maandag 19 december 2016

dWT: Platform creëert mogelijkheden voor Paraanse ondernemers

Onderstaand initiatief is voortgekomen uit de ondernemerschapsbeurs welke op zaterdag 29 oktober 2016 plaatsvond te Overtoom. Deze beurs was georganiseerd door Stichting Vonzell en Women in Business ter afsluiting van het project “Entrepreneurship training to support small scale business in Para". Dit project had als doel (startende) ondernemers te trainen en te coachen om zodoende duurzaam micro-ondernemerschap in Para te stimuleren. Lees hier meer over de deze beurs en de activiteiten van het project.

Stichting Vonzell en Women in Business zijn gedurende het jaar 2016 met hun project begeleid door Projekta door middel van trainingen, veldbezoeken en advies. Deze begeleiding is onderdeel van een capaciteitsversterkingsprogramma voor gemeenschapsorganisaties en NGO’s dat Projekta uitvoert in opdracht van de internationale ALCOA Foundation. 

Door: Cheflin Paulus

PARAMARIBO - We willen alle ondernemers in Para identificeren en hen naar grotere hoogtes stuwen, zodat zij meer bekendheid krijgen om hun producten af te zetten.” Het district heeft de potentie, maar het initiatief moest ergens vandaan komen.” Dit zegt Fairouz Fredison, ondervoorzitter van het Ondernemers Platform Para (OPP). Het platform wordt op 22 december geproclameerd en organiseert daaraan gekoppeld een braderie voor Paraanse ondernemers.

De organisatie creëert hierdoor de mogelijkheid voor lokale ondernemers om voor de komende kerstdagen hun producten te promoten. Het doel van het OPP is om startende ondernemers in het district te steunen, door middel van het promoten van hun producten en het verzorgen van trainingen voor kwaliteitsverbetering. Fredison zegt dat er genoeg ondernemers in het district zijn, die producten kunnen leveren waarvoor de Paranen nu speciaal naar Paramaribo reizen. 

Het platform werkt samen met een lokale ondernemer aan de verbouwing van de kleine markt op het terrein naast de Politiepost Rijsdijk. De renovatie moet begin 2017 afgerond zijn. De ondernemer neemt voor een groot deel de kosten voor de verbouwing op zich. De ondervoorzitter zegt dat de markt om onder andere organisatorische redenen werd gesloten. "Wij werken alvast aan een voorlopige voorziening, in afwachting op een grotere markt van de overheid."

De oude markt bestond uit kraampjes die vervangen worden door een uniforme markt waarin ondernemers naast elkaar hun producten aan de man kunnen brengen. Het platform is voortgekomen uit een groep initiatiefnemers die hebben deelgenomen aan de training ondernemerschap die was georganiseerd door Alcoa in samenwerking met Stichting Woman in Business Group en Stichting Vonzell.

vrijdag 9 december 2016

Suriname moet de rechten van LHBT-ers in de Verenigde Naties steunen

Door Boris Dittrich en Faisel Tjon-A-Loi

In Suriname zelf is de regering op de goede weg waar het gaat om de rechten van lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgender (LHBT) mensen tegen discriminatie en geweld te beschermen. Zo heeft de regering een anti-discriminatiewet geïntroduceerd, waarin ook seksuele oriëntatie als beschermingsgrond is opgenomen. De regering snapt dat het ook de rechten van homo- en lesbische paren die in Suriname leven, moet regelen. Minister van Justitie en Politie dr. Jennifer van Dijk-Silos heeft onlangs enkele hoorzittingen georganiseerd in samenwerking met het maatschappelijk middenveld om te discussiëren over de uitbreiding van de rechten van LHBT-ers. Tot zover het goede nieuws.

Buiten de landsgrenzen zingt Suriname een heel ander deuntje. Laten we eens twee recente stemmingen bij de Verenigde Naties in New York onder de loep nemen.
Op 21 november heeft een Committe van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bevestigd dat de onlangs benoemde onafhankelijke deskundige die zich wereldwijd bezig moet houden met geweld en discriminatie tegen LHBT-ers, zijn werk kan voortzetten. Dit voorstel was ingediend door Brazilië, Colombia, Mexico, Argentinië, Uruguay, Chili en Costa Rica, landen dicht bij Suriname op meer dan een manier.

