woensdag 30 november 2011

afsluiting Democratiemaand 2011: Klimaatfinanciering, dialoog vereist

De
Afsluiting van Democratiemaand 2011

Wordt geopend met de openbare discussie:

Klimaatfinanciering: dialoog vereist

Door Annette Tjon Sie Fat, directeur van Conservation International Suriname

Datum:          vrijdag 2 december, 2011
Tijd:                19.00 u – 22.00u
Locatie:          Conferentiezaal Conservation International Suriname, Kromme Elleboogstraat 20

In deze vierde en laatste discussie in de cyclus “Dialoog & Democratie”, vertelt Annette Tjon Sie Fat over de dialoogprocessen voor klimaatfinanciering op het internationale en nationale niveau, met name het zgn. RPP en REDD+ proces. Suriname maakt kans om het behoud van haar bossen als inkomstenbron in te zetten, maar kan dat zomaar? Aan welke processen, afspraken en voorwaarden moeten wij ons dan houden, met wie moet er gepraat worden en hoe?

Annette Tjon Sie Fat, M.A., is thans Executive Director van Conservation International Suriname. Als programma manager van het UNIFEM programma Women and Sustainable Human Development in Suriname (1998 – 2002) heeft zij aan de wieg gestaan van de introductie van de sustainable livelihoods approach in Suriname. Ze studeerde Participation, Development and Social Change aan het Institute of Development Studies (IDS) van de University of Sussex in Groot-Brittanië.

Na de inleiding en discussie over dialoog rondom klimaatfinanciering, gaat Projekta zelf met het publiek in dialoog over deze Democratiemaand. Wij doen kort verslag van het verloop van de maand: onze successen, maar ook zaken die niet zijn verlopen zoals gepland. Wij hopen ook van u te horen wat wij anders kunnen en/of moeten doen volgend jaar.

Tenslotte vindt op deze afsluiting de presentatie plaats van de 3e editie van de “State of our Democracy” nieuwsbrief. In deze nieuwsbrief wordt jaarlijks de ‘temperatuur’ van de Surinaamse democratie gemeten, met behulp van data en inzichten van nationale en internationale sleutelpersonen en/of organisaties. De avond wordt afgesloten met een informeel samenzijn.

de toegang is VRIJ!

zaterdag 26 november 2011

3e openbare discussie: Is democratie wel mogelijk in Suriname?

Een dialoog over de staatsstructuur en democratie in Suriname


De democratie begon in de Griekse Agora, een marktplaats waar men met elkaar discussieerde over wat nu de meest geëigende staatsvorm kon zijn voor een volk dat zelf ook wel wat te vertellen wilde hebben. Uit die discussie werd het idee van Democratie geboren.  Dit idee ligt ten grondslag aan de wijze waarop we ons land hebben ingericht en besturen: onze Staatsstructuur.
Maar werkt die structuur wel; is het bevorderlijk voor de democratie? In een interactieve setting zal de inleider ingaan op de verschillende zorgpunten in onze huidige staatsstructuur die de democratie kunnen bedreigen: een dialoog over de staatsstructuur en democratie in Suriname. De centrale vraag hierbij is: “Dient onze huidige staatsstructuur onze democratie?”
Leo Klinkers is directeur van Klinkers & Hovens Public Policy Consultants en directeur van het Bestuurskundig Adviesbureau Fayalobi. Hij is al dertig jaar actief in het analyseren van staatsstructuren en het ontwerpen van bestuursmodellen, zoals de zogeheten ‘methode-Klinkers’. Hij heeft de huidige staatsstructuur van Suriname in kaart gebracht en zal het overzicht daarvan gebruiken als input voor de discussie.
                         Inleider:               Leo Klinkers, Bestuurskundig adviseur
Datum:                dinsdag 29 november, 2011
Tijd:                     19.00 u
Locatie:                Conferentiezaal Conservation International Suriname,
                            Kromme Elleboogstraat 20
De toegang is vrij;maar het aantal plaatsen is beperkt!
meer info: projekta@sr.net

Deze discussie is onderdeel van de lezingencyclus “Dialoog voor Democratie”, een activiteit binnen Democratiemaand 2011. De Democratiemaand, een initiatief van Projekta, wordt vanaf 2008 jaarlijks in de maand november gehouden. Tijdens deze periode wordt speciale aandacht gevraagd voor de staat van de democratie in Suriname. De vierde editie van de Democratiemaand staat voor Projekta in het teken van Dialoog. Dialoog wordt universeel gezien als het middel bij uitstek om de verschillen van inzicht en standpunten die ten grondslag liggen aan conflicten bespreekbaar te maken, en op te lossen. Democratie, als systeem voor ‘s lands bestuur, is in feite niets anders dan een raamwerk voor georganiseerde en continue dialoog.

woensdag 23 november 2011

Verslag 2e discussieavond: Grondenrechten, hoe verder?

