Op 24 mei 2017, heeft de internationale Board van de EITI de aanvraag van Suriname als kandidaat-land goedgekeurd. Suriname wordt daarmee de 53e land van de wereld die zich aansluit bij dit initiatief.
De Suriname EITI (SEITI) moet bijdragen aan meer transparantie over en goed bestuur van natuurlijke hulpbronnen zoals goud, aardolie en bauxiet. Namens Suriname woonde minister Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen de Board meeting bij. Hij gaf daar aan dat het de SEITI een instrument is voor het bouwen van nationaal consensus over het benutten van natuurlijke hulpbronnen voor ontwikkeling van de samenleving.
Het officieel bericht van de goedkeuring vindt u hier, en de Suriname EITI webpage met alle ondersteunende documenten over de aanvraag is hier.
Namens het maatschappelijk middenveld zijn zes personen lid van de Multistakeholdergroep, die de SEITI voorbereidt en bestuurt.
Posts tonen met het label EITI. Alle posts tonen
Posts tonen met het label EITI. Alle posts tonen
donderdag 25 mei 2017
donderdag 6 april 2017
Suriname vraagt in raptempo EITI-kandidaatschap aan
PROJEKTA zet zich vanaf 2010 in voor meer bewustwording
over de Extractive
Industries Transparency Initiative (EITI), een wereldwijd initiatief voor transparantie
in de zogeheten ‘extractive industries’, zoals mijnbouw, oliewinning en
aardgaswinning.
Hierover berichtten wij al in de State of our Democracy
nieuwsbrief van 2011 en 2015. Het EITI-proces in Suriname kreeg namelijk vaart
vanaf Democratiemaand 2015, toen PROJEKTA een lezing over
de EITI organiseerde, in samenwerking met Trinidadiaanse partners de University
of the West Indies (UWI) en de TTEITI. Tijdens die lezing toonde
Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen zich een uitgesproken en
ondubbelzinnige voorstander van de invoering van de EITI in Suriname, waarbij
hij de rol van PROJEKTA en het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed
Bestuur benadrukte als belangrijke partners in dit proces. “Ik zal alles in
mijn macht doen om EITI te realiseren in Suriname”, verklaarde hij ferm.
Na de verklaring bleven PROJEKTA,
het Burgerinitiatief, enkele bedrijven en het Ministerie in constant contact.
Namens PROJEKTA deed Adit Moensi in maart 2016 mee aan de Internationale EITI
Conference. Tevens zat PROJEKTA in de Stuurgroep ter voorbereiding van een
groots nationaal EITI symposium, dat plaatsvond op 29 april vorig jaar. Op het symposium bracht de Minister van NH nogmaals
een statement van committering aan het EITI-proces uit, ditmaal formeel namens
de Regering. Dit is namelijk de eerste vereiste voor het kunnen aanvragen van
de kandidaat-status van Suriname.
In de maanden erna bleven PROJEKTA
en het Burgerinitiatief zich inzetten om aan de overige vereisten te voldoen:
het samenstellen van een multistakeholder groep en het opstellen en goedkeuren
van een werkplan voor de EITI-implementatie in Suriname. Projekta is ook deel van de Suriname EITI Multistakeholder
Groep, samen met andere civil society vertegenwoordigers van de Staatsolie
Werknemers Organisatie, Green Heritage Fund Suriname, de Vereniging Inheemse
Dorpshoofden Suriname (VIDS), de Federatie van Saramaccaanse Gezagsdragers en
de Federatie van de 12 Lo’s der Okanisi.
Na de voorbereidende stappen
te hebben voltooid, kon Suriname in maart dit jaar officieel de aanvraag voor
‘candidate’ status indienen bij het Internationaal EITI Secretariaat. De
verwachting is dat deze nog in de eerste helft van 2017 zal worden goedgekeurd
door de EITI International Board, een lichaam van 21 personen van verschillende
EITI-lidlanden, ondersteunende landen, maatschappelijke organisaties, bedrijven,
en financiële instellingen. Met de (verwachte) goedkeuring zal Suriname met een
tijdsduur van ongeveer een jaar bovengemiddeld snel het proces hebben
doorlopen. Gemiddeld doen landen er 2.8 jaar over tussen het moment van formele committering,
en het verkrijgen van de kandidaat status.
