vrijdag 30 januari 2015

ABCS Trainingsweekend Life Skills – What we learned!

Afgelopen weekend vond binnen het kader van ons ‘Actieve Burgers door Cultuur en Sport (ABCS) programma’ een Life Skills trainingsweekend plaats op Colakreek. De trainingen werden verzorgd door Erna Aviankoi en Wytske van Dijk van COCON. Negentien deelnemers van dertien sport-, cultuur- en buurtorganisaties leerden hier hoe ze bepaalde life skills, waaronder zelfvertrouwen, interpersoonlijke communicatieve vaardigheden en hoe om te gaan met boosheid, spelenderwijs op jongeren kunnen overdragen.

Binnenkort volgt een uitgebreider verslag op deze blog.



Tijdens het avondprogramma hebben de deelnemers hun creativiteit gebruikt om de opgedane kennis om te zetten in onder andere gedichten. Het volgende gedicht is geschreven door Muriël Winter, Miton Tuart en Sadé Lansdorf.


What we learned!

Dit is Projekta,
Een training waar ik graag naar toe ga.
Intensieve lessen en lachen hoorden er ook bij.
Momenten van stilte, vreugde en pijn.

Het maken van opdrachten,
Dat was vrijwillig verplicht
Maar dat gaf ons allen een beter inzicht.

Life skills and lessons learned
Wie weet waar het om gaat?
Zelfvertrouwen, zelfkennis,
Weten waar je staat.

Jezelf ontwikkelen,
Om anderen te helpen
Hun zelfvertrouwen en zelfbeeld op te krikken.

Praten en weten
Zijn dingen die wij niet mogen vergeten
Sociale vaardigheden
Leiden tot een beter leven.

Zeg het niet met boosheid
Zeg het niet met kracht
Gebruik een beetje tederheid
Dat maakt je woorden zacht.

donderdag 15 januari 2015

Life Skills Trainingsweekend

Culturele en sportactiviteiten dragen bij aan het vormen van assertieve, proactieve en creatieve mensen. Coaches en trainers spelen hierbij een belangrijke rol. Door het regelmatig contact met de jongeren hebben coaches of trainers de mogelijkheid bij te dragen aan de ontwikkeling van life skills bij jongeren.

We organiseren een trainingsweekend voor life skills overdracht en hebben nog enkele plaatsen vrij.

Wie mag meedoen?
Coaches of Trainers van  buurt- , jongeren-, sport en/of culturele organisaties.

Waar en Wanneer is het?
Zaterdag 24 en Zondag 25 januari, Conferentiezaal Colakreek.

We hebben nog een heel klein aantal slaapplekken beschikbaar– je kunt eventueel ook overnachten in een hangmat, of ervoor kiezen met je eigen vervoer te komen.

Wat kost het?
Deelname voor het hele weekend kost SRD 35 per persoon.

Interesse voor deelname?
Geef je op VOOR 20 januari, op projekta@sr.net of bel naar 439924.

Voor meer informatie: projekta@sr.net; tel:  439924/ 439925




woensdag 7 januari 2015

Democratie en milieu in Suriname, deel 2


Naar aanleiding van de lezing en discussieavond met het thema 'democratie en milieu', welke gehouden werd op 27 november jl., worden hier de overgebleven vragen beanwoord door Monique Pool van Green Heritage Fund Suriname, Jamille Haarloo van Global Shapers Paramaribo en Anwar Alibux van Stichting Samarja. Dit bericht is het vervolg van 'Democratie en milieu in Suriname' welke u hier kunt lezen.

Er zijn wel steeds meer jonge innovatie creatieve ondernemers in Suriname (lijkt het). Denk je dat er sprake is/zou kunnen zijn van een shift waarbij de verouderde vastgeroeste manier van denken wordt terug gedrongen door een “nieuwe generatie” van ideëen over ontwikkeling? Wat zijn obstakels daarbij?
Jamille: Ja, ik denk dat daar zeker sprake van kan zijn. Er zijn een aantal obstakels op verschillende niveaus. Elke verandering moet een psychologische barrière (conditionering en gewenning) op individueel niveau doorbreken. Op nationaal niveau spelen corruptie en belangen van groepen met macht een rol. Maar het is ook moeilijk om alle obstakels te listen en aan te pakken. We zouden misschien eerst de meest significante onderliggende obstakels moeten identificeren.

