Een eye opener vonden aanwezigen het Openbaar College ‘Dialoog – een waarheid’, welke Projekta organiseerde ter gelegenheid van het 10e jubileum van de Democratiemaand.
Gewoonlijk worden
gedurende de hele maand november activiteiten gehouden, maar vanwege het
jubileum zal Projekta, samen met haar partners in BINI (het Burgerinitiatief
voor Participatie en Goed Bestuur) het komend jaar elke maand een thema
belichten. Allemaal zaken die hete hangijzers zijn, zoals het onderwijs en
milieu, of die hete hangijzers zouden moeten zijn, zoals moedersterfte, gaf
Projekta aan.
De belangstelling
voor het college was groot. De deelnemers waren van uiteenlopende aard:
onderwijzers, personen werkzaam bij maatschappelijke organisaties en de private
sector, studenten, de voorzitter van het Nationaal Jeugdparlement. Maar Humphrey
Jeroe van het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld, en
Bisschop Karel Choennie gaven acte de presence.
Met de vraag “Wie
denkt bij het lezen van de krant ‘waarom praten ze in hemelsnaam niet met
elkaar’?” opende Sharda Ganga, directeur van Projekta, het college. “En als ze
praten, waarom praten ze niet op een goede manier?”
Wat die goede
manier van praten is en wanneer je het wel of geen dialoog kunt noemen, bleef een
van de rode draden van de avond. Het woord wordt te pas en te onpas gebruikt –
vaak ten onrechte, stelde Ganga. Wat men dialoog noemt is vaak een poging tot
‘bekering’ of is bedoeld om de ander buiten spel te plaatsen. ‘Bekering’ verwijst
in dit geval naar gesprekken die enkel worden aangegaan om de ander te
overtuigen van zijn ongelijk, en er dus geen sprake is van echte dialoog. Het
buiten spel plaatsen van de ander gebeurt bijvoorbeeld door mensen uit te
nodigen voor ‘dialoog’ maar tegelijkertijd aan te geven dat de uitnodiger zelf
zal bepalen wat er met de uitkomsten zal gebeuren. Als je niet ingaat op de
uitnodiging ben je in feite ‘buiten spel’ geplaatst, want dan wordt al gauw
gezegd: ’maar toen we je uitnodigden kwam je niet’.
Het is ook geen
dialoog als de uitnodiger van tevoren al bepaald heeft wat de uitkomst van de
dialoog zal moeten zijn – een dialoog voor verzoening is bijvoorbeeld een
contradictie. Want of er verzoening komt, zal moeten blijken uit de dialoog.
Ook het in media of via andere podia bespreken van of spreken tot partijen
waarmee men in ‘dialoog’ zegt te zijn, is een duidelijk teken dat er geen
sprake kan zijn geweest van een echte dialoog.
Dialoog is immers
in zijn basisvorm niets anders dan het voeren van een gesprek of gesprekken om samen
op zoek te gaan naar de oorzaken van problemen en conflicten, en het vinden van
gemeenschappelijke doelen en/of het bouwen aan een gemeenschappelijke visie
voor de toekomst. Het is echter nimmer een alternatief voor juridische,
wetgevende of administratieve processen.
Er zijn
tientallen soorten van dialoogmodellen mogelijk, en het vergt tijd en
deskundigheid om zorgvuldig na te gaan welk proces van toepassing is in een
bepaalde situatie. De zorgvuldigheid waarmee met het proces moet worden omgegaan,
zeker als er sprake is van een conflictsituatie, of een dreigende
conflictsituatie, werd keer op keer benadrukt. Er zijn diverse valkuilen waarop
een poging tot dialoog kan stranden, zelfs al bij het goed kunnen formuleren
van het probleem dat men wilt onderzoeken middels dialoog kunnen er spanningen
en misverstanden ontstaan, gaf de inleider aan. Dialoog is niet iets wat je
even doet; elke stap telt, anders loop je het gevaar dat je meer kapot maakt
dan dat je iets beter maakt.
Er is ook
aandacht besteed aan de rol van de ‘convener’ – degene die anderen uitnodigt
voor het gesprek. Voorop staat dat alleen een geloofwaardige convener enig
succes zal kunnen hebben. Die geloofwaardigheid hangt samen met de mate van
respect die de persoon heeft in de samenleving, maar vooral bij de andere
partijen die aan tafel zouden moeten komen; en of er sprake is van bijvoorbeeld
politieke aspiraties of van een overduidelijk persoonlijk belang. Als je merkt
dat je niet geloofwaardig bent in de ogen van degene die je aan tafel wilt
hebben, dan moet je jezelf de vraag stellen: wat is belangrijker, mijn ego of
het groter doel van vreedzaam samenleven? De quote van Paolo Freire, ‘dialoog
kan niet bestaan zonder nederigheid (of bescheidenheid)’ (dialogue cannot exist
without humility) viel op zijn plaats.
Aan het eind van
de avond gaven een aantal deelnemers aan graag nog dieper te willen ingaan op
de materie. In het kader van het Jubileumjaar van de Democratiemaand zullen
Projekta en haar BINI-partners daarom meerdere leermomenten organiseren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten