maandag 28 maart 2011

Genderdialoog: Nationaal Beleid is niet alleen Overheidsbeleid

NGO’S EN OVERHEID WERKEN SAMEN AAN GENDERBELEID

Op vrijdag 25 maart organiseerde Projekta in de conferentiezaal van het KKF de eerste Genderdialoog, waarbij niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en overheid van gedachten wisselden over het genderbeleid in Suriname. Minister Soewarto Moestadja, Minister van Binnenlandse Zaken en belast met de coördinatie van het genderbeleid, committeerde zich tijdens de ontmoeting aan een gezamenlijke aanpak voor maatschappelijke gelijkheid van mannen en vrouwen in Suriname.

Opvattingen van de NGO’s
In het kader van de 100ste herdenking van de Internationale Dag van de Vrouw lanceerde Projekta dit jaar de eerste “Maart van de Vrouw”, waarin zij een maandlang speciale aandacht vraagt voor de maatschappelijke positie van vrouwen in Suriname. Het nationaal genderbeleid is een belangrijk beleidsinstrument in het streven naar volledige maatschappelijke gelijkheid van vrouwen en mannen. Het doel van deze eerste Genderdialoog was om de opvattingen van NGO’s over prioriteitsgebieden voor het genderbeleid te presenteren, en met de overheid en andere belanghebbenden van gedachten te wisselen over de wijze waarop overheid en niet-overheidsactoren samen kunnen werken aan daadwerkelijke gendergelijkheid. Nationaal beleid is immers niet alleen Overheidsbeleid, zegt Projekta, dus het is zaak dat ook het maatschappelijk middenveld een stem en rol heeft daarbinnen.

Elementen voor nationaal genderbeleid
In een voorbereidende workshop waren NGO’s al gekomen tot elementen voor het genderbeleid, die  Sharda Ganga, directeur van Projekta, presenteerde tijdens de dialoog. Uit de presentatie bleek dat het genderbeleid tot nu toe niet de gestelde doelen heeft kunnen bereiken vanwege een veelheid aan redenen, die vooral te maken hebben met het onvoldoende strategisch plannen, uitvoeren en monitoren van beleid door overheid en NGO’s, een gebrekkig functionerende Overheidsstructuur (het Gender Management Systeem) en het onvoldoende samenwerken van partners (binnen en buiten de overheid). Annette Tjon Sie Fat presenteerde de resultaten en aanbevelingen van een  onderzoek uit 2008, naar de integratie van gendergelijkheid in nationaal beleid en de financiële en inhoudelijke rol van donoren in het bevorderen van gendergelijkheid in Suriname. Uit het onderzoek bleek dat er bij overheid en donoren te weinig kennis was over gender en dat deze nauwelijks zichtbaar terug te vinden was in beleid en programma’s, terwijl het vuur bij NGO’s gedoofd leek te zijn. Veel resultaten en aanbevelingen van het rapport blijven relevant anno 2011.

NGO’s willen gelijkwaardige relatie met Overheid
NGO’s gaven aan graag te zien dat beleid wordt gemaakt op basis van cijfers en analyse, dat de structuur van het Gendermanagement systeem wordt herzien en dat er doelgericht wordt gewerkt. Ze benadrukten dat het Integraal Genderactie Plan,waarin totnutoe het genderbeleid werd vastgelegd, toe is aan herziening. Beleidsplannen moeten geen onrealistische wensenlijsten zijn, vinden de NGO’s, maar er dienen strategische keuzes gemaakt te worden.  Belangrijk is ook om een breed draagvlak voor gendergelijkheid te creëren, en dit beleid ook buiten Paramaribo te brengen. NGO’s willen samen met de Overheid en andere actoren werken aan het genderbeleid op basis van gelijkwaardigheid, echte participatie en transparantie.

Minister Moestadja committeert zich
De Minister van Binnenlandse Zaken, onder wie het Nationaal Bureau Genderbeleid (NBG) en het Gender Management Systeem vallen, gaf aan het eens te zijn met de analyse van de knelpunten en de benadering van het beleid. Hij accepteerde het aanbod van samenwerking van de NGO’s: ”ik doe niet slechts een toezegging; ik committeer mij aan deze nieuwe manier van werken”. Hij ziet het ook als zijn taak om  politieke wil te kweken: “ De politieke wil moet geëist worden op grond van verantwoorde studie op het gebied van gender” zei de Minister, die aangaf dat die wil ook zichtbaar zal moeten worden in beleidsdocumenten zoals het MOP. De NGO’s zegden de Minister alle steun daarbij toe. 

Eerste, maar wel historische stap
De Minister gaf verder aan dat de taken en het functioneren van het heel Ministerie nu worden geëvalueerd. Duidelijk is alvast dat de formele taakstelling van het Ministerie, en dus ook een deel van het mandaat, nooit is aangepast na de shift in beleidsfocus van ‘vrouwen’ naar ‘gender’. De Minister gaf aan het beleid in dialoog met de NGO’s te willen uitzetten. Afgesproken is dat er een concept memorandum of understanding (MoU) wordt opgesteld die uiteindelijk moet leiden tot een formele samenwerking en structurele dialoog tussen Overheid en NGO’s.

Projekta blikt met veel genoegen terug op deze eerste genderdialoog. De openheid waarmee de Minister de discussie aanging geeft hoop op een gezonde, gelijkwaardige relatie, zegt Projekta. “Niemand heeft een kant een klaar antwoord hoe het genderbeleid aan te pakken, niet de NGO’s en niet de Overheid. Alleen samen kunnen wij dit belangrijk werk klaren.”

woensdag 23 maart 2011

Economie niet genderneutraal

Gisteravond hield Projekta haar eerste openbare discussie voor Maart van de Vrouw. Het thema was “SVP: een verbetering voor Vrouwen? – De effecten van het structureel verbeteringsprogramma op vrouwen”.




Inleider Satcha Jabbar ging in op de achtergronden van hervormingen over de hele wereld. Het doel van de hervormingen is het verlagen van de financieringstekort van de overheid, het verlagen van de inflatie in de economie, en het in evenwicht brengen tussen geldwaarde en goederenproductie. Suriname kent ook een hoge inflatieniveau, dat eigenlijk standaard is voor ontwikkelingslanden (± 10-11% over 2010).

Veel Aanpassingsprogramma’s (SAP’s) zijn vanaf de 1990’s geëvalueerd en hebben in 80% van de gevallen nare gevolgen voor de reeds armere bevolking gehad, zoals afnemende werkgelegenheid,   prijsverhogingen en geen loonsverhogingen, afschaffingen van subsidies, woningnood en onderwijs raken buiten bereik, en gezondheidszorg is niet te betalen.

We kunnen voorkomen dat dit in Suriname gebeurt door het financieringstekort van de overheid te verlagen. Dit kan door het verlagen van de uitgaven van de Staat en / of het verhogen van de inkomsten van de Staat, door belastingen in o.a. de goudsector, niet-belastingmiddelen (privatiseren, domeingrond), en schuldpolitiek.
Devaluatie, zoals dat bij ons ook is gebeurd, is het meest gehanteerd instrument voor sanering van de geldhoeveelheid, beperken van de binnenlandse vraag naar goederen en diensten, en om de export te bevorderen. In Suriname is het na FISO II gedaan om een inflatiespiraal te voorkomen.
Devaluatie leidt meestal tot o.a. een toename van de schulden aan het buitenland (in srd’s), een stijging van de inkomens van exporteurs, en een daling in de (reële) inkomens van consumenten, vooral in de steden. Als een overheid minder kan uitgeven aan subsidies en lonen, kan dit weer leiden tot een verdere toename  van de werkloosheid, daling van de vraag naar goederen en diensten, dus inkrimping van bedrijven (weer ontslagen, enz). Dit is de neerwaartse spiraal, en moet vooral worden tegengegaan. 

Satcha Jabbar stelt voor om subsectoren te vinden die op korte termijn (binnen 12 maanden) geld kunnen verdienen (nieuwe werkgelegenheid en inkomens) en snel daarin investeren.
Deze sectoren zouden kunnen zijn landbouw en agro-industrie, tuinbouw, de zorgsector, toerisme, goudopkoop en -verwerking, biodiversiteit en groene energie. Vooral de ‘groene economie’ kan veel opleveren. Het geld voor de investeringen kan worden gevonden door herstructurering van buitenlandse  schulden en/of betalingen of door het aangaan van een zogeheten adjustment lening bij bijvoorbeeld de IDB, de Wereldbank, of de EU.
Belangrijk is wel dat de vereiste  infrastructuur in orde moet worden gebracht (export, handel, certificeringen, transport). Ook moet er van tevoren heel goed worden uitgerekend hoeveel banen er moeten worden gecreëerd, hoeveel het zal kosten, wat het zal opbrengen en hoe snel het kan.
 