Waar kan ik mijn plastic flessen, batterijen, etc kwijt?
Anwar: PET, HDPE & aluminium blikjes/ flessen: Zwartenhovenbrugstraat 202-a. Naast de poort. Voor batterijen en glas: geen opties
Jamille: Daarvoor hebben we ondernemers en infrastructuur nodig. Deze sector is zich nog aan het ontwikkelen in Suriname en ik ben ook een beetje ongeduldig aan het wachten. We leveren als non- profits zo veel als mogelijk onze bijdrage om potentiële ondernemers en de overheid te prikkelen en te faciliteren in het proces.

Wat kunnen we doen om alvast de binnenstad schoon te houden? Dus om mensen bewust te maken geen vuil meer op straat te gooien.
Anwar: Implementeren van artikel 39-a van de politie strafwet. Gekoppeld met bewustwording campagne en facilitair. De huidige afvaltonnen zijn te klein en worden niet vaak genoeg opgehaald.
Jamille: Zo veel als mogelijk onszelf educaten over het probleem: Wat is het probleem? Waarom is het een probleem? Wie is verantwoordelijk? Onze bevindingen moeten we zo veel als mogelijk delen met anderen en vooral anderen ook aanzetten om zelf na te denken en zelf op onderzoek uit te gaan. Maar het overgaan tot acties en daden, van de burger, overheid, ondernemers, zijn natuurlijk beslissend of we de binnenstad daadwerkelijk schoon krijgen en houden.

Wat moeten de binnenlandbewoners doen met hun vuil (plastic flessen)?
Anwar: Platpersen en terug brengen. Die flessen zijn daar naartoe gereden of gevaren, ze kunnen makkelijk weer terug. Ze moeten het ook zelf willen. Die "lanti lanti" mentaliteit is wat het binnenland achter houdt.

1.Er is NGO netwerkoverleg, wellicht zou dat helpen om NGO’s meer te bundelen, meer samenwerking onderling.
2.We zien nu steeds meer groene netwerken/initiatieven zoals Groene School etc dus het lijkt wel beter te worden met samenwerken.
3.NGO’s zonder gebundeld meer pressie op de overheid moeten leggen als het gaat om de verantwoordelijkheid van de overheid – bv milieu wetgeving etc.
Anwar: De netwerk overleg verloopt nu nog te moeilijk. Maar gaat de goede kant op.  De vele natuur en milieu organisaties zeggen 2 dingen. Het volk wilt milieu beleid en verbetering zien en de overheid levert het niet. Kleine en grote projecten zijn vaak niet duurzaam. omdat ze niet zijn gekoppeld aan vaste structuren. Zelfs de groene school project gaat verloren gaan omdat deze niet kan aansluiten op een landelijke afvalscheiding en recycling infrastructuur.  Van al de bewustwording en voorlichting projecten is alleen het Samarja scholen project 2010-2013 duurzaam omdat deze het bestaande natuuronderwijs heeft uitgebreid met zwerfafval en milieu les.(verplicht). Dat is veel te weinige, we kunnen meer als we bundelen. Organisaties zijn soms bang hun identiteit te verliezen als ze bundelen. Sommige zien het gewoon als een inkomen dat ze niet willen delen. Niet iedereen zal meedoen aan SENA, maar zolang er een n&M netwerk is kunnen we als sector en groep verder.