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties had de positie van de onafhankelijke deskundige op het gebied van seksuele oriëntatie en gender identiteit in juni ingesteld om na te gaan hoe erkende internationale mensenrechten op dit onderwerp in de wereld worden toegepast, om goede voorbeelden en tekortkomingen te onderkennen, om bewustwording over geweld en discriminatie te creëren, en om de dialoog met regeringen en belanghebbenden in allerlei landen aan te gaan. De functie van de onafhankelijke deskundige houdt ook in advisering, technische bijstand, capaciteitsopbouw en samenwerking om geweld en discriminatie op grond van seksuele oriëntatie en gender identiteit tegen te gaan.

Boris Dittrich, De pleitbezorgend directeur van
 het LHBT programma van Human Rights Watch
De benoeming van deze internationale deskundige is in lijn met Suriname’s beleid om LHBT-ers te beschermen tegen geweld en discriminatie.
Kort voor de stemming hebben 850 maatschappelijke organisaties uit 156 landen, waaronder Suriname, de Verenigde Naties opgeroepen een principieel standpunt in te nemen: de rechten van LHBT-ers zijn mensenrechten en moeten dus ook beschermd worden. Maar wat deed Suriname op 21 november? Het stemde tegen het voorstel van de buurlanden! Was dit nou een foutje doordat de plaatsvervangend ambassadeur bij de stemming de verkeerde knop indrukte? Helaas niet. Een paar dagen ervoor, op 18 november, was er een andere stemming bij de Verenigde Naties. De Algemene Vergadering stemde over een motie die er bij alle landen op aandrong het recht op leven van iedereen te beschermen en moorden, geïnspireerd door haat, te onderzoeken. De motie sloot met zoveel woorden in moorden gepleegd vanwege de seksuele oriëntatie of gender identiteit van het slachtoffer.

Faisel Tjon-A-Loi,
 voorzitter van het LHBT platform Suriname
Niet moeilijk voor Suriname om over na te denken, zou je zeggen. Mis! Suriname stemde voor een voorstel om het onderdeel over seksuele oriëntatie en gender identiteit uit de motie te schrappen! Daarmee voegde Suriname zich in het rijtje van landen als Saudi Arabië, Jemen, Egypte en Soedan. Suriname is lid van de OIC, de organisatie voor islamitische samenwerking. Dat mag vanzelfsprekend geen reden zijn je eigen principes over gelijke rechten en non-discriminatie overboord te kieperen. Landen als Albanië en Turkije zijn bijvoorbeeld ook lid van de OIC, maar stemmen consequent tegen OIC-voorstellen. Zij steunen de landen die wel mensenrechten voor iedereen respecteren, en stemden dus op 18 en 21 november anders dan Suriname. Maar gelukkig is het nog niet te laat!

Deze maand nog krijgt Suriname een tweede kans. Hoogstwaarschijnlijk zal er een nieuw voorstel om het mandaat van de onafhankelijke deskundige op het gebied van seksuele oriëntatie en gender identiteit in de ijskast te zetten worden ingediend. En dan zal er voor de Kerst over worden gestemd.
Deze keer kan de regering van Suriname de rest van de wereld laten zien dat het de bescherming van mensenrechten van iedereen wel degelijk serieus neemt. 

De wereld kijkt toe!

donderdag 1 december 2016

Rekenkamer van Suriname voldoet nog niet aan internationale standaarden

Een goed functionerende Rekenkamer is een belangrijk mechanisme om de efficiëntie, effectiviteit, rekenschap en transparantie van de overheid te verbeteren, doordat zij toezicht houdt op alle overheidsfinanciën. Rekenkamer-voorzitter Charmain Felter verzorgde het mini-college ‘De Rol van de Rekenkamer in Goed Bestuur’ als onderdeel van Democratiemaand 2016, georganiseerd door Projekta met het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur.

De Lima Declaratie (1977), Mexico Declaratie (2007) en de UN Resolutie (2011) geven richtlijnen voor de onafhankelijkheid van een Rekenkamer. De Rekenkamer van Suriname (Kamer) heeft zich in 1954 gecommitteerd door toe te treden tot de International Organisation of Supreme Audit Institutions (INTOSAI), de internationale overkoepeling van alle Rekenkamers. Volgens de voorzitter, voldoet de Rekenkamer van Suriname nog niet aan alle voorwaarden  en standaarden waaraan de staat zich heeft gecommitteerd, hoewel het proces al is ingezet.

