Toespraak bij Opening Pride Month 2017
Wie hier is oud
genoeg om zich Jackie nog te herinneren? De man in lange rok en zwierige
hoofddoeken. De manvrouw die wij uitlachten, wiens naam als belediging naar
jongens werd geslingerd. Ook ik heb dat gedaan en ik kijk er met schaamte op
terug. Ik voel me er nog steeds schuldig om. Maar vandaag ben ik blij met mijn
schaamte en mijn schuldgevoelens.
Dat zijn vreemde
dingen om blij van te worden, zou je denken. Maar dat we vandaag in Suriname een
Pride Month mogen verwelkomen is wel zo fraai, en een viering waard. Dat had ik
niet kunnen bevroeden al die decennia geleden.
Wat ik wil zeggen
hiermee: ook voor mij was het niet automatisch om respect te hebben voor mensen
die zo ongegeneerd en zo wezenlijk anders zijn dan wat ik had geleerd te zien
als normaal. Ook ik moest bewust worden
van wat dat betekent: respect hebben voor het anders zijn. Niet alleen respect
hebben, maar gewoon, het anders zijn als een gegeven beschouwen, net zoals
krullend haar of bijziendheid. Niet een ding dat iets uitmaakt in hoe je de
ander ziet of behandelt.
Ik ben blij met
mijn schaamte, omdat het betekent dat mijn gedrag toendertijd in tegenspraak is
met de persoon die ik ben, en de dingen waar ik in geloof. Dat was ik niet
echt.
Ik weet eigenlijk
zelf niet wanneer die omslag in mijn denken is gekomen. Zo stond ik nog met
rode oortjes te luisteren naar de roddels over mannen die met mannen aan het dansen
waren, hahaha, en zo zat één van die mannen zijn hart bij mij te luchten. Dat
hij daar in mijn woonkamer op dat zelf getimmerd bed dat dienst deed als sofa,
zijn ziel en zaligheid blootlegde, misschien was dat het moment dat ik gewoon
een mens zag dat mij vertrouwde met zijn diepste geheim. Wie weet, misschien
kwam het door het werken met Ruben del Prado in het prille begin van het
Nationaal Aids Programma en het besef dat zolang homoseksualiteit een kibri
kibri ding zou zijn, we nooit het monster zouden kunnen temmen.
Misschien kwam
het door de theaterwereld waarin ik met alle soorten mensen te maken kreeg.
Of, misschien
kwam het door mijn eigen gevecht voor mijn eigen vrijheid. De vrijheid om zelf
te bepalen wie ik wilde zijn, niet gedwongen door het keurslijf van culturele
en dus familiaire verwachtingen.
Niemand wordt
geboren als feminist. Het zijn de omstandigheden die je ertoe dwingen. Als je
plotseling beseft: hoezo mag ik niet omdat ik een meisje ben. Wat voor
achterlijkheid en oneerlijkheid is dit.
Als je je hele
leven nooit achtergesteld bent, als niemand je rechten vertrapt, als je altijd
hebt kunnen zijn wie je wil zijn, dan kun je misschien door het leven gaan
zonder je ooit druk te maken om mensenrechten. Ze zijn vanzelfsprekend. Leven
in blissfull ignorance- zalige onwetendheid, wat een genot moet dat zijn.
Maar zelfs als je
behoort tot die kleine groep mensen op aarde die die luxe heeft, dan nog
ontslaat het je niet van de morele verplichting om je ogen te openen. Want
blissful ignorance kan alleen bestaan bij de gratie van morele luiheid. Je bent
te lui om om je heen te kijken, en te zien dat anderen pinaren. Dat ze
behandeld worden als tweederangsburgers, of zelfs als onmensen. Omdat ze niet
dezelfde sexe hebben, omdat ze niet dezelfde huidskleur of geloof, of sexuele
orientatie of paspoort of rijkdom of fysieke capaciteiten hebben.
Voor meer informatie, ga naar Pareasuriname.com/lgbt-pride-month/ of www.facebook.com/PrideMonthSuriname |
De strijd voor
gelijke rechten van LGBT is een mensenrechtenstrijd. Net zoals de strijd voor
gelijke rechten van vrouwen, of de strijd voor gelijke burgerrechten van mensen
die niet blank zijn, en de strijd voor erkenning van de rechten van inheemsen
en zo voorts.
Elke strijd voor mensenrechten
is in principe hetzelfde. Het is een strijd die niet gewonnen kan worden door
straatacties alleen, of door recepties en parades. Maar het is een strijd die
zeker ook niet gewonnen zal worden door je onzichtbaar te maken. Het is de
allereerste stap naar gelijkheid: je plaats opeisen, je laten zien, en van je
laten horen. En tegelijkertijd werken aan veranderingen in beleid en wetgeving,
aan bewustwording. En nog een belangrijke factor: je werk en strijd verbinden
aan dat van anderen.
Enkele jaren
geleden begonnen we bij Projekta na te denken over hoe we het maatschappelijk
middenveld, oftewel Civil Society, in Suriname zover konden krijgen dat ze veel
meer zou zijn dan slechts een verzameling van losse organisaties die
ontwikkelingsprojecten uitvoert. Civil Society moest een stem worden voor
mensenrechten, voor meer transparantie in bestuur en participatie van burgers en
rekenschap van bestuurders- maar hoe doe je dat?
Eén van onze
grootste kopzorgen was, geloof het of niet: wat doe je met organisaties die
LGBT-rechten niet willen erkennen? Als je Civil Society wil vertegenwoordigen,
dan moet je alle Civil Society organisaties toelaten, ook degenen die
homoseksualiteit als tegennatuurlijk zien. We zaten vast: we wilden niemand
uitsluiten, want dat was in strijd met onze eigen woorden. Op een dag viel het
kwartje.
We hoeven niet
heel Civil Society te vertegenwoordigen. We worden een los netwerk van
organisaties en mensen die zich achter een idee scharen. Daarbinnen mag je van
mening met elkaar verschillen over beleid, over politiek, over de kleur van het
tafelkleed. Maar de fundamentele waarden moeten we delen. En de
allerfundamenteelste waarde is respect voor mensenrechten. Je kunt alleen bij
BINI zijn als mensenrechten het uitgangspunt is van je denken en handelen, je
moreel kompas. Kortom, we stelden een principe boven representativiteit.
En zo ontstond
het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur- BINI, met het LGBT
Platform als 1 van de mede oprichters. Ik denk dat het een wederzijdse
verrijking is. Dankzij BINI kwamen het Platform en de VSB bij elkaar en werden
er trainingen verzorgd voor het bedrijfsleven. Tijdens de Democratiemaand is er
steevast aandacht voor de mensenrechten van LGBTs en we brainstormen over
strategische keuzes en paden.
De strijd voor
LGBT-rechten is in een stroomversnelling de laatste vijf jaren. Ik ben er trots
op dat wij, eerst als Projekta en vervolgens als BINI, daar een deel van mogen zijn. Ik hoop dat
daarmee mijn persoonlijke, morele schuld aan Jackie enigszins is afgelost.
Happy Pride
Month!