Hoe zie je de samenwerking van milieu gerichte NGO’s, stichtingen en CBO’s gerealiseerd in de Surinaamse setting?
Anwar: Dit kan echt ingewikkeld zijn. Communicatie/activiteiten tussen deze organisaties zijn niet transparant. Stg, NGO's en CBO moet zorgen dat hun projecten/activiteiten niet worden gekoppeld aan politiek of een bepaalde onderneming/investeerder/belanghebbende. Wat nu een voordeel is, wordt later een nadeel en dan komt de Stg, NGO of CBO in verval. Die band met de overheid gaat makkelijk verloren.
Er moet jaarlijks een policy summit worden gehouden voor deze groepen zodat ze kunnen meebepalen wat de regering moet ontplooien. Het hebben van een formele netwerk zou het beste zijn. Er kunnen prioriteiten worden gekozen en dan elk jaar thematisch middelen worden besteed om deze aan te pakken. Via het netwerk kan er disseminatie plaatsvinden tot lokaal niveau. In het huidige, gebroken systeem, waar alles ad-hoc plaats vind zie je ook dat soms veel geld gaat in een locale project dat in feitelijk doelloos is. Er is geen transparantie en geen overkoepelend beleid dat die samenwerking tussen de overheid en ngo's versoepelt en betrouwbaar maakt. Een formele Natuur en milieu netwerk dat z'n leden beweegt om te presteren. Dit is realiseerbaar. Ook voor de overheid.

Export water met technologische ontwikkelingen op het gebied van desalinisatie? (waterplants op eilanden)
Monique: Eerst maar eens een goede studie doen over de staat van onze waterbronnen en de invloed die het onttrekken van miljoenen liters water op jaarbasis op het ecosysteem heeft. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met toekomstige veranderingen in regenvalpatronen. Dan kunnen we verder praten.

Verschillende mensen/instanties doen aan onderzoek over kwikvervuiling. Wordt er een database bijgehouden van al deze onderzoeken?
Jamille: Ik weet dat NZCS (Nationale Zoologische Collectie) kwikmetingen doet in de bodems, water en vissen. Het ministerie van Volksgezondheid heeft een database van kwikwaardes in onze atmosfeer boven de binnenstad. Het NIMOS en/of BOG zijn de instanties die dit zouden moeten bijhouden en het Ministerie van Volksgezondheid en ATM zullen daar ook een actieve rol in moeten hebben. Een commissie met vertegenwoordigers uit deze instanties en OGS zou ideaal kunnen zijn om het delen van data en bevindingen effectief te delen en bij te houden.

Wat zijn de symptonen van chronische kwik?
Jamille: Ik ben geen expert, maar de meeste bronnen zeggen het volgende: Mogelijke symptomen bij volwassenen na langdurige blootstelling aan hoge waardes: Schade aan het zenuwstelsel, waardoor de motoriek (beweging, reacties), sensoriek (gevoel, zicht) en cognitie (geheugen, spraak en leerprocessen) achteruit gaan. Kinderen kunnen hierdoor geestelijk en lichamelijk gehandicapt raken.
Monique: Hiervoor wil ik verwijzen naar de website van iemand die zelf kwikvergiftiging heeft gehad. Let wel, het is geen medische website en Peters zelf zegt ook dat je altijd een medicus moet raadplegen: http://www.patrikpeters.amalgaam.be/symptomen_kwikvergiftiging.htm#3. Chronische kwikvergiftiging

Waarom is Suriname 1 van de weinige landen in Zuid-Amerika waar nog met kwik goud wordt gewonnen?
Jamille: De overheid heeft onvoldoende grip op de kleinschalige mijnbouw of onvoldoende wil om dit te veranderen. Politieke keuzes/ strategieën en corruptie kunnen ook een rol spelen.
Monique: Als ik die vraag kon beantwoorden dan zou ik het probleem kunnen oplossen. Ik denk deels doordat het snel geld maken mensen blind maakt voor de langetermijngevolgen van kwikgebruik. En dat blind zijn, heeft deels te maken met een zeer laag educatie/ontwikkelingsniveau.

Grote ontwikkeling gaat gepaard met vernietiging van het milieu. Is het mogelijk om profit (in geld uitgedrukt) te maken zonder het milieu te schaden? (Want alle minimale schade toegebracht aan het milieu wordt uiteindelijk ook veel)
Jamille: Klopt, er vind accumulatie van schade en vervuiling plaats als het milieu niet de kans krijgt om zich te herstellen. Profit zou zeer zeker gemaakt kunnen worden als we goederen en diensten die te verkrijgen zijn uit het milieu op een andere manier gaan exploiteren en waarderen. Ik geloof dat het economisch systeem en de markt toe zijn aan een transformatie. Want dit beïnvloed zowel het fiscaal beleid als de keuzes van producenten en consumenten.
Monique: Er zijn een aantal landen in de wereld die weinig eigen hulpbronnen hebben, maar toch een hoge ontwikkeling. Het is een dilemma, waar nu door de UN aandacht aan wordt besteed in haar Human Development Report. 
Bronnen: http://hdr.undp.org/en/content/table-1-human-development-index-and-its-components en http://www.footprintnetwork.org/en/index.php/GFN/blog/human_development_and_the_ecological_footprint#sthash.17IzyHQV.dpuf