Als belangrijke boodschap geeft zij mee dat er een sfeer van verwachting en mogelijkheden moet worden gecreëerd, in plaats van gelatenheid en mistroostigheid.

De tweede inleider van de avond was Sharda Ganga, die sprak over ‘gendered’ economisch beleid.

Bij genderanalyse kijk je naar wat voor effecten maatregelen hebben op mannen of vrouwen. Ze gaf met voorbeelden aan hoe, over de hele wereld, de gevolgen van werkloosheid, prijsverhogingen en afnemende subsidies het meest door vrouwen worden gedragen. Dit komt vooral door de genderverdeling van arbeid (de toewijzing van bepaalde taken en activiteiten op basis van sekse) en de drie genderrollen: de productieve, de reproductieve en community management rol.

Naarmate meer vrouwen buiten gaan werken krijgen zij gewoon meer werk erbij, want er komt geen herverdeling van taken.
Om te overleven bij stijgende kosten van levensonderhoud, zijn er verschillende strategieën. Als eerste wordt bezuinigd op de dingen wa ar voornamelijk vrouwen een inkomen aan ontlenen, zoals de horeca, en de mode- en schoonheidsbranche. Door stijgingen in huishuur, gaan mensen gedwongen met meer mensen in een huis wonen. Ook wordt er minder stroom / water gebruikt, en de voeding wordt meestal ook van mindere kwaliteit. Om het inkomen aan te vullen, gaan vrouwen meer werken, vaak in het verlengde van de genderrol, en in de informele sector (de laagst betaalde jobs, met de meeste risico’s en het minste zekerheid).

Zelfs belastingen zijn niet genderneutraal. Bij algemene belasting betalen de lage inkomensgroepen (het meest vrouwen) een relatief groter percentage van hun salaris dan de hoger inkomensgroepen, terwijl bij progressieve belastingen het percentage opklimt met het inkomen.
Haar belangrijkste conclusie was dat economie niet gender-neutraal is, ook al denken veel mensen dat.
Zonder genderanalyse en gendergevoelig economisch beleid, blijven vrouwen de shock absorbers.

Na de inleidingen, volgde een levendige discussie over economische maatregelen, armoedebestrijdingsprojecten, en politieke structuur en cultuur. Meer hierover in een volgende blog post.

Vrouwen nog te weinig in het nieuws

Vrouwen in het Nieuws: een Internationale Vergelijking


De Global Media Monitoring Project heeft eind vorig jaar de nieuwste "Who Makes the News?" rapport gepresenteerd. Het rapport kijkt naar genderongelijkheid in nieuwsproducties en is gebaseerd op een analyse van 1,281 kranten, TV- en radiostations in 108 landen op 10 november 2009.


De resultaten wijzen uit dat vrouwen nog te weinig zijn vertegenwoordigd in het nieuws, en dat items over vrouwen vaak stereotypen versterken (focus op vrouwen in gezinssituaties, vrouwen alleen interviewen als "man (!) van de straat" ipv als expert, nadruk op vrouwen in items over slachtoffers van geweld, anticonceptie, e.d. maar niet in items over economisch beleid of politiek e.d.).


Lees meer over het onderzoek hier of download het volledig onderzoeksrapport hier.

zaterdag 19 maart 2011

Structureel Verbeteringsprogramma: effecten op vrouwen in Suriname

                     Openbare discussie

SVP: een verbetering voor Vrouwen?

De effecten van het Structureel Verbeteringsprogramma op Vrouwen


Inleiders:            Satcha Jabbar, Institute for Public Finance
                            Sharda Ganga, Projekta
Datum:                 Dinsdag  22 maart
Tijd:                       19.30 – 22.00u
Plaats:                  de Mantel, Verlengde Keizerstraat 61-63

Wat zijn de lessen die zijn geleerd uit de Structurele Aanpassingsprogramma’s die in de jaren 80 en 90 in zoveel landen zijn uitgevoerd? Zijn die meegenomen in de opzet van het SVP – het zgn. Structureel verbeteringsprogramma? Welk effect zullen de laatste economische (en monetaire) maatregelen nu en in de toekomst- hebben op vrouwen in Suriname? Is dat anders dan voor mannen? En waarom?


De inleiders Satcha Jabbar (Institute for Public Finance) en Sharda Ganga (Projekta), zullen respectievelijk de macro economische effecten van de maatregelen van het SVP en een (globale) analyse van de effecten toegespitst op vrouwen presenteren. en dan barst de discussie los.

TOEGANG HELEMAAL VRIJ!!(echt waar)

vrijdag 18 maart 2011

Buro voor mannenzaken: goede zaak?

In Guyana is kortgeleden een Men's Affairs Bureau opgericht.
Ook in Suriname wordt steeds vaker aangehaald dat mannen zo achtergesteld raken in de maatschappij. Een slippery slope, als we niet goed kijken naar de achterliggende gedachten van die uitspraken. Want zoals enkele commentaren aangeven: enkele uitspraken gedaan tijdens de opening van het MAB lijken aan te geven dat de bezorgdheid over de positie van mannen weleens gebaseerd zou kunnen zijn op een angst voor homoseksualiteit, en op een verlangen naar terugkeer van de dominante positie van mannen.

 Hieronder een van de commentaren, en onderaan links naar nog 2 andere artikelen.

Guyana and the Affairs of Men


Pres. B. Jagdeo bij de opening van het MAB
The recent launch of the Men’s Affairs Bureau [MAB] has stimulated an interesting national discussion about the role and status of men in Guyanese society.  Though I believe most people would welcome this idea of providing institutional support for men in challenging and changing circumstances, there were some remarks made at the launch of MAB at the Umana ana, which would appear to raise some concerns, and to cause others to feel ill at ease.

Historically, men have felt in charge of their own destinies, and are usually reluctant to ask for help.  Part of the machismo of the region is that men are to show no signs of vulnerability hence, they have to be seriously ill even to see a doctor let alone admitting that one may have a serious enough problem to have recourse to a therapist.  To the extent that MAB could provide an appropriate forum, equipped with trained counselors who could dispense rofessional assistance to men, one could only interpret this development as useful.

Moreover, insofar as this new bureau has among its objectives that of addressing the tensions between men and women, reducing and ultimately eliminating gender-based violence, and promoting a sense of purposefulness among men, the question becomes, why would its
announcement generate some degree of anxiety in the society as is evident from some of the concerns expressed in various parts of the media?
First, if even one allows for the specificity of men’s problems in contemporary Guyana, a logical question to ask would be, why is it that men’s problems cannot be addressed under the general rubric of gender affairs, rather than establishing two separate entities – a men’s and women’s bureau – to deal with a series of related problems?  Second, some effort should have been made to allay any fears on the part of women, that the development of a men’s bureau might in some way distract attention, or divert resources away from women’s issues and concerns.  It would be reasonable for women to begin to wonder, given the traditional domination of men and of things masculine, whether the establishment of a men’s bureau would shift the emphasis away from the problems faced by women and onto the immediate concerns of men and boys.

  Third, the concern that men are lagging behind women in society, and that girls are outperforming boys at school, begs the question, is it that men need help in coping with the challenges of the present society, or that men need to get back to a stage of dominance over girls and women in most spheres of life? There was no outpouring of concerns when boys were outperforming girls in school, or when women’s advancement seemed blocked by the glass ceiling.  It would have been useful therefore from the very outset, for MAB to set the tone of discussion around its intervention by indicating that it was not interested in restoring a gender order that has clearly outlived its usefulness, or is hung up on an antiquated set of values about men’s ordained and unquestioned right of leadership in the society and in the household.

Quite apart from distancing themselves from such backward thinking, regrettably speakers at the launch of MAB seemed to embrace the idea of restoring a particular kind of gender order.  One speaker talked about honouring men and giving them their place in society.  These are not words of reassurance of gender collaboration.  Rather the expression of such an intent is more in sync with the notion of returning men to a place of dominance.  Furthermore, the remarks about some unspecified pr
ocess that leads to effeminacy could only be regarded as ill informed and unhelpful.  These remarks are also at odds with the expressed idea of respecting people’s sexual orientation and not persecuting them for the same.  The goal then is not necessarily one of finding a community where men can get together to discuss the problems they face in some presumed strong masculine environment.

  The real task ahead is that of providing a space where the promotion of free and open discussion can take place between men, and between men and women.  How can men possibly move forward if they only speak among themselves?  MAB could be helpful if it provides a space where older men could mentor younger men about negotiating conflict without resorting to violence, or where the process of gender socialization advocates mutual respect as a crucial part of the relationship between men and women, and where men can be encouraged to take responsibility for equal sharing of responsibility in the household and in the provision of care in the family.

There is no doubt that there are perhaps some good intentions and good will associated with the establishment of the Men’s Affairs Bureau, however if one is to be optimistic about its objectives in the Guyanese society, then one has to conclude that it has not yet found an appropriate vocabulary for articulating its purpose.  At some level one has to believe that this is the reason for some of the misstatements at the recent launch of this new government department.  If on the other hand, we accept some of these remarks as true and accurate, then this men’s bureau is nothing more than sounding brass and tinkling cymbals, which would indeed be unfortunate in perpetuating a problem it was intended to resolve.  Let us hope then that the thinking behind this men’s bureau becomes clearer, and that its language of outreach becomes more precise.

artikel in stabroek news
artikel in guyana chronicle, met quotes van Pres. jagdeo
commentaar/analyse in kaieteur.

(met dank aan Judith Brielle en Maggie Schmeitz voor t doorsturen)

woensdag 16 maart 2011

Gendergelijkheid bevordert ook toerisme!

Ook in Suriname wordt Toerisme steeds meer een bron van werkgelegenheid en inkomen voor mensen en voor de Staat. Veel vrouwen werken in de sector, maar...ook hier speelt ongelijke betaling -vrouwen worden minder betaald voor hetzelfde werk als mannen-,  zijn vrouwen veelal in genderspecifieke beroepen te vinden als schoonmaak, keuken, en bediening die vaak ook de laagst betaalde jobs zijn. Daarnaast wordt bijna 80% van werk dat binnen familieverband wordt verricht ter ondersteuning van activiteiten in toerisme, door vrouwen verricht.




Het "Global Report on Women in Tourism, 2010" geeft data over werkgelegenheid, ondernemerschap, leiderschap, educatie en de gemeenschap, per regio. Het presenteert aanbevelingen voor o,a, gendergevoelig beleid en het integreren van gendergelijkheid in ondernemngen, zoals rechtsbescherming van vrouwen in de toerismesector, meer training en meer kansen voor vrouwen om hun onderneming te ontwikkelen. Het rapport stelt dat meer gendergelijkheid zal bijdragen aan kwaliteitsverbetering van het toerisme ("the tourism experience") en zal leiden tot meer winst voor een ieder. 

klik hier voor het rapport.
  

maandag 14 maart 2011

Agenda Maart van de Vrouw 2011

Agenda Maart van de Vrouw 2011


De officiele maandagenda is al uit! Klik hier om de agenda in PDF format te downloaden.
Blijf ook de blog volgen voor updates van alle activiteiten.

zaterdag 12 maart 2011

Water en Vrouwen

Het is 12 maart, maar nog niet te laat om de aandacht te vragen voor de 8 maart boodschap van de Women for Water Partnership.

Siegmien Staphorst
In Suriname is de Nationale Vrouwen Beweging deel van dit internationaal samenwerkingsverband, en Siegmien Staphorst, oud directeur van de NVB is besuurslid van het WfWP. Deze netwerkorganisatie zet zich in voor schoon drinkwater en sanitatie, maar vooral ook voor de empowerment van vrouwen: en empowerment begint met het zorgen voor de basisvoorzieningen, zoals voedsel en water.  Maar het WWP wil vooral dat de stem van vrouwen telt in de besluitvorming.
Sta er even stil bij wat het betekent als je geen directe toegang hebt tot veilig drinkwater. En wie er dan voor moet zorgen dat er wel water is voor het gezin: om te koken, te drinken, te baden.
8 maart boodschap van  Women for Water Partnership 

Today, we celebrate the International Women’s Day Centenary 1911 – 2011. Hundred years ago, over a million women rallied for women’s right to vote, to work and for education. Currently, our sisters in the Arab world march for peace and democracy in their countries. Our thoughts and our support are with them on this day.