Participatie is geduld, luisteren, vragen  en nog eens luisteren 

 Op dinsdag 22 november 2011 vond de 2e openbare discussie van Democratiemaand 2011 plaats.
De inleider was Salomon Emanuels, sociaal en cultureel antropoloog. Emanuels is al vanaf 1976 betrokken bij de rechtsstrijd van Inheemsen en marrons, vanuit het Bureau Forum NGO’s, Moiwana 86, Stichting Equalance, de Raad voor de Ontwikkeling van het Binnenland, en de Stichting Fonds Ontwikkeling Binnenland.
Zijn inleiding ging niet over de grondenrechten zelf, maar over het dialoogproces voorafgaand aan en op de grondenrechtenconferentie van oktober 2011. Deze werd op de tweede dag abrupt beëindigd.
Het publiek was zeer gevarieerd:  van leden van de voorbereidingscommissie van de conferentie, tot studenten, van vertegenwoordigers van Marron en Inheemsen organisaties, tot ontwikkelingswerkers en politici. 


Participatie vaak niet begrepen, dus verkeerde verwachtingen
Salomon startte met een uitleg over het ontstaan van participatiedenken: het idee van participatie kwam op in de jaren zeventig, als reactie op het moderniseringsdenken, het idee dat grote projecten en investeringen automatisch goed waren voor iedereen. Toen dit niet het geval bleek, kwam men in opstand. Participatieve benaderingen werden eerst gezien als een manier om problemen te voorkomen, maar intussen is het een onlosmakelijk deel van het ontwikkelingsdenken. Wetenschappers en ontwikkelingswerkers bedachten steeds meer theorieën en praktische strategieën voor participatie. Bekend is de indeling van 7 niveaus van participatie van Jules N. Pretty. Emanuels vindt dat er heel vaak geconsulteerd wordt in Suriname, en dat dat dan participatie wordt genoemd.  

 Consultatie is goed om informatie in te winnen, maar het moet duidelijk zijn dat bij consultaties er geen besluiten zullen worden genomen: men heeft daar geen inspraak in. Bij consultaties mag je meepraten, soms meedoen, maar niet meebeslissen. Belangrijk is dat partijen van tevoren de verwachtingen duidelijk stellen, zodat ze niet teleurgesteld raken.

Representativiteit
Een oorzaak van misverstanden en conflicten kan zijn het vraagstuk van representativiteit: wie praat namens wie? Al vanaf de voorbereiding van de conferentie hebben groepen zich opgeworpen als te zijn vertegenwoordigers van Marrons en Inheemsen en ze zijn ook als zodanig aangenomen. Maar binnen de groepen zelf zijn er nog steeds discussies over representativiteit, hoewel men dat naar buiten toe niet zal erkennen, zegt Emanuels: er moet kritisch worden gekeken naar hoe de vertegenwoordigers zijn gekozen en b.v. hoe vaak ze ruggespraak hebben met de rest van de gemeenschap. Bij de Marrons zou het b.v. onmogelijk zijn dat een standpunt namens hen werd genomen op de conferentie, omdat het traditioneel proces van participatie en ruggespraak niet was ondernomen.

Christien Naarden van de Pater Ahlbrinck Stichting gaf tijdens de discussie ook aan te hebben gemerkt dat wat er in de stad gebeurt, vaak niet doorsijpelt naar de dorpen, waardoor er moeilijk een gezamenlijk front kan worden gemaakt om voor een case te gaan.
Niet alleen de inleider, maar ook diverse mensen uit het publiek, maakten gewag van hun indruk dat zij in de verklaring van Cola Kreek en in het dialoogproces, onvoldoende de stem van de Marrons hebben gehoord, maar meer die van de Inheemsen, in het bijzonder die van de VIDS.

Analyse: de tirannie van participatie
Bij Emanuels’ analyse van de grondenrechtenconferentie, merkt hij het volgende op:
-          De Marrons en Inheemsen hebben mogelijk niet begrepen wat het doel van de conferentie was. De organisatie was niet voldoende duidelijk dat er daar geen besluit zou zijn over de oplossing op dat moment, maar over een traject. Zij hebben verwachtingen gewekt, die niet waargemaakt konden worden.
-          Mogelijk was dat wel duidelijk naar enkelen, maar had de andere partij andere doelen en verwachtingen. Emanuels vraagt zich bijvoorbeeld af waarom – als de gezamenlijke verklaring met de standpunten reeds in juli was afgegeven – de Marrons en Inheemsen toch hebben deelgenomen en toch afzonderlijke presentaties per groep op het programma hebben laten opnemen.

In elk geval bemerkte Emanuels aan beide kanten het verschijnsel ‘tirannie van participatie’. Dit is het misbruiken van een participatief proces voor eigen belang: het niet duidelijk bekend maken van het doel; of het eigen belang naar voren brengen als te zijn de verwachtingen van de hele groep. Openheid is daarom een van de basisvereisten voor participatie.
Hij concludeert dat er van beide kanten slecht is geluisterd naar elkaar en men dan zelf de bedoeling heeft ingevuld.
“Participatie is geduld, is luisteren, en nog eens luisteren, en vragen, en weer luisteren”, stelt hij.

Onderhandelen over onderhandelen
Een ieder was het erover eens dat het uitstippelen van het proces de hoogste prioriteit geniet. Ook zullen de capaciteiten voor dialoog en participatieprocessen van alle deelnemers versterkt moeten worden. Participatie is een capaciteit, zegt Sharda Ganga, directeur van Projekta, en het proces moet door procesdeskundigen worden geleid. Belangrijk is dat er rekening wordt gehouden met het feit dat dergelijke processen langdurig van aard zijn, en dat ze geld kosten. Maar bovenal dat het proces iets is dat je vantevoren met elkaar moet afspreken. Cruciaal is dat het proces open en transparant verloopt. Bij participatie en dialoog kan je niet met een voorop gezet doel van huis gaan. Het pad moet samen worden uitgezet. Steven Alfaisie noemde dit “onderhandelen over onderhandelen”.  Partners moeten ook van tevoren vaststellen over welke aspecten van grondenrechten (b.v. beheer van grond, organisatie van krediet, etc.) gesproken zal worden.


Overheidscommissie ziet conferentie als leerervaring
Van de voorbereidingscommissie waren Ellen Naarendorp en Jennifer van Dijk-Silos ook aanwezig. Zij vinden dat er bij de voorbereidingen intensief is geconsulteerd. Het Ministerie van Regionale Ontwikkeling was vanaf december 2010 tot mei 2011 met de Marron en Inheemsen organisaties bezig, waarna de commissie heeft overgenomen. Zij zijn van mening dat de groepen de ruimte kregen om het programma van de conferentie in te vullen. Zij stelden dat het van tevoren wel duidelijk is gemaakt dat de conferentie slechts een begin was van een langer traject van 20 maanden. Na de conferentie zouden er samen stappenplannen worden gemaakt. Jennifer van Dijk-Silos geeft aan dat zij het gebeurde ziet als een leerervaring. Zij is geen voorstander van nog een conferentie, maar ziet graat dat er direct van start wordt gegaan met een traject van dialoog, reconsultatie en participatie. De conferentie kost volgens haar teveel geld, en er zijn te grote cultuurverschillen etnische groepen. Er ontstond een cultuurbotsing, er werd een onverwachte westerse reactie gegeven.

Bouwen aan sociaal kapitaal & draagvlak
Tijdens de levendige discussie werd o.a. benadrukt dat het creëren van draagvlak moet starten waar het sociaal contact begint in inheemse en marrongemeenschappen. Er moeten geen onrealistische verwachtingen worden gesteld aan het traditioneel gezag, omdat deze in vele gemeenschappen inmiddels is uitgehold door emigratie en verlies van de traditionele religie. Er zijn andere machts- en communicatiestructuren die een grote rol blijven spelen, zoals de lo’s bij de Marrons.
Ook buiten de inheemse en marron volkeren, moet er gewerkt worden aan het bouwen van draagvlak. Emanuels stelt dat inheemsen en marrons te lang naar binnen gekeerd zijn geweest, en de rest van de samenleving zich lang niet solidair heeft opgesteld of niet was geïnteresseerd. Een belangrijke rol is hierin weggelegd voor awareness en advocacy vanuit inheemsen en marrons zelf, om de onbegrip van de rest van de bevolking weg te werken, werd vanuit de zaal geopperd.

