In de derde Zoom paneldiscussie tijdens de Democratiemaand 2020 van Projekta, stond de rechtsstaat centraal. De virtuele paneldiscussie, gehouden op woensdag 2 december, concentreerde zich rond de ‘Rule of Law Index’ welke elk jaar wordt gepubliceerd door het World Justice Project. De Index meet de status van de rechtsstaat in de hele wereld aan de hand van een aantal factoren, zoals beperkingen aan de macht van de overheid, de afwezigheid van corruptie, de civiele en strafrechtspraak.
Ineke de Miranda, voormalig rechter, thans lid van de Raad van Advies van het Centrum voor Democratie en Rechtspleging (CDR) ging in haar presentatie in op de overall score van Suriname op die index. In vergelijking met het vorig jaar is Suriname een aantal plekken gedaald op de Index, van plek 69 (van de 126 landen) naar de 76ste plaats (van de 128 landen) – de onderste helft van de Index dus. Er is werk aan de winkel om onze rechtsstaat sterker te maken, stelde de Miranda.
Het is belangrijk om niet alleen te kijken naar de overall score op de hoofdfactoren, omdat die een vertekend beeld kunnen geven. Zo lijkt op het eerste gezicht Suriname nog redelijk te scoren als het gaat om ‘Open Government’, een begrip dat de principes omvat van transparantie, integriteit, het afleggen van rekenschap en participatie van belanghebbenden. Nu lijkt er in Suriname wel een redelijke mate van stakeholder participatie, maar het ontbreekt aan systematische en tijdige publicatie van informatie door de overheid, er is geen wet Openbaarheid van Bestuur en klachtenmechanismen zijn of niet-bestaand of functioneren slecht.
Zo is het voor elk van de hoofdlijnen van de index belangrijk om verder te kijken. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de factor ‘Orde en Veiligheid’ waarbij Suriname een perfecte 1 scoort voor afwezigheid van burgerlijk conflict (burgeroorlog), maar vervolgens een ontzettend laag cijfer (0.2) scoort als het gaat om ‘afwezigheid van gewelddadig verhaal halen’(violent redress). Dit duidt erop dat in Suriname personen veels te vaak geweld aanwenden om onderlinge geschillen op te lossen. ‘Ik vraag me af hoe dat zou komen’, stelde de Miranda.
Grondwetswijziging
Er zijn ook gebieden waar Suriname het over het algemeen goed doet, zoals het waarborgen van de fundamentele rechten zoals vrijheid van geloof en religie; van vereniging en vergadering; en de vrijheid van meningsuiting. De Miranda vroeg aandacht voor een aantal aanbevelingen die zijn gedaan tijdens de conferentie “Democratie, rechtsstaat en rechtspleging” georganiseerd door het CDR vorig jaar, die moeten bijdragen aan een sterkere rechtsstaat in Suriname, zoals investeringen in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand en het voortzetten van de overgang van het beheer van de rechterlijke organisatie van het Ministerie van Justitie en Politie naar de rechtsprekende macht. Een andere aanbeveling van de conferentie is dat het ‘s lands bestuur uiterlijk in 2021 een wetsvoorstel aan De Nationale Assemblée aanbiedt voor substantiële wijziging van delen van de Grondwet met betrekking tot o.a. het regeerstelsel, het kiesstelsel, de maximale benoemingstermijn voor de president, het recht van ontbinding van het parlement, specifieke rechten van inheemsen en tribale volkeren, financiering van politieke partijen en beschrijving van een memorie van toelichting bij de Grondwet.
De staat van Civiele- en Strafrechtspraak
Ook Eloa van der Hilst, advocaat in overwegend het civiele recht, stond stil bij hoe wij onze rechtstaat sterker kunnen maken. Zij focuste zich in haar presentatie vooral op de aspecten van het civiele en strafrecht. Bij het beoordelen van het civiele en strafsysteem worden factoren zoals toegankelijkheid beoordeeld, maar ook de factoren zoals corruptie in het systeem, discriminatie door het systeem, alternatieve geschillenbeslechting, de duur van het proces en ongepaste inmenging van de overheid.
Tekort aan rechters
Van der Hilst, die ook dit jaar één van de respondenten was voor het World Justice Project, geeft aan dat er binnen het civiel systeem een aantal structurele problemen zijn, hoewel er in de loop der jaren het één en ander is verbeterd. Zo is er sprake van een snellere ingang bij de rechter in geval van een kort geding; verzoeken voor beslag worden sneller toegekend, en vonnissen zijn sneller beschikbaar. Het Hof van Justitie publiceert ook de vonnissen via haar website. Echter is het door de COVID crisis veelal niet mogelijk lijfelijk aanwezig te zijn in de rechtszaal. Stagiaires kunnen niet naar de zitting, wat een achterstand betekent in hun opleiding.
Ook de ‘onredelijk lange duur van het proces’ wordt Suriname aangerekend op de Index. De afhandeling van rechtszaken duurt steeds langer, stelt van der Hilst. Er zijn meer rechters nodig om de veelheid van rechtszaken af te handelen. De wet geeft aan dat er maximaal 40 rechters mogen zijn in Suriname, maar door de groei van de samenleving en dus ook van het aantal rechtszaken is dit aantal niet meer valide. Alle sprekers waren het erover eens dat door de druk op het klein aantal rechters de kwaliteit van de rechtspraak achteruit kan gaan en processen te lang duren. De aanbeveling is dan ook te investeren in een initiële en een structurele rechtersopleiding en daardoor een constante aanwas van rechters te garanderen.
Ineke de Miranda gaf aan dat de burger bewuster wordt van zijn rechten, en dus vaker naar de rechter gaat. Zij hield het publiek voor dat de CDR met projectfinanciering van EU twee verkorte opleidingen tot rechter zal aanbieden, en ook een project om schrijfjuristen op te leiden die binnen 15 maanden vonnissen zullen leren schrijven. De schrijfjuristen zijn tevens een kweekvijver voor toekomstige rechters. Het probleem is hiermee nog niet volledig opgelost, want ook het aantal griffiers en zittingszalen zal moeten toenemen gaf de Miranda aan.
Gerechtigheid en corruptie
Advocaat Antoon Karg, ook één van de respondenten voor de Rule of Law Index, gaf aan dat Suriname voor wat gerechtigheid en corruptie betreft gepositioneerd staat in de buurt van landen zoals Kazachstan, Kosovo en Senegal gaf de spreker aan. Dit zijn landen met een recent verleden van interne oorlogen. Suriname staat ook op de onderste plaats als gekeken wordt naar de landen van de Caraïbische regio en Latijns Amerika. Dit is zorgelijk.
Karg gaf aan dat de corruptie bij de uitvoerende en wetgevende macht veel hoger is dan het gemiddelde dat gehanteerd wordt. Het is overigens ook opvallend dat volgens de Index de corruptie bij de wetgevende en de uitvoerende macht veel erger wordt geacht dan die bij de politie en leger en bij de rechterlijke macht. Karg noemde drie wetten die wat hem betreft nodig zijn om de rechtsstaat te versterken, naast de constitutionele wijzigingen en andere maatregelen die ter sprake kwamen, namelijk de Transitiewet die een ordelijk verloop van machtsoverdracht na een verkiezing regelt, de wet Dwangsom Bestuur, die de Overheid zal dwingen sneller te handelen als zij in het ongelijk is gesteld door de rechter, en de wet op het Enquêterecht voor zowel DNA als Districtsraden. Hij pleit hierbij dus ook voor het creëren van de mogelijkheid om getuigenverhoor op districtsniveau te doen. Voor de Miranda staat de Wet Openbaarheid van Bestuur hoog op de agenda. Voor Van der Hilst is absoluut prioriteit dat er een uitgewerkt insluitbeleid met duidelijke indicatoren van wat wordt verstaan onder een redelijk vermoeden van schuld en andere voorwaarden en een tuchtcollege/klachtenmechanisme voor het Openbaar Ministerie. Als aanvulling ziet Karg graag ook verschil in indicatoren voor wat redelijk/toepasselijk insluitbeleid bij een recidivist of first offender.
Ook het functioneren van advocaten is aan de orde geweest. Zo pleit Van der Hilst voor strengere stage-eisen voor de advocatenopleiding. Een puntensysteem, permanente educatie en transparantie met betrekking tot de verdiencapaciteit van advocaten zijn door Karg aangedragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten