Naar aanleiding van de lezing en discussieavond met het thema 'democratie en milieu', welke gehouden werd op 27 november jl., worden hier de overgebleven vragen beanwoord door Monique Pool van Green Heritage Fund Suriname, Jamille Haarloo van Global Shapers Paramaribo en Anwar Alibux van Stichting Samarja. Dit bericht is het vervolg van 'Democratie en milieu in Suriname' welke u hier kunt lezen.
Er zijn wel steeds meer jonge innovatie creatieve ondernemers in Suriname
(lijkt het). Denk je dat er sprake is/zou kunnen zijn van een shift waarbij de
verouderde vastgeroeste manier van denken wordt terug gedrongen door een
“nieuwe generatie” van ideëen over ontwikkeling? Wat zijn obstakels
daarbij?
Jamille: Ja, ik denk dat daar zeker sprake van kan
zijn. Er zijn een aantal obstakels op verschillende niveaus. Elke verandering
moet een psychologische barrière (conditionering en gewenning) op individueel
niveau doorbreken. Op nationaal niveau spelen corruptie en belangen van groepen
met macht een rol. Maar het is ook moeilijk om alle obstakels te listen en aan
te pakken. We zouden misschien eerst de meest significante onderliggende
obstakels moeten identificeren.
Waar kan ik mijn plastic flessen, batterijen, etc kwijt?
Anwar: PET, HDPE & aluminium blikjes/ flessen: Zwartenhovenbrugstraat
202-a. Naast de poort. Voor batterijen en glas: geen opties
Jamille: Daarvoor hebben we ondernemers en
infrastructuur nodig. Deze sector is zich nog aan het ontwikkelen in Suriname
en ik ben ook een beetje ongeduldig aan het wachten. We leveren als non-
profits zo veel als mogelijk onze bijdrage om potentiële ondernemers en de
overheid te prikkelen en te faciliteren in het proces.
Wat kunnen we doen om alvast de binnenstad schoon te houden? Dus om mensen
bewust te maken geen vuil meer op straat te gooien.
Anwar: Implementeren van artikel 39-a van de politie strafwet. Gekoppeld met
bewustwording campagne en facilitair. De huidige afvaltonnen zijn te klein en
worden niet vaak genoeg opgehaald.
Jamille: Zo veel als mogelijk onszelf educaten over het probleem: Wat is het
probleem? Waarom is het een probleem? Wie is verantwoordelijk? Onze bevindingen
moeten we zo veel als mogelijk delen met anderen en vooral anderen ook
aanzetten om zelf na te denken en zelf op onderzoek uit te gaan. Maar het
overgaan tot acties en daden, van de burger, overheid, ondernemers, zijn
natuurlijk beslissend of we de binnenstad daadwerkelijk schoon krijgen en
houden.
Wat moeten de binnenlandbewoners doen met hun vuil (plastic flessen)?
Anwar: Platpersen en terug brengen. Die flessen zijn daar naartoe gereden of
gevaren, ze kunnen makkelijk weer terug. Ze moeten het ook zelf willen. Die
"lanti lanti" mentaliteit is wat het binnenland achter houdt.
1.Er is NGO netwerkoverleg, wellicht zou dat helpen om NGO’s meer te
bundelen, meer samenwerking onderling.
2.We zien nu steeds meer groene netwerken/initiatieven zoals Groene School
etc dus het lijkt wel beter te worden met samenwerken.
3.NGO’s zonder gebundeld meer pressie op de overheid moeten leggen als het
gaat om de verantwoordelijkheid van de overheid – bv milieu wetgeving etc.
Anwar: De netwerk overleg verloopt nu nog te moeilijk. Maar gaat de goede kant
op. De vele natuur en milieu
organisaties zeggen 2 dingen. Het volk wilt milieu beleid en verbetering zien
en de overheid levert het niet. Kleine en grote projecten zijn vaak niet
duurzaam. omdat ze niet zijn gekoppeld aan vaste structuren. Zelfs de groene
school project gaat verloren gaan omdat deze niet kan aansluiten op een
landelijke afvalscheiding en recycling infrastructuur. Van al de bewustwording en voorlichting
projecten is alleen het Samarja scholen project 2010-2013 duurzaam omdat deze
het bestaande natuuronderwijs heeft uitgebreid met zwerfafval en milieu
les.(verplicht). Dat is veel te weinige, we kunnen meer als we bundelen.
Organisaties zijn soms bang hun identiteit te verliezen als ze bundelen.
Sommige zien het gewoon als een inkomen dat ze niet willen delen. Niet iedereen
zal meedoen aan SENA, maar zolang er een n&M netwerk is kunnen we als
sector en groep verder.
Hoe zie je de samenwerking van milieu gerichte NGO’s, stichtingen en CBO’s
gerealiseerd in de Surinaamse setting?
Anwar: Dit kan echt ingewikkeld zijn. Communicatie/activiteiten tussen deze
organisaties zijn niet transparant. Stg,
NGO's en CBO moet zorgen dat hun projecten/activiteiten niet worden gekoppeld
aan politiek of een bepaalde onderneming/investeerder/belanghebbende. Wat nu
een voordeel is, wordt later een nadeel en dan komt de Stg, NGO of CBO in
verval. Die band met de overheid gaat makkelijk verloren.
Er moet jaarlijks een policy summit worden gehouden voor deze groepen zodat
ze kunnen meebepalen wat de regering moet ontplooien. Het hebben van een
formele netwerk zou het beste zijn. Er kunnen prioriteiten worden gekozen en
dan elk jaar thematisch middelen worden besteed om deze aan te pakken. Via het
netwerk kan er disseminatie plaatsvinden tot lokaal niveau. In het huidige,
gebroken systeem, waar alles ad-hoc plaats vind zie je ook dat soms veel geld
gaat in een locale project dat in feitelijk doelloos is. Er is geen
transparantie en geen overkoepelend beleid dat die samenwerking tussen de
overheid en ngo's versoepelt en betrouwbaar maakt. Een formele Natuur en milieu
netwerk dat z'n leden beweegt om te presteren. Dit is realiseerbaar. Ook voor
de overheid.
Export water met technologische ontwikkelingen op het gebied van
desalinisatie? (waterplants op eilanden)
Monique: Eerst maar eens een goede
studie doen over de staat van onze waterbronnen en de invloed die het
onttrekken van miljoenen liters water op jaarbasis op het ecosysteem heeft.
Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met toekomstige veranderingen in
regenvalpatronen. Dan kunnen we verder praten.
Verschillende mensen/instanties doen aan onderzoek over kwikvervuiling.
Wordt er een database bijgehouden van al deze onderzoeken?
Jamille: Ik weet dat NZCS (Nationale Zoologische
Collectie) kwikmetingen doet in de bodems, water en vissen. Het ministerie van
Volksgezondheid heeft een database van kwikwaardes in onze atmosfeer boven de
binnenstad. Het NIMOS en/of BOG zijn de instanties die dit zouden moeten bijhouden
en het Ministerie van Volksgezondheid en ATM zullen daar ook een actieve rol in
moeten hebben. Een commissie met vertegenwoordigers uit deze instanties en OGS
zou ideaal kunnen zijn om het delen van data en bevindingen effectief te delen
en bij te houden.
Wat zijn de symptonen van chronische kwik?
Jamille: Ik ben geen expert, maar de meeste bronnen
zeggen het volgende: Mogelijke symptomen bij volwassenen na langdurige
blootstelling aan hoge waardes: Schade aan het zenuwstelsel, waardoor de
motoriek (beweging, reacties), sensoriek (gevoel, zicht) en cognitie (geheugen,
spraak en leerprocessen) achteruit gaan. Kinderen kunnen hierdoor geestelijk en
lichamelijk gehandicapt raken.
Monique: Hiervoor wil ik verwijzen naar de website
van iemand die zelf kwikvergiftiging heeft gehad. Let wel, het is geen medische
website en Peters zelf zegt ook dat je altijd een medicus moet raadplegen: http://www.patrikpeters.amalgaam.be/symptomen_kwikvergiftiging.htm#3.
Chronische kwikvergiftiging
Waarom is Suriname 1 van de weinige landen in Zuid-Amerika waar nog met
kwik goud wordt gewonnen?
Jamille: De overheid heeft onvoldoende grip op de
kleinschalige mijnbouw of onvoldoende wil om dit te veranderen. Politieke
keuzes/ strategieën en corruptie kunnen ook een rol spelen.
Monique: Als ik die vraag kon beantwoorden dan zou ik het probleem kunnen
oplossen. Ik denk deels doordat het snel geld maken mensen blind maakt voor de
langetermijngevolgen van kwikgebruik. En dat blind zijn, heeft deels te maken
met een zeer laag educatie/ontwikkelingsniveau.
Grote ontwikkeling gaat gepaard met vernietiging van het milieu. Is het
mogelijk om profit (in geld uitgedrukt) te maken zonder het milieu te schaden?
(Want alle minimale schade toegebracht aan het milieu wordt uiteindelijk ook veel)
Jamille: Klopt, er vind accumulatie van schade en
vervuiling plaats als het milieu niet de kans krijgt om zich te herstellen.
Profit zou zeer zeker gemaakt kunnen worden als we goederen en diensten die te
verkrijgen zijn uit het milieu op een andere manier gaan exploiteren en
waarderen. Ik geloof dat het economisch systeem en de markt toe zijn aan een
transformatie. Want dit beïnvloed zowel het fiscaal beleid als de keuzes van
producenten en consumenten.
Monique: Er zijn een aantal landen in de wereld die weinig eigen hulpbronnen
hebben, maar toch een hoge ontwikkeling. Het is een dilemma, waar nu door de UN
aandacht aan wordt besteed in haar Human Development Report.
Bronnen: http://hdr.undp.org/en/content/table-1-human-development-index-and-its-components en http://www.footprintnetwork.org/en/index.php/GFN/blog/human_development_and_the_ecological_footprint#sthash.17IzyHQV.dpuf