Een snelle oplossing is een cosmetische oplossing
Het haasten van het proces, zal alleen maar leiden tot ontwrichting en het uit elkaar vallen van het proces in een later stadium werd aangegeven.
Belangrijke eerste stap is om samen te bepalen welke criteria zullen worden gehanteerd in de dialoog over grondenrechten en welke aspecten het belangrijkste zijn. Dit moet gebeuren in een werkelijk participatief proces.
Chris Healy gaf mee dat het proces van vaststellen van de criteria voor dialoog over grondenrechten in Brazilië 10 jaar heeft geduurd; en toen pas startte het werkelijke proces. Het bepalen van de agenda voor een grondenrechtentraject alleen zou volgens Emanuels al tenminste een jaar duren, als er bij de Marrons met de lo’s wordt gecommuniceerd. Over de inheemsen nog niet gesproken.

Ook al is er een gebrek aan advocacy van beide kanten; iedereen begrijpt dat het in het algemeen belang is dat grondenrechten goed geregeld worden. Om samen naar een oplossing te werken, moet er eerst veel wantrouwen van beide kanten worden weggewerkt, en moeten beide partners er voor waken om te belerend bezig te zijn: elkaar steeds met de vinger te wijzen hoe het niet moet.
Emanuels: “Inheemsen en Marrons zijn bewuster geworden en inmiddels staan ze midden in de Surinaamse samenleving en willen ze meepraten, meedenken en meebeslissen. We moeten dat in Suriname beschouwen als een grote toevoeging in onze stap voorwaarts en ruimte geven aan die vreedzame co-existentie in deze Surinaamse samenleving te behouden en te koesteren.”

(alle foto's: Ranu Abhelakh)
 
Pretty's Participation ladder


Salomon's pleidooi: grondenrechten, hoe verder?

Gisteravond werd de 2e openbare discussie van de Democratiemaand 2011 gehouden. De inleider was Salomon Emanuels, die inging op het verloop van de grondenrechtenconferentie. Samen met de aanwezigen probeerde hij aan te geven: hoe verder met het proces van grondenrechten?

Later volgt een uitgebreid verslag van de avond. Salomon hield ter afsluiting van de avond een pleidooi voor "niet elkaar steeds te willen vertellen hoe het moet". Dit is een transcriptie van zijn (spontane) afsluiting:

Bij dit soort processen, moeten we er ernstig rekening mee houden dat generaties lang Marrons en Inheemsen een behoorlijk wantrouwen hebben opgebouwd ten opzichte van met name de Overheid in het kustgebied. Dat neem je niet weg met 1 regering, en ook niet in 1 regeerperiode. We moeten heel goed beseffen dat we ruimte moeten geven om langzamerhand eruit te komen. Dat wil zeggen dat je soms als Overheid even een aantal stappen terug moet doen. Als je deskundigen hebt, laat ze aan het werk, maar probeer niet prominent zelf aanwezig te zijn, omdat dat ook met het oog op de “tirannie van participatie” dan heel vaak door de belanghebbenden geassocieerd wordt met een poging om alle macht toch te behouden.  Terwijl: participatie is in essentie een stukje macht delen.
Een ander aspect is: we moeten ervoor oppassen om naar elkaar toe belerend bezig te zijn. Dat we mensen steeds willen vertellend hoe het moet. Paolo Freire heeft daar over geschreven en zijn boek (Pedagogiek van de Onderdrukten) staat aan de basis van het participatiedenken. Freire laat de verhouding zien tussen meester en leerlingen, waar de meester alleen maar kennis moet overdragen en de leerling maar moet consumeren. We moeten daarvoor oppassen.
Ontwikkelingswerken en bewustwording bij Marrons en Inheemsen is ruwweg ergens in de jaren zeventig, rond en na de onafhankelijkheid van Suriname op gang gekomen toen men ongeconsulteerd de onafhankelijkheid bracht. Vanaf dat moment zijn ze werkelijk gaan protesteren: stilzwijgend en op allerlei ander manieren. Door de binnenlandse oorlog en de bemoeienis van externe mensen met projecten en onderzoeken, zijn ze nog bewuster geworden en inmiddels staan ze midden in de Surinaamse samenleving en willen ze meepraten, meedenken en meebeslissen. We moeten dat in Suriname beschouwen als een grote toevoeging in onze stap voorwaarts en ruimte geven om de vreedzame co-existentie in deze Surinaamse samenleving te behouden en te koesteren.


maandag 21 november 2011

denken over dialoog 3: not about winning

Grondenrechten. 2e openbare discussie Democratiemaand 2011

 
Grondenrechten: hoe verder?