Nu dat Suriname officieel de
aanvraag heeft ingediend, is er op de website van de EITI ook een page aangemaakt voor Suriname, waar alle documentatie over het proces in Suriname openbaar toegankelijk
is.
(NB: de kaart van Suriname is nog verkeerd afgebeeld op de page; hieraan
wordt gewerkt)
zondag 24 januari 2016
Een ferme stap naar EITI in Suriname
Dit artikel verscheen eerder in de ‘State of our Democracy 2015’. De gehele nieuwsbrief vindt u hier.
PROJEKTA zet zich vanaf 2010 in voor meer bewustwording over de Extractive Industries Transparency Initiative (EITI). Hierover berichtten wij al in de State of our Democracy nieuwsbrief van 2011. Dit is een wereldwijd initiatief voor transparantie in de zogeheten ‘extractive industries’, zoals mijnbouw, oliewinning en aardgaswinning, maar ook bijvoorbeeld de visserij en houtkap. In landen die zich aan de EITI-standaarden hebben gecommiteerd, publiceren bedrijven wat zij betalen aan de overheid en publiceert de overheid hun ontvangsten van deze bedrijven. Deze publicaties worden met elkaar vergeleken door een onafhankelijke accountant. Dit proces wordt overzien door een onafhankelijke commissie waarin overheid, private sector en maatschappelijk middenveld zitting hebben.
De EITI kan bijdragen aan corruptiepreventie, een gezonder investeringsklimaat en meer inspraak van burgers in besluiten die
hun leven beïnvloeden. Wereldwijd doen 49 landen mee aan de EITI, waaronder onze Caricom-genoot Trinidad & Tobago
(T&T). In vele opzichten, lijkt T&T op Suriname, waardoor wij van hun ervaringen kunnen leren. Tijdens de Democratiemaand
2015, organiseerde PROJEKTA daarom een lezing over de EITI, in samenwerking met Trinidadiaanse partners de University of
the West Indies (UWI) en de TTEITI.
Econoom en docent Roger Hosein van de UWI belichtte de manier waarop T&T is bezweken aan wat in de economie ‘Dutch Disease’ wordt genoemd. Opeenvolgende regeringen in T&T hebben de tijdelijk hoge inkomsten uit de aardolie-sector besteed aan ondoordachte subsidies en werkverschaffingsprojecten,en onvoldoende aan zogeheten kapitaal-investeringen. Dit leidde tot een scala aan problemen, voor en na de terugval van de wereldmarktprijzen, waaronder verminderde arbeidsproductiviteit, een onvoldoende gediversificeerde economie, een tekort aan arbeidskrachten in bepaalde sectoren, en een fors toegenomen staatsschuld.
Niet alleen het geval van Trinidad, maar ook cijfers uit andere landen tonen aan dat verhoogde inkomsten uit EI’s zelden
duurzame en positieve ontwikkeling voor een land brengen. De EITI is ontwikkeld in antwoord op deze trend. TTEITI-voorzitter
Victor Hart toonde met cijfers aan hoe de EITI in diverse landen de ‘lekkages’ in de inkomstenstromen heeft weten te dichten,
waardoor de harde klappen van de terugvallende prijzen opgevangen konden worden. Ook zorgde de invoering van EITI dat
het algeheel systeem van belastinginning efficiënter werd, in alle sectoren.
Dit proces is niet zonder slag of stoot gegaan. Behalve de capaciteitsproblemen bij de overheid en de bedrijven, was het ook een uitdaging om politieke committering te verkrijgen. Tijdens de lezing belichtte oud-Minister van Energie en van Financiën, Conrad Enill, op een openhartige wijze zijn initiële weerstand tegen de invoering van de EITI, en het proces om uiteindelijk de voordelen te kunnen inzien. Voor politici is de EITI namelijk heel handig als tool om te kunnen plannen in de sector, te kunnen leren over andere landen en om beschuldigingen van corruptie te kunnen weerspreken.