After a century of effort, we witness great improvements, but gender equality has unfortunately not been realized to date. We commend the millions of women and men in the world that continue the struggle for equal rights and opportunities and that each contribute in their own way, from grassroots to international level.
Empowerment starts with provision of (wo)men’s basic needs.And with acknowledging and supporting the vital contributions of women and their organizations. “If women in rural areas had the same access to land, technology, financial services, education and markets as men, agricultural production could be increased and the number of hungry people reduced by 100-150 million, FAO states in its 2010-11
edition of The State of Food and Agriculture report.”

In this 21st century, millions of women worldwide lack access to adequate water and sanitation and have insufficient means to feed themselves and their families, severely hampering their ability to contribute to development and preventing them to fully participate in public life.

In the Women for Water Partnership, women’s organizations from all over the world join forces to help women to help themselves. We give women a voice, facilitate their participation in the management, provision and safeguarding of water and sanitation,and in coping with the challenges of climate change.
Through ensuring women’s participation at the lowest appropriate level, we contribute to effective water governance an at the same time provide a base for women’s empowerment, unleashing the joint strength and capacity of women as development agents.


We call upon the water and development sectors to be inclusive in their approach, hence practicing the very principles of good governance.
We urge them to acknowledge the role of the Major Group Women and to support women’s organizations in their work. We call upon policy and decision makers to set aside sufficient funds for women’s organization to organize and facilitate women’s participation in water governance and development in general.
If you support womencause, kindly pass on this message and think of 1 concrete thing to do for us.
- Spread the message to decision makers at national and international levels - Include WfWP or its member organizations in your work and/or support their projects (www.womenforwater.org)
- and make sure it is about women's participation (not just about gender mainstreaming)

Gendergelijkheid in zakendoen

Principes voor Gender Equality in Business: een idee voor Suriname?

Equality Means Business: Putting Principles into Practice

The Women's Empowerment Principles are a set of Principles for business offering guidance on how to empower women in the workplace, marketplace and community.

  1. Establish high-level corporate leadership for gender equality.
  2. Treat all women and men fairly at work – respect and support human rights and nondiscrimination.
  3. Ensure the health, safety and well-being of all women and men workers.\
  4. Promote education, training and professional development for women.
  5. Implement enterprise development, supply chain and marketing practices that empower women.
  6. Promote equality through community initiatives and advocacy.
  7. Measure and publicly report on progress to achieve gender equality.
Participatie van vrouwen goed voor de business!

Gelijke  behandeling van vrouwen is niet alleen de “right thing to do”, het is ook goed voor ondernemen!

Having More Women Good for Business, But Faster Change Needed

More than 160 CEOs Support UN’s Women’s Empowerment Principles
Declaring that gender equality in the private sector is “good for business”, 167 chief executives from around the world have signed the Women’s Empowerment Principles — Equality Means Business. UN Women and UN Global Compact, champions of the initiative, released the list of executives today at the Equality Means Business: Putting Principles into Practice conference. It marked the first anniversary of the launch of the principles.

Opening the two-day event, UN Secretary-General Ban Ki-moon commended CEOs who have signed the principles, but also challenged business leaders to do much more. “When you embrace these principles, you join a great and gathering movement to unleash the power of women and change the world. This is critical,” the Secretary-General said.

Michelle Bachelet, former President of Chile and the first Executive Director of UN Women, said: “Gender equality is not only a basic human right, but as business, economic and development experts now agree, empowering women fuels economies and social progress. The Women’s Empowerment Principles offer a tool for a results-based partnership with the business community.”
“The private sector increasingly identifies investing in women as a vital business strategy, essential to innovation, sound management and increased profits,” said Georg Kell, Executive Director of the UN Global Compact. “By turning the principles into practice, companies create a blueprint for equality that strengthens existing efforts, focuses on implementation and helps create sustainable value.”

The business case for gender diversity and equality has rapidly developed. Among Fortune 500 companies, those in the top quartile, when it comes to women’s representation on their boards, outperform those in the lowest quartile by at least 53 percent on return on equity.
Many executives acknowledge that it is difficult to change corporate cultures to fully integrate gender equality, however. While 72 percent of executives surveyed in 2010 by McKinsey & Co. agreed that there is a correlation between gender diversity and business success, only 28 percent said it is a top-ten priority for senior leadership.