Democratie en milieu in Suriname

Tijdens de Democratiemaand organiseerde Projekta in samenwerking met Green Heritage Fund Suriname en de Global Shapers Parmaribo een lezing en discussieavond rondom het thema ‘democratie en milieu’. Deze vond plaats op donderdag 27 november. Monique Pool van GHFS gaf een lezing en Jamille Haarloo van de Global Shapers Paramaribo en Anwar Alibux van Stichting Samarja gaven naar aanleiding hiervan een statement. Wat volgde was niet zo zeer een discussie, maar eerder een collectieve uiting van onvrede over de milieusituatie in Suriname. Ook waren er veel vragen. Vanwege tijdsgebrek kon een aantal vragen niet beantwoord worden. Deze vragen en antwoorden hebben wij hier voor u op een rijtje gezet.

Wat is de relatie tussen milieu en democratie?
Monique: Met mijn presentatie heb ik willen aangeven dat aan het basisgrondrecht vervat in Artikel 6g geen invulling wordt gegeven. “het scheppen en het bevorderen van condities, nodig voor de bescherming van de natuur en voor het behoud van de ecologische balans.” Dit is een democratisch recht, en we hebben nog niet eens moderne milieuwetgeving om hier invulling aan te geven.

Vindt u dat wereldleiders zich echt druk maken over het milieu?
Anwar: Nee. Nergens in de wereld is milieu een prioriteit. Economische groei en veiligheid komen eerst. Vaak worden deze ook als excuses gebruikt om milieu op de achterbank te zetten. Net zoals de Amerikanen die nu olie boren(fracking) en hun grondwater vervuilen met als excuus afhankelijkheid van olie uit het midden oosten waar er veel oorlogen zijn die ze zelf zijn begonnen of in stand houden. Ontwikkelingslanden, vooral Aziatische landen hebben milieu verantwoordelijkheid mee uit cultuur. Dit verdunt omdat ze met elkaar en met het westen concurreren voor economische en militaire macht. Dit is duidelijk te zien bij CO2 onderhandelingen van de VN.
Jamille: Er zijn wereldleiders in soorten. Wereldleiders, zoals Jane Goodall, klimaatexperts en activisten verbonden aan grote milieuorganisaties maken zich heel veel zorgen over het milieu en de toekomst. Dit zijn vaak personen met een technische achtergrond in milieu, natuurkunde, meteorologie, biologie etc die veranderen in activisten juist omdat ze zich druk maken en niet meer kunnen toekijken. De kracht van deze groep is dat ze vaak een holistische kijk (zowel wetenschappelijk als maatschappelijk) op problemen hebben. Politieke wereldleiders daarentegen, nemen eerder een strategische standpunt in om hun eigen agenda (of agenda van wie ze vertegenwoordigen) te kunnen vervullen – Het gaat daarbij dus vaak om specifieke belangen, van een partij of doelgroep uit hun land. Als milieu daarin voorkomt, zal dat dan ook aandacht krijgen.
Monique: Als het gaat om politieke wereldleiders, dan denk ik dat die zich onvoldoende inzetten voor het milieu, enkele uitzonderingen daargelaten: Al Gore en dan hebben we ook nog de Elders (Nelson Mandela, Martti Ahtisaari, Kofi Annan, Ela Bhatt, Lakdar Brahimi, Gro Harlem Brundtland, Fernando H Cardoso, Jimmy Carter, Hina Jilani, Graça Machel, Mary Robinson, Desmond Tutu en Ernesto Zedillo). Dus dan zijn het niet alleen politieke leiders, daarnaast zien we dat een religieuze leider zoals de huidige Paus en de Dalai Lama zich ook uitlaten over het milieu. Zeker de huidige Paus heeft een heel duidelijke visie.