De wet “Rekenkamer Suriname” geeft aan dat zij een onafhankelijk instituut is, maar in de praktijk functioneert het instituut meer als een afdeling van het Directoraat Algemene Zaken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De Kamer trekt door tussenkomst van voornoemd Ministerie  haar eigen personeel aan maar beheert niet haar eigen fondsen. Ook doet de Kamer tot nu toe alleen ‘compliance’ audits, d.w.z. controles op rechtmatigheid (hebben handelingen volgens de regels en procedures plaatsgevonden) en doelmatigheid (past een handeling bij het doel ervan). Verder kan de Kamer  geen  sancties opleggen als Ministeries geen of onjuiste informatie verstrekken. Deze laatste is een van de  obstakels voor de Kamer om haar werk naar behoren te kunnen doen. 














Eerst staan, dan lopen

Hoewel de Kamer nog moeilijkere tijden dan nu heeft gekend, zoals de periode tussen 2008 en 2011 toen er geen Bestuur van de Rekenkamer was benoemd, heeft zij nog een lange weg te gaan. Er is een Vision 2020 ontwikkeld en in uitvoering, gericht op meer verantwoording, meer transparantie, en betere openbare diensten.

De afgelopen vijf jaren handelt de Kamer wel pro-actief naar de Ministeries toe, door vaker veldbezoeken af te leggen inzake controlevraagstukken. Verder zijn er bijna 40 ‘audit-programma’s’ (standaard stappen bij een controle) vastgelegd, waardoor het werk efficiënter  kan plaatsvinden. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren  pilots gedaan voor ‘performance’ controles en financiële controles. Deze controles zullen op middenlang termijn wel  deel uitmaken van het vast programma van de Kamer. In partnerschap met de Inter American Development Bank (IDB), de National Audit Office  van Guyana, de Caribbean Organisation of Supreme Audit Institutions (CAROSAI: de Caraïbische overkoepeling van Rekenkamers) en anderen, wordt gewerkt aan het opkrikken van de capaciteit van het personeel. Ook is een nieuwe website in voorbereiding, waarbij het publiek steeds de meest recente  rapporten van de Kamer zal kunnen downloaden. 

Als onderdeel van de Vision 2020, is een nieuw Rekenkamerwet in voorbereiding, die ervoor moet zorgen dat de Rekenkamer meer bevoegdheden krijgt. Deze Wet moet daarna nog het proces doorlopen van goedkeuring door de Raad van Ministers, de Staatsraad en de Nationale Assemblee.


Een ander groot obstakel blijft het tekort aan gekwalificeerde en deskundige krachten, zoals Register Accountants (die Jaarrekeningen e.d. controleren) en speciale forensische accountants, die zich richten op het opsporen van financiële en economische delicten. Herhaalde sollicitatie-oproepen hebben niet het gewenste resultaat gehad. 

Aan het einde van de sessie, deed de Voorzitter van de Kamer nog een bemoedigend woord, nadat deelnemers hun frustratie deelden over de lange weg die nog te gaan is. 

Juist in periodes van economische crisis, is het belangrijker dan ooit dat elke cent van onze nationale middelen effectief en efficiënt besteed wordt en dat burgers toegang hebben tot informatie over de manier waarop onze Overheid omgaat met deze middelen. Helaas zal de Kamer nog onvoldoende kunnen bijdragen aan die verhoogde effectiviteit, efficiëntie en transparantie.

Huiselijk geweld - waarom stopt hij niet?

“Waarom blijft ze nou”, is de vraag die vaker wordt gesteld als er een geval van huiselijk geweld wordt besproken. Maar niemand stelt de vraag, “waarom stopt hij niet?”. Hiermee openden Carla Bakboord en Henna Guicherit van het Women’s Rights Center, partner van het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur (BINI) het mini-college “Huiselijk geweld: oorzaken, gevolgen en wat de wet zegt”. Dit mini-college was onderdeel van de 9e Democratiemaand, georganiseerd door PROJEKTA en BINI.

 Oorzaken van Huiselijk geweld

Bakboord gaf aan dat er vanuit drie theorieën gekeken wordt naar de oorzaken van huiselijk geweld.  