Since the Women’s Empowerment Principles were launched just one year ago, companies report that the CEO commitment has stimulated activities to promote gender equality. One company changed its recruitment policies to seek a higher percentage of female candidates for all jobs. Another company altered procurement practices to include more women vendors.
Companies have pointed out that the lack of data broken down for men and women hampers efforts to measure progress, and have called on UN Women and the UN Global Compact to work with them on a reporting framework aligned with the Women’s Empowerment Principles.

Related Links

vrijdag 11 maart 2011

Vrouwen & de Millennium Development Goals

“De derde Millennium Development Goal – het bereiken van gendergelijkheid en versterking van vrouwen – staat centraal. Als vrouwen niet de mogelijkheid krijgen hun positie te verbeteren, dan verliezen we allemaal.” 

Dit zei Secretaris-Generaal Ban Ki-moon vorig jaar op de Internationale dag van de Vrouw.
Ook andere officials bij de UN spraken zich uit voor grotere steun aan vrouwen. (Volg ook de links in het artikel voor meer informatie.)


UN officials urge greater support for empowering women on International Day
Number of researchers in developing countries is rising, but women still in minority

(Bron: UN Women)


8 March 2010 – Top United Nations officials are marking International Women’s Day by calling for greater support to women, particularly in developing countries, so that they can be empowered and contribute to the achievement of the Millennium Development Goals (MDGs), the eight globally agreed anti-poverty targets with a 2015 deadline.
In his message for the Day, Secretary-General Ban Ki-moon stressed that “the third Millennium Development Goal – to achieve gender equality and women’s empowerment – is central to all the rest. When women are denied the opportunity to better themselves and their societies, we all lose.
“Until women and girls are liberated from poverty and injustice, all our goals – peace, security, sustainable development – stand in jeopardy,” he added.

The International Labour Organization (ILO) also joined the call for equal rights and equal opportunities for all, with Director-General Juan Somavia noting that the global economic crisis is threatening recent advances in the field of women and work.
A new report by the agency on women in labour markets shows that a new gender gap may be emerging. “Although women’s overall labour force participation is growing, women remain disproportionately represented in poorly paid, insecure, part-time, home-based or informal work and continue to be undervalued when it comes to equal pay for work of equal value,” he stated.
Mr. Somavia added that the economic crisis is also an opportunity to shape new gender equality policy responses. “When governments design and implement fiscal stimulus packages, for example, it is important to recognize the labour market disadvantages that women may face.
“Women carry the heaviest burden when it comes to unpaid care work. This may expand as the crisis deepens and further limits women’s access to labour markets if policies for sharing care responsibilities with men are not forthcoming,” he said.

The UN Development Fund for Women (UNIFEM) and the UN corporate responsibility initiative known as the Global Compact today launched a new joint initiative called Women’s Empowerment Principles, which offers guidance on how to empower women in the workplace.
“The ‘multiplier effect’ of women’s empowerment has been increasingly acknowledged,” UNIFEM Executive Director Inés Alberdi told a news conference in New York. “What is powerful and new today is that the corporate community itself reports that gender equality is good for business — advancing innovation, attracting top talent, raising positive consumer and community recognition and improving profits.”
Among other elements, the initiative calls for establishing high-level corporate leadership for gender equality, and promoting education, training and professional development for women.

Kandeh K. Yumkella, the Director-General of the UN Industrial Development Organization (UNIDO), stated that the key to enhancing opportunities for women in the developing world and lifting them out of poverty is to provide them with skills, know-how, technologies and finance to enable them to engage in productive activities and earn an income.

Speaking in Abuja, Nigeria, where he is attending a high-level conference on the development of agribusiness and agri-industries in Africa, Mr. Yumkella noted that ensuring equal rights and opportunities for women is crucial if developing countries want to achieve the other MDGs.
UNIDO’s efforts focus on achieving four of the eight MDGs, including on promoting gender equality and empowering women.
“If women are able to access credit to invest in business ventures, markets to sell their products, knowledge to expand their businesses, they will be in a better position to contribute to economic growth and development,” he stated.

This year’s International Women’s Day comes on the 15th anniversary of the adoption of the Beijing Declaration and Platform for Action – the outcome of the Fourth World Conference on Women in Beijing in 1995 – which remains the most comprehensive global policy framework to achieve the goals of gender equality, development and peace.