Veel van de milieuproblemen zitten diep geworteld in het onderwijssysteem en educatie, niet iedereen denkt op dezelfde wijze en ziet alles op dezelfde manier. Welke stappen kunnen wij nemen om dit effectief op te lossen?
Jamille: Onderwerpen zoals milieu en maatschappij zouden vanaf de middelbare school breed behandeld moeten worden. Het moet allemaal in een breed perspectief geplaatst worden om de doelgroep bewust te kunnen maken van het probleem. Een eerste stap zou kunnen zijn om de leerkrachten en directeuren van scholen hierin te trainen en lesmateriaal te ontwikkelen.

Armoede is ook een andere factor. Als mensen niets hebben is geld hun enigste motivatie om te leven en zijn bereid alles te doen hiervoor. Hoe kunnen wij armoede verminderen en alle elementen van het milieu in balans brengen?
Jamille: Armoede zie ik als een subjectief en verouderd begrip beperkt tot het bezitten van geld en goederen. Inheemsen en andere bewoners van het bos hebben toegang tot andere rijkdommen die in hun traditionele cultuur heel veel waarde hebben. Is er in dit geval sprake van armoede? Elke groep en cultuur zal zelf moeten bepalen hoe zij naar armoede kijken en hoe ze dat willen bestrijden. Maar eerst moeten we afstappen van de dogma dat geld en goederen allesbepalend zijn in dit proces.

Hoe komt het dat 90% van onze voedsel wordt geimporteerd?
Monique: Omdat wij een importeconomie zijn, we produceren heel weinig zelf. Dat is waarschijnlijk historisch zo gegroeid, mensen hebben een negatief gevoel bij werken op het land.

Van waar dateren de cijfers over de voeding die wij gebruiken in Suriname?
a.Waar is het op gebasseerd? b.Is het productie vs Imports?
Monique: Dat heb ik gelezen in een van de FAO beleidswitboeken geschreven voor Suriname. Ik ben naarstig op zoek gegaan naar welke het precies is, maar heb het zo snel niet kunnen terugvinden. Ik blijf zoeken. Ik ga ervan uit dat het cijfers zijn die men uit de handelsstatistieken heeft gehaald. Ik moet terugzoeken in mijn achtergrond documentatie om een precies antwoord te kunnen geven.

Hoe hopen jullie het nieuwe regeringsplan te beinvloeden? Als vaak genoeg blijkt dat zelfs met informatie ter beschikking beleidsmakers nauwelijks actie ondernemen/passen en gedegen beleid formuleren.
Monique: Door een document te hebben waarin staat wat belangrijke groepen in onze samenleving van belang vinden als het om milieu gaat. Inderdaad is het hebben van informatie niet altijd zo dat men juiste beslissingen neemt, maar het is denk ik wel een belangrijke factor (kennis en informatie) om mensen hun inzicht te doen veranderen.

Worden de politieke partijen ook getoetst of ze de adviezen uit het rapport opvolgen? Worden ze hiermee openbaar geconfronteerd? (Accountability enzo…)
Monique: We zullen dat in ieder geval via de site doen waarop het rapport komt te staan. Afhankelijk van de mogelijkheden zal dat dan in een debat of een openbare meeting ook naar voren kunnen worden gebracht.

Heeft Global Shapers, GHFS, Stg. Projekta reeds prioriteitsgebieden geindentificeerd die opgenomen zullen worden in de Regeringsverklaring? Indien ja, op welke wijze zijn die prioriteitsgebieden vastgesteld?
Monique: We zijn nu in een proces om met specifieke groepen in de samenleving focusgroepen te doen, zodat we die prioriteitsgebieden kunnen vaststellen. Aan de hand van de top 3 of 4 zullen we dan nog publieke debatten houden. Daaruit moet een rapport rollen dat de prioriteiten aangeeft en daarmee gaan we aan de slag. Dus wij stellen het niet vast, we gaan luisteren naar anderen om te horen wat zij belangrijk vinden en daarnaast zullen we ook een desk study doen.

Klik hier voor het vervolg van de vragen en antwoorden.