Na de lezingen, gaf Minister Regilio Dodson van Natuurlijke
Hulpbronnen zijn visie op het onderwerp. Ook hij onderstreepte het
belang van transparantie in het beheer van natuurlijke hulpbronnen,
met speciale aandacht voor de balans tussen duurzame ontwikkeling
en economische groei. De rol van data, zoals die van het Algemeen
Bureau voor de Statistiek, en potentieel van de EITI, zijn onmisbare
tools bij het maken van beleid. Hij heeft vele maatregelen al in petto,
waaronder het instellen van een onafhankelijk Mineralen Instituut.
Daar sluit EITI volgens hem goed aan. Hij toonde zich een
uitgesproken en ondubbelzinnige voorstaander van de invoering van
de EITI in Suriname, en benadrukte de rol van PROJEKTA en het
Burgerinitiatief als belangrijke partners daarbij. “Ik zal alles in mijn
macht doen om EITI te realiseren in Suriname”, verklaarde hij ferm. -
Wilt u meer lezen over de staat van onze democratie in 2015? Lees dan ook de andere artikelen van de ‘State of our Democracy’ nieuwsbrief.
Econoom en docent Roger Hosein van de UWI belichtte de manier waarop T&T is bezweken aan wat in de economie ‘Dutch Disease’ wordt genoemd. Opeenvolgende regeringen in T&T hebben de tijdelijk hoge inkomsten uit de aardolie-sector besteed aan ondoordachte subsidies en werkverschaffingsprojecten,en onvoldoende aan zogeheten kapitaal-investeringen. Dit leidde tot een scala aan problemen, voor en na de terugval van de wereldmarktprijzen, waaronder verminderde arbeidsproductiviteit, een onvoldoende gediversificeerde economie, een tekort aan arbeidskrachten in bepaalde sectoren, en een fors toegenomen staatsschuld.

Dit proces is niet zonder slag of stoot gegaan. Behalve de capaciteitsproblemen bij de overheid en de bedrijven, was het ook een uitdaging om politieke committering te verkrijgen. Tijdens de lezing belichtte oud-Minister van Energie en van Financiën, Conrad Enill, op een openhartige wijze zijn initiële weerstand tegen de invoering van de EITI, en het proces om uiteindelijk de voordelen te kunnen inzien. Voor politici is de EITI namelijk heel handig als tool om te kunnen plannen in de sector, te kunnen leren over andere landen en om beschuldigingen van corruptie te kunnen weerspreken.
Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen |
Wilt u meer lezen over de staat van onze democratie in 2015? Lees dan ook de andere artikelen van de ‘State of our Democracy’ nieuwsbrief.
dinsdag 1 december 2015
Onafhankelijk orgaan nodig voor transparantie m.b.t. de inkomsten uit onze natuurlijke hulpbronnen
Dit zei
minister Regillio Dodson van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen op donderdag
19 november tijdens de vierde activiteit van Projekta in het kader van de 8e
Democratiemaand. Hier een samenvatting van deze activiteit.
Het is
een gegeven dat er in landen die beschikken over natuurlijke hulpbronnen,
armoede is onder grote delen van hun bevolking. Dit is ook in Suriname het
geval. Deze armoede wordt in de meeste landen veroorzaakt door onder andere slechte
economische planning, slecht management van de inkomsten uit deze sector en
corruptie. Dit fenomeen wordt de resource
curse genoemd. Betere processen en transparantie werden door de sprekers
als mogelijke oplossingen aangedragen.
De eerste spreker
was Roger Hosein, econoom en senior docent en onderzoeker aan de University of
the West Indies op Trinidad. Hosein
gaf de aanwezigen inzicht in hoe de resource
curse zich in Trinidad en Tobago heeft gemanifesteerd. De inkomsten uit de
natuurlijke hulpbronnen (gas en aardolie) stegen, maar deze zijn niet op de
juiste wijze geïnvesteerd en er is ook niet gespaard.
