Nieuwe nationale structuren voor milieu
"Veel warme- bollennnieuws", vatte Cor Pigot samen aan het eind van de avond. De paneldiscussie over de Durban Klimaattop gehouden op vrijdag 13 januari in de Leaders Group Conference room was een mooie start van de openbare activiteitenkalender van Projekta in 2012. De bomvolle zaal, met parlementariers, wetenschappers, NGO-ers, milieudeskundigen en gewone belangstellenden, zorgden voor een levendige discussie die uiteindelijk ver na het geplande uur moest worden beeindigd.
"Veel warme- bollennnieuws", vatte Cor Pigot samen aan het eind van de avond. De paneldiscussie over de Durban Klimaattop gehouden op vrijdag 13 januari in de Leaders Group Conference room was een mooie start van de openbare activiteitenkalender van Projekta in 2012. De bomvolle zaal, met parlementariers, wetenschappers, NGO-ers, milieudeskundigen en gewone belangstellenden, zorgden voor een levendige discussie die uiteindelijk ver na het geplande uur moest worden beeindigd.
Van 28 tot 9 december 2011 werd in Durban, Zuid Afrika, de 17e ‘Conference of the Parties to the UN Framework Convention on Climate Change’ gehouden. Op de Durban conferentie werd o.a. overeenstemming bereikt over een nieuwe commitment-periode voor het Kyoto Protocol, en werd een Green Climate Fund ingesteld. Projekta deed in haar eerste openbare discussie voor 2012 een terugblik op de Durban klimaattop. Minister Ginmardo Kromosoeto van ATM en Josee Artist van het Bureau van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) deelden hun ervaringen en lessen uit de Durban klimaattop en gaven aan hoe volgens hun Suriname verder zou moeten. Cor Pigot, milieu consultant, gaf een eerste reactie daarop.
Duidelijke doelen voor de klimaattop
Minister Kromosoeto gaf aan dat Suriname met een duidelijk standpunt naar de conferentie is gegaan, namelijk die van de Alliance of Small Island States en andere ontwikkelingslanden, die stellen dat zij ook recht hebben op ontwikkeling, maar dit niet ten koste moet gaan van de mensheid. Ook was het standpunt van de afspraken over financiering die waren gemaakt bij de vorige top in Cancun, verder uitgediept moesten worden, en dat het Kyoto Protocol verlengd zou moeten worden. De strategie van de delegatie was om te proberen om in zoveel als mogelijk commissies te zitten en bilaterale meetings bij te wonen. Ook was er een campagne voor de positionering van ons land als ‘Groen Suriname’, een land met veel waarde aan carbon credits en schoon drinkwater. Net zoals vorige klimaattops, bleek het bij deze ook bijna onmogelijk om consensus te bereiken, waardoor er weinig concrete uitkomsten zijn. Zoals de Minister zei: “Er zijn niet zoveel resultaten behaald, maar er is wel bevestigd dat we als wereld meer moeten praten.”
De Minister blikte tevreden terug op de deelname van Suriname: er was goede teamwork, en goede ondersteuning vanuit de diplomatieke post in Johannesburg.
Gender en Indigenous Peoples Caucuses
Josee Artist van het bureau van de VIDS was met ondersteuning van de Women’s Environmental and Development Organization (WEDO) ook aanwezig bij de klimaattop, waar ze deelnam aan de civil society activiteiten, zoals de Gender Caucus en de Indigenous Peoples Caucus. Haar focus was op de onderhandelingen voor de zogeheten REDD+ en ‘safeguards’ (veiligheidsmechanismen die in het proces worden ingebouwd). De strategie van de Gender Caucus was gericht op het opnemen van teksten over vrouwen en kinderen in de documenten die door de deelnemende landen worden geschreven. Daarin zijn zij redelijk geslaagd. WEDO is vooral heel sterk in advocacy en lobby, vooral gericht op de landen die een grotere stem hebben in het bepalen van de teksten. Nu is het zelfs zo dat deze landen de WEDO benaderen om hen te adviseren over gender-sensitieve teksten.
Voor de Indigenous Peoples Caucus, was de lobby gericht op het doen opnemen van teksten over de UN Verklaring van Rechten van Inheemse Volkeren, en van de principes van Free, Prior and Informed Consent (FPIC). Josee Artist lichtte een tipje van de sluier over interne onderhandelingen binnen de caucus om te komen tot een eensgezind standpunt en een strategie. De onderhandelingen lopen vaak moeilijk, omdat sommige inheemsen b.v. voorstander zijn van REDD+ en andere juist felle tegenstander. Ook hier heb je machtige landen die het meer voor het zeggen hebben.
De lobby tijdens de klimaattop is 1x24u, en vindt vooral plaats in de wandelgangen, waarbij soms nog net buiten de deur van een vergadering nog snel een blaadje met aantekeningen in de hand van een bevriend delegatielid wordt gedrukt.