 Op 21 en 22 oktober werd in het district Para een grootse conferentie gehouden, bedoeld om met alle betrokken partijen te komen tot een strategie voor spoedige oplossing van het grondenrechtenvraagstuk.. De conferentie was ruim negen maanden in voorbereiding  en bijkans 700 personen trokken vanuit heel Suriname naar Colakreek om deze bijeenkomst bij te wonen. Helaas werd de conferentie, en dus ook het dialoogproces over grondenrechten, op de tweede dag abrupt beëindigd. De exacte toedracht is voor velen nog onduidelijk. Hoe heeft dit kunnen gebeuren, en hoe moeten we verder?
Voor de tweede openbare discussie van de Democratiemaand, zal Salomon Emanuels een beschouwing geven van het gevolgde proces om te komen tot deze grondenrechtenconferentie. Met vertegenwoordigers van Inheemsen en van de tribale volken (Marrons), en (hopen wij) van de Overheid, wordt vervolgens nagegaan wat de voorwaarden zijn om dit cruciale nationale vraagstuk op een goede manier weer op de agenda te plaatsen, en het proces tot een goed einde te brengen.
Salomon Emanuels studeerde Sociale en Culturele Antropologie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen in Nederland. Hij heeft zich gespecialiseerd in Rechtsantropologie en Sociale Geografie van Ontwikkelingslanden met als bijzondere themagebieden  Community Development, Participatie, Inheemse en Tribale rechten. Hij was eerder verbonden aan het Bureau Forum NGO's als programma medewerker voor het binnenland; en aan Moiwana 86 als beleidsmedewerker voor de mensenrechten van Inheemsen en Marrons. Sinds 2005 is hij werkzaam bij Stichting Equalance. Daarnaast is hij part-time docent aan de Studierichting Sociologie van de Adek. Hij is lid van de Raad voor de Ontwikkeling van het Binnenland en bestuurslid van de Stichting Fonds Ontwikkeling Binnenland.


foto: Starnieuws

Deze discussie is onderdeel van de lezingencyclus “Dialoog voor Democratie”, een activiteit binnen Democratiemaand 2011. De Democratiemaand, een initiatief van Projekta, wordt vanaf 2008 jaarlijks in de maand november gehouden. Tijdens deze periode wordt speciale aandacht gevraagd voor de staat van de democratie in Suriname. De vierde editie van de Democratiemaand staat voor Projekta in het teken van Dialoog. Dialoog wordt universeel gezien als het middel bij uitstek om de verschillen van inzicht en standpunten die ten grondslag liggen aan conflicten bespreekbaar te maken, en op te lossen. Democratie, als systeem voor ‘s lands bestuur, is in feite niets anders dan een raamwerk voor georganiseerde en continue dialoog.

                         Inleider:               Drs. Salomon Emanuels, Cultureel Antropoloog
Datum:                dinsdag 22 november, 2011
Tijd:                       19.00 u
Lokatie:             Conferentiezaal Conservation International Suriname,
                            Kromme Elleboogstraat 20




zondag 20 november 2011

Nog 3 dagen: Verkiezingen in Guyana

hier is een site met alle basisinformatie over de verkiezingen in buurland Guyana op 28 november a.s.







parlementsgebouw Georgetown
De site Caribbean Elections probeert alle basisinformatie van verkiezingen in het Caraibisch Gebied bij te houden:
Caraibische Verkiezingen


Vote right or die

Op 28 november gaat St.Lucia naar de stembus.
Adrian Augier, dichter, theatermaker en econoom schreef een brief aan zijn landgenoten. Hij had het even goed over Suriname kunnen hebben.
 
VOTE RIGHT OR DIE
The Responsibility of Choice
 
So here I am, about 100 miles Southeast of St. Lucia in an entirely different world.  That world houses the Barbados Entrepreneurship Foundation.  I have been invited to speak on public policy and entrepreneurial