De sociale leertheorie geeft aan dat geweld wordt overgedragen van generatie tot generatie. Kinderen uit gezinnen waarin geweld gebruikt wordt zullen zelf ook naar geweld grijpen als ze volwassen zijn, omdat ze dit als ‘normaal’ beschouwen. Mishandelaars imiteren dan gezaghebbende personen die als rolmodel fungeren. Zo belandt het gezin uiteindelijk in een vicieuze cirkel van geweld. In deze benadering wordt er naar patronen van geweld gezocht gedurende de opvoeding. Maar, niet elke kind dat mishandeld is geworden, wordt een dader. De verschillende omgevingen waarin je wordt opgevoed zoals de school, kerk, clubs, kunnen hier een belangrijke rol spelen. In die setting kan het voorkomen dat je andere voorbeelden krijgt, je leert op een andere manier omgaan met conflicten.

Volgens de pathologische benadering vloeit geweld enerzijds voort uit medisch-fysiologische stoornissen, anderzijds uit psychopathologische oorzaken. In het deel van het menselijk brein dat verantwoordelijk is voor het reguleren van de emoties, zouden zich geregeld stoornissen voordoen.  Maar, aan de hand van wie er in de buurt is zijn ze wel in staat keuzes te maken, als iemand met gezag in de buurt is, wordt het slachtoffer niet mishandeld. Zo ook als de persoon in staat is om voor zich zelf op te komen. De dader weet wel een selectie te maken en zoekt een slachtoffer over wie ze gezag hebben.

In de genderbenadering wordt ervan uitgegaan dat huiselijk geweld, met name partnergeweld, grotendeels voortkomt uit de traditionele rolpatronen van mannen en vrouwen. De gender theorie onderscheidt de biologische eigenschappen van mannen en vrouwen (geslacht) van de sociale rollen die zij vervullen en de hiërarchische verhoudingen tussen hen (gender). Je wordt als man of vrouw geboren. Hoe je je in de samenleving moet gedragen, wat er van je verwacht wordt omdat je man of vrouw bent, naar wie je moet luisteren, volgen of gehoorzamen wordt echter aangeleerd. Een bekende uitspraak van de daders volgens Carla Bakboord is ‘ Als ze naar me had geluisterd had ik het niet gedaan’

Om de werking van de onevenwichtige sociale en economische verhoudingen te illustreren hebben de aanwezigen een rollenspel gespeeld waarin zij de rol van o.a. het slachtoffer, werkgever, dader, hulpverlener en dominee vertolkte. Bij reflectie werd er opgemerkt dat niemand de dader aansprak, en dat het slachtoffer dat om concrete hulp ging zoeken, maar alleen advies kreeg. Het was voor het slachtoffer in het rollenspel ook moeilijk om hulp te aanvaarden omdat de kinderen weer terug naar huis wilden, de dominee in het rollenspel verwees naar de vooraanstaande positie die de dader had in gemeenschap; er was gevaar voor baanverlies. Ook bedreigde de dader het slachtoffer haar te vermoorden. 

Carla Bakboord merkte op dat er heel serieus omgegaan moet worden met die bedreiging “Als hij zegt dat hij je gaat vermoorden, gaat hij het ook (proberen te) doen”


Na reflectie kwam terecht de vraag hoe je dan wel verantwoordelijk hulp bieden in zulke situaties. Dit kan door een beschermingsbevel aan te vragen, nog voordat het geweld heeft plaats gevonden gaf Henna Guicherit aan. In 2009 is er een wet Huiselijk Geweld aangenomen, die het mogelijk maakt om een beschermingsbevel aan te vragen ter bescherming van jezelf of anderen die slachtoffer zijn of dreigen te worden, van huiselijk geweld. Binnen deze wet is niet alleen partnergeweld opgenomen, maar elke vorm van lichamelijk, seksueel, psychisch of financieel geweld dat wordt gepleegd door een persoon tegen een partner, kind, ouder, lid van het gezin of behoeftige, ongeacht waar het geweld plaatsvindt. Het bevel kan aangevraagd worden door de partner (slachtoffer) van de geweldpleger, een lid van het gezin, een kind door tussenkomst van personen, een ouder en een persoon die een kind heeft met de geweldpleger. Het overtreden van dit bevel wordt bij eerste overtreding gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaar, bij meerdere overtredingen loopt dit op. Het bijzondere aan deze wet is dat het bevel aangevraagd kan worden nog voordat het geweld heeft plaatsgevonden. De wet is bedoeld om preventief te werk gaan.