Vanuit
zijn ervaring in Trinidad en Tobago waarschuwde hij voor het op grote schaal,
verhogen van subsidies. ‘Dit maakt mensen lui, met als gevolg een verlaging van
de productiviteit’. Volgens Hosein moet de verleiding om zaken zoals educatie
zonder restricties beschikbaar te stellen aan een ieder, weerstaan worden. In
Trinidad en Tobago waar dit het geval is geweest, is de plank totaal
misgeslagen, omdat bij evaluatie is gebleken dat deze subsidie niet de
behoeftige mensen tegemoet kwam, maar stedelingen en de rijken. Ook de neiging
om ongebreidelde toezeggingen voor loonsverhogingen tedoen, is een potentiële
valkuil. Deze lonen kunnen vaak op lang termijn niet gehandhaafd worden.
Loonsverhogingen zorgen ook voor een verhoogd consumptiepatroon. “Consumptiepatronen
zijn heel moeilijk om terug te draaien”, was de kritische noot van Hosein.
Verlaging
van de werkgelegenheid en productie in de agrarische en manufacturen sector en verhoging
van werkgelegenheid in de service sector (die geen inkomsten in vreemde valuta
opbrengt), is iets om voor te waken.
Na de uiteenzetting van de resource curse en de valkuilen die zich
kunnen voordoen was het tijd om na te gaan wat er gedaan zou kunnen worden om
de corruptie die gepaard gaat met inkomsten uit natuurlijke bronnen, tegen te
gaan. Victor Hart ging in op hoe de EITI hier een oplossing in brengt. Hart is is een bekende voorvechter van transparantie en goed
bestuur, en is al 5 jaar voorzitter van de Tripartite Stuurgroep die belast is
met de uitvoering van de EITI (Extractive
Industries Transpanercy Initiative) in Trinidad.
De EITI
is een wereldwijd initiatief dat in 49 landen in de wereld bestaat. Doordat overheden
in landen die lid zijn van de EITI een verplichting hebben om te publiceren
hoeveel belasting overdrachten zij hebben ontvangen van de multinationals die
opereren in hun land en de bedrijven ook de verplichting hebben te publiceren
hoeveel zijn aan belastingen hebben afgedragen aan de staat, ontstaat er
transparantie. Een onafhankelijke accountant vergelijkt de rapportages om na te
gaan of er verschillen zijn. Bij eventuele verschillen wordt onderzoek
ingesteld. In Trinidad en Tobago zijn naar aanleiding van de bevindingen van zo
een onderzoek zelfs personen berecht.
In dit
systeem overziet een onafhankelijke Multi- stakeholder commissie het geheel.
Zij publiceren, in begrijpelijke taal, de inkomsten uit de sector. Volgens Hart
is het mooie van dit systeem dat informatie die vroeger als confidentieel (alleen
voor de overheid bestemd) werd beschouwd nu toegankelijk is voor een ieder. ‘Men
[de overheid] is er bewust van geworden dat de natuurlijke hulpbronnen van de
burgers zijn, dus zij moeten inzage hebben’, aldus Hart. Deze bewustwording is
echter pas op gang gekomen toen het maatschappelijk middenveld dit tot een punt
van discussie maakte en het eiste. Dus, ook voor civil socety in Suriname is een taak weggelegd om bij de overheid
aandringen dat zij het lidmaatschap aan de EITI moeten aanvragen. Maar waarom
zou de overheid dit moeten doen?
Volgens
Hart trekt het voldoen aan best practices,
zoals de EITI-richtlijnen, internationale investeringen aan. Verder wordt
corruptie verminderd en krijgt het land meer inkomsten uit de sector omdat de
mazen in het systeem worden gedicht.
De derde spreker was Conrad Enill, deskundige op
het gebied van energie-aangelegenheden en internationale financiering, en
gewezen Minister van Financiën en Minister van Energie op Trinidad & Tobago.
Enill gaf in zijn bijdrage het perspectief van een politicus aan, en stelde dat –
anders dan dhr. Hosein en andere economen het graag zien – politici de
inkomsten uit de sector het liefst re-distribueren onder het volk. ‘Het volk
vraagt een heleboel tijdens de verkiezingen en de enige manier om aan de macht
te komen, is als je ze dat belooft. Als ze je hebben gekozen, verwachten ze dat
je dat waarmaakt. Dat doe je dan ondanks het misschien niet economisch
verantwoord is, want anders wordt je niet meer gekozen’. Het volk moet dus
realistischere eisen stellen.
Volgens
Enill kan de EITI de minister helpen om vragen over corruptie bij ontvangen belastingafdrachten,
te beantwoorden, onderbouwd door data. De informatie verkregen uit de EITI
rapporten geeft een land inzicht over waar ze staan. Weten waar je staat en
weten waar je naar toe wil als land en met de sector maakt onderhandelen met
multinationals makkelijker. Verder krijgt een land internationale goedkeuring als
het voldoet aan een bepaalde standaard.
Enill
plaatste de kritische noot voor beleidsmakers. ‘Terwijl je het geld verdient,
moet je een discipline opbrengen om je productiviteit te blijven vergroten en
je competetive edge te behouden. Je
moet sparen en investeren in infrastructuur (kapitale investeringen)’.
Minister
Dodson, die na de presentaties van de 3 sprekers ook een bijdrage deed, gaf aan
het eens te zijn met het gepresenteerde. Zeker vanuit zijn achtergrond als
econoom onderschreef hij het bestaan van de aangehaalde valkuilen. Hij gaf
verder aan het belangrijk te vinden in Suriname een EITI te hebben en zich er
sterk voor te zullen maken. Hij geeft aan het maatschappelijk middenveld,
waarvan Projekta een deel is, te zien als een partner in het proces van het
opzetten van de EITI.
Tijdens
de vragen- en discussieronde is naar aanleiding van een vraag ook duidelijkheid
gekomen in wat tot de extractive industries behoort. Behalve mineralen, behoren
de visserijsector, de bosbouw, maar ook water tot de natuurlijke hulpbronnen.
Het EITI proces kan dus op al deze sectoren van toepassing zijn.
Ook de
bezorgdheid over het gebrek aan richtlijnen voor de individuelen en kleine
bedrijven die opereren in de sector is ter sprake gekomen. De grote
multinationals zijn gebonden aan vastgestelde regels, dus dat is niet zo een
zorgpunt werd gesteld vanuit de zaal, maar de individuen en de kleine bedrijven
houden zich niet aan standaarden. En daar moeten wij ons eigenlijk zorgen over
maken. ‘Multinationals zijn toch corrupt ondanks hun strikte reguleringen. Je
kan er niet op vertrouwen dat de companies eerlijk zijn. Wij moeten erop
toezien dat ze zich houden aan de regels’ reageerde dhr. Enill. Minister Dodson
gaf aan dat er plannen zijn om de capaciteiten van de kleine bedrijven te
versterken, om hun ownership in dit
proces te ontwikkelen. Daarnaast zullen onder ander een environmental management entiteit en health, safety and security richtlijnen ontwikkeld moeten worden.
Met de
vraag over hoe in Trinidad en Tobago ervoor gewaakt wordt dat de
Multi-stakeholder commissie in het EITI proces onafhankelijk is en blijft, werd
het formele deel van de avond afgesloten.
Het
antwoord: “De commissie bestaat uit evenveel vertegenwoordigers van de
overheid, de private sector en zeer actieve maatschappelijke organisaties. De
maatschappelijke organisaties zijn de waakhonden van het proces”.
zaterdag 21 november 2015
dWT: Dodson voorstander transparantie mijnbouwinkomsten
Door: Ivan Cairo
Het is in het belang van de overheid en de burgerij dat er transparantie komt over de inkomsten van het land uit mijnbouwactiviteiten. Suriname zou zich daarom moeten aansluiten bij het Extractive Industries Transparency Initiative (EITI). Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen loopt hier warm voor.
Reagerend op de presentaties zei minister Dodson dat Suriname zowel politiek als economisch voordeel zal hebben als lid. Het lidmaatschap zal ervoor zorgen dat de bedrijven die hier opereren, zich houden aan de door de overheid vastgestelde regels. Ook zal het ervoor zorgen dat de staat krijgt wat haar toekomt. De bewindsman legde uit dat er nu initiatieven worden ondernomen om betrokkenen in de kleinschalige goudsector zover te krijgen dat ze als bedrijf opereren. "We willen geen stichtingen. Ze moeten NV's worden", zei Dodson.
