitsluiting. “Meer vrouwelijk leiderschap in 2015” is een leus die niet plotseling uit de lucht is komen vallen als resultaat van een gekte van enkele dolle feministen. Het is een manifestatie van de historische strijd voor gendergelijkheid die al heel lang gevoerd wordt. Een legitieme strijd in lijn met de universele mensen- en vrouwenrechten.
Dit tij mag door niets en niemand gekeerd worden. Hoewel we bij deze verkiezingen mogelijk de criticalmass van 33 procent net niet hebben gehaald, gaan wij door om uiteindelijk een genderevenwicht te bereiken in beleid en besluitvorming. Dit is nodig om in DNA en regering behoeften van vrouwen en kinderen meer aandacht te geven. Om beleid en besluitvorming ook  vanuit de optiek van vrouwen en kinderen te voeren. Gelijke, empowerment en participatie van beide seksen in beleid en besluitvorming is ons doel. En niemand kan mij zeggen dat dit niet democratisch is en niet in landsbelang.

Niet gekozen?
Dat ons kiesstelsel op de schop moet is ‘talk of the town’ vanaf het moment dat de uitslagen van de verkiezingen druppelsgewijs binnenkwamen. Dit stelsel heeft beslist niet in het voordeel van enkele vrouwelijke kandidaten gewerkt.
Ann Sadi
Ann Sadi, die in district Commewijne voor de NDP de meeste stemmen (3.357) behaalde, is niet gekozen. Harriët Ramdien (V7/VHP), die van alle kandidaten in Nickerie de meeste stemmen (3.342) kreeg, overkwam hetzelfde. En daarmee is niet alleen onrecht gedaan aan deze kandidaten, maar ook aan 6.699 kiezers die hun stem op hen hebben uitgebracht. Dat een kandidaat met de meeste stemmen niet gekozen is staat haaks op het democratisch principe.
Ook Carlo Lewis kandidaat van de NDP die in kiesdistrict Sipaliwini de meeste stemmen (1.688) behaalde, is niet gekozen. Maar, het moment dat dit bekend werd, gingen er al direct stemmen op om hem toch in DNA te krijgen en wel ten koste van, u raadt het, een vrouw; Aida Nading. Toen Joan Dogojo in 2013 door opschuiving voor de Mega Combinatie zitting nam in DNA gingen er in haar partij ook stemmen op dat zij haar zetel zou moeten afstaan aan een mannelijke collega.
Is men ook bezig Sadi en Ramdien in DNA te krijgen? We hebben geen keus als de uitkomst van de verkiezingen te respecteren, hoewel de wil van de meerderheid door dit stelsel niet consequent is gerespecteerd. Het is nu aan de gekozen leden van DNA om direct na hun beëdiging te pleiten voor de evaluatie van het kiesstelsel.-

Dit artikel verscheen maandag 8 juni in de rubriek ‘Genderoptiek’ van de Ware Tijd. Deze rubriek is één van de middelen van het Women's Rights Centre om gendergelijkheid en gendergelijkwaardigheid te bevorderen, vrouwenrechten te bepleiten en alle vormen van geweld tegen vrouwen uit te bannen.