Meer nationale dialoog
Cor Pigot riep op tot een betere nationale voorbereiding en nationaal dialoog. Suriname moet goed onderzoek doen naar de waarde van ons milieu, zoals bossen en schoon drinkwater. Daarnaast moeten onze technische deskundigen zoveel als mogelijk in de technische werkgroepen zitten. Er moet een duidelijk nationaal dialoogproces zijn voor de voorbereiding van onderhandeling. Ook moeten wij zorgen voor zo weinig mogelijk ruis in onze boodschap en onderhandelingspositie naar buiten. Hoe eensgezinder wij zijn, hoe meer kans wij hebben om aan fondsen te komen, omdat grote organisaties vaak geen problemen of oponthoud willen bij de uitvoering, door conflicten en onenigheid in een land. Hij gaf als advies aan de VIDS om te focussen op ‘vulnerability’ (kwetsbaarheid), omdat dat de nieuwe issue of invalshoek wordt. Dit geeft ook meer ruimte om andere groepen te betrekken.
Cor Pigot riep op tot een betere nationale voorbereiding en nationaal dialoog. Suriname moet goed onderzoek doen naar de waarde van ons milieu, zoals bossen en schoon drinkwater. Daarnaast moeten onze technische deskundigen zoveel als mogelijk in de technische werkgroepen zitten. Er moet een duidelijk nationaal dialoogproces zijn voor de voorbereiding van onderhandeling. Ook moeten wij zorgen voor zo weinig mogelijk ruis in onze boodschap en onderhandelingspositie naar buiten. Hoe eensgezinder wij zijn, hoe meer kans wij hebben om aan fondsen te komen, omdat grote organisaties vaak geen problemen of oponthoud willen bij de uitvoering, door conflicten en onenigheid in een land. Hij gaf als advies aan de VIDS om te focussen op ‘vulnerability’ (kwetsbaarheid), omdat dat de nieuwe issue of invalshoek wordt. Dit geeft ook meer ruimte om andere groepen te betrekken.
Nieuwe nationale structuren voor milieu
Na de Durban klimaattop, heeft het Ministerie van ATM een evaluatie gepleegd en stappen genomen om inderdaad te komen tot het stroomlijnen van de nationale standpuntbepaling. De minister benadrukte het belang van het opzetten van een Directoraat van Milieu, die de nationale lead zal nemen in de onderhandelingen in het vervolg. In een vergadering van de Raad van Ministers van donderdag 12 januari, is ook een nieuwe Onderraad ingesteld, bestaande uit de ministeries van ATM, Regionale Ontwikkeling, Grond en Bosbeheer (ROGB), Buitenlandse Zaken, en Financien, samen met de Centrale Bank, de Vice President en de President.
De Climate Compatible Development Agency, die voorheen onder het Kabinet van de President viel, komt nu ook onder deze onderraad te vallen.
Veel mensen uit het publiek maakten zich zorgen over de positie en juridische opzet van dit orgaan, naast andere organen als het NIMOS en de Nationale Milieuraad die tot nu toe ook niet onder het Ministerie van ATM vielen. De CCDA werd door een adviseur van de President als particuliere Stichting opgericht, maar wel met verantwoordelijkheden die eigenlijk aan de staat toebehoren. Een QUANGO (Quasi NGO) dus, concludeerde Projekta-directeur Sharda Ganga die meteen de Overheid opriep om niet nog meer Quango’s op te richten omdat Overheid-NGO in feite een onmogelijkheid is: een governmental non governmental organisation. “Quango’s brengen nog meer onduidelijkheid in de status van NGO’s, hou zaken gescheiden. Civil Society is Civil Society, Overheid is Overheid.”
Binnenkort wordt een grote meeting gehouden met alle personen die naar Durban zijn geweest met andere nationale stakeholders, waarin er vervolgstappen zullen worden uitgezet voor nationaal dialoog.
De VIDS gaf ook aan de relatie met de overheid sterker te willen maken, maar dan vanuit een positie van gelijkwaardigheid.
Zowel Pigot als personen uit het publiek pleitten voor meer duurzaamheid in de dialoog over milieu, dwz gebruik maken van bestaande instituten, en van personen die in het verleden ook hebben deelgenomen aan klimaatonderhandelingen, om geen verlies van capaciteit te hebben. Projekta pleitte wederom voor meer aandacht voor en systematiek in het opzetten en uitvoeren van participatie en dialoogprocessen; terwijl diverse anderen, zoals DNA-lid Hugo Jabini, zich sterk maakten voor breder algemeen bewustzijn over klimaatverandering, om zo de nationale discussie te voeden, waarbij met name Projekta door Jabini werd geroemd als maker van creatieve bewustwordingscampagnes. Annette Tjon Sie Fat van Conservation International Suriname gaf aan dat Projekta voor CI-Suriname pilot radio programma’s over klimaatverandering heeft geproduceerd in het Sranan en het Samaaka, die worden binnenkort gelaunched.