Bron: De Ware Tijd, 21 november 2015
![]() |
Roger Hosein (UWI). Foto: Stefano Tull |
Dit onafhankelijke orgaan ziet erop toe dat bedrijven de juiste afdrachten plegen aan overheden. Ook wordt erop toegezien dat de overheden correct registreren en naar het publiek rapporteren wat er van de maatschappijen is ontvangen. Dat kwam donderdagavond in het Courtyard by Marriott naar voren tijdens een lezing van Stichting Projekta.
Na verschillende presentaties van een delegatie uit Trinidad en Tobago zei de bewindsman zich ervoor te zullen inzetten dat Suriname lid wordt van EITI. In zijn presentatie ging de econoom Roger Hosein in op de problemen waarmee Trinidad geconfronteerd werd toen de olie- en gasinkomsten binnenstroomden. Behalve dat er sprake was van grootschalige verspilling van middelen door de overheid, was er ook veel ruimte voor corruptie. Hosein merkte op dat door de hoge inkomsten uit de olie- en gasindustrie veel onevenwichtigheden zijn ontstaan in de Trinidadiaanse economie.
Ex-minister van Natuurlijke Hulpbronnen en Financiën van Trinidad Conrad Enil gaf aan dat hij aanvankelijk geen voorstander was van de toetreding van het land tot EITI. Hij vond het onacceptabel dat belastinginformatie van bedrijven openbaar werd. Uiteindelijk ging hij overstag nadat duidelijk bleek welke voordelen het land zou hebben.
Bron: De Ware Tijd, 21 november 2015
woensdag 28 oktober 2015
Democratiemaand 2015 is hier!
Het is weer zover! Dit jaar organiseert Projekta voor de 8ste keer de Democratiemaand, de maand waarin wij (en hopelijk ook velen van u) extra aandacht besteden aan diverse aspecten van democratie en goed bestuur.
Bij deze editie van de Democratiemaand richten wij ons op vraagstukken en activiteiten die belangrijk zijn voor het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur.
Hieronder wat hoofdpunten uit onze maandkalender. Download de volledige kalender hier (deze versie is gewijzigd op 4 november), maar blijf onze blog en facebook page volgen voor wijzigingen en updates.
Bij deze editie van de Democratiemaand richten wij ons op vraagstukken en activiteiten die belangrijk zijn voor het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur.
Hieronder wat hoofdpunten uit onze maandkalender. Download de volledige kalender hier (deze versie is gewijzigd op 4 november), maar blijf onze blog en facebook page volgen voor wijzigingen en updates.
Lezing
(met discussie) en interview
“De Nationale Assemblee”
|
||
Woensdag 4
november
|
Met: Jennifer Simons (voorzitter van de
Nationale Assemblee), en Valeenee Wasimin (wetenschappelijk adviseur bij DNA)
|
|
Presentatie
met Paneldiscussie
“SDG’s: ook voor Suriname?”
|
||
Dinsdag 10
november
|
Met: Lillian Menke-Tangali (Onderdirecteur
Economische Planning en Onderzoek van het Planbureau) en Anjali de Abreu –
Kisoensingh (Afd. Wetenschappelijk Onderzoek & Planning van het ABS)
|
|
Debat
“Jongeren en ICT’s in participatieve,
democratische processen”
|
||
Vrijdag 13
november
|
Met: Global Shapers Paramaribo
|
|
Lezing met
discussie
“Meer openheid over onze inkomsten:
Transparency in de Extractive Industries”
|
||
Donderdag 19 november
|
Met: Victor Hart (Trinidad & Tobago
Extractive Industries Transparency Initiative) en Roger Hosein (University of
the West Indies)
|
|
Presentatie
en discussie
“Naar effectieve participatie in
besluitvorming”
|
||
Maandag 23
november
|
Met: Projekta en het Burgerinitiatief. Ook:
launch van de 6e State of Democracy Nieuwsbrief
|
Abonneren op:
Posts (Atom)