woensdag 20 december 2017

Sport-, cultuur- en buurtorganisaties als veilige haven voor jongeren

Deel 3 uit een serie van 4 (themadag: Samen Sterk, afsluiting ABCS-programma)

De tweede reeks aan onderzoekresultaten zijn tijdens de themadag gepresenteerd onder de titel ‘Veilige Haven? De bijdrage van buurt-, sport- en cultuurorganisaties aan persoonlijke veiligheid en ontwikkeling’. Bij dit onderzoeksonderdeel is gekeken naar de rollen van buurt-, sport- en cultuurorganisaties op het gebied van persoonlijke veiligheid en ontwikkeling van deelnemers, de kenmerken van een ideale begeleider, hoe organisaties omgaan met relaties en seksualiteit en de genderverhoudingen binnen organisaties. 

Het onderzoek heeft uitgewezen dat organisaties naast de technische en recreatieve activiteiten, ook een meer praktische rol vervullen, variërend van het bieden van financiële ondersteuning tot het in orde maken van officiële documenten. Ook hebben organisaties regels ten aanzien van de schoolprestaties, omdat zij van mening zijn dat de sportieve en culturele activiteiten van hun pupillen geen negatieve gevolgen mogen hebben op hun schoolresultaten. Vandaar dat bij sommige organisaties jongeren worden geschorst als hun schoolprestaties slecht zijn. 

De ideale begeleider
Voor wat de ideale begeleider betreft, heeft het onderzoek uitgewezen dat deze naast technisch bekwaam te zijn, ook liefde, geduld en empathie moet tonen. Doorverwijzen en advies vragen zijn ook enkele eigenschappen van een ideale begeleider die genoemd zijn binnen het onderzoek. Begeleiders moeten op de hoogte zijn van welke instanties en personen zich buigen over de jeugd, seksualiteit, relaties en persoonlijke ontwikkeling.
Naast het coachen van pupillen is er voor begeleiders dus ook een rol weggelegd in het geven van advies en sturing aangaande het opbouwen van gezonde relaties. Er is daarom aan de begeleiders gevraagd welke onderwerpen er besproken worden naast de reguliere training. Enkele van de meest besproken issues op het gebied van seksualiteit en relaties die uit het onderzoek zijn gerold zijn omgaan met nieuwe gevoelens en aandacht, anticonceptie en seksuele geaardheid. Incest en seksueel geweld vallen daarentegen onder de onderwerpen die niet vaak worden besproken. 

Aan de aanwezigen op de themadag is ook voorgehouden dat het onderzoek heeft uitgewezen dat binnen een groot deel van de organisaties er geen concrete regels zijn of beleid is om jongeren te helpen gezonde relaties en banden te vormen die belangrijk zijn voor hun verdere ontwikkeling. Kledingvoorschriften, zoals geen rok boven de knie en een verbod op het aangaan van onderlinge liefdesrelaties zijn enkele van de regels die bij een klein aantal organisaties voorkomt. 

Begeleiders voelen zich ongemakkelijk bij het praten over seks, blijkt uit het onderzoek. Daarbij ontbreekt het een groot aantal begeleiders aan skills om hierover te kunnen praten met hun pupillen. Begeleiders die wel hierover praten, geven merendeel adviezen over hoe te praten met derden te praten (ouders, partners) of, in het geval van ongewenst seksueel gedrag, adviseren naar de politie te stappen.

Een andere opvallende constatering is dat praten over relaties en seksualiteit voornamelijk met meisjes wordt gedaan, waarbij veelal het meisje hoofdverantwoordelijk wordt gesteld voor eventuele gevolgen. Ook blijken organisaties en begeleiders nog onvoldoende equipped om met het vraagstuk van relaties en seksualiteit om te gaan vanuit een jeugdvriendelijke, gendergevoelige benadering. Dat weinig begeleiders getraind zijn in het praten over seks en seksualiteit, maar toch nog aangeven dit te zouden willen doen is ook een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek. 

Stereotype en Taboe
Het onderzoek heeft met betrekking tot de genderrelaties binnen de organisaties uitgewezen dat enerzijds het stereotype beeld van jongens en meisjes nog steeds overheerst: meisjes zijn lichamelijk zwakker, emotioneler, minder gemotiveerd, minder agressief. Jongens zijn sterker, agressiever, durven meer, laten hun problemen thuis, praten vrijer. In vergelijking met jongens wordt van meisjes ook gezegd dat ze serieuzer, geestelijk sterker en leergieriger zijn.

Er heerst nog altijd een duidelijk afgebakend beeld over welke sport- en cultuuractiviteiten ‘horen’ bij jongens en welke ‘horen’ bij meisjes. Voetbal is nog altijd een sport voor jongens en slagbal voor meisjes. Ook zijn er in organisaties verschillen in regels en beleid. En behandelen ouders hun sportende zoon of dochter verschillend. 

De aanwezigen luisterden stilletjes maar geïnteresseerd naar alle resultaten. Over het algemeen toonde het publiek zich bezorgd over hetgeen ze gehoord hadden. Het gesprek dat na de inleiding ontstond concentreerde zich rond het gebrek aan praten over seks en seksualiteit tussen volwassenen en jongeren. Gezien de maatschappelijke realiteit van onder andere het hoge aantal tienerzwangerschappen, werd er benadrukt dat ondanks het een taboe-onderwerp betreft, de noodzaak het bespreekbaar te maken hoog is. Helaas bleek ook uit de presentatie van de onderzoeksresultaten dat gender-trainingen die binnen het ABCS-programma georganiseerd werden weinig populair waren en slecht bezocht werden. 

Een hoopvolle uitkomst van het gesprek was dat een van de aanwezigen die verbonden is aan een sportorganisatie heeft aangegeven het komend jaar tenminste een keer te zullen praten over seks en seksualiteit met de pupillen. 

Het vierde en laatste deel van onze blogserie “Samen sterk een spotlight” zal zich richten op beleidsplannen, budgetten en andere vormen van financiering van sport en culturele activiteiten.

Voor meer informatie over eerder verschenen berichten in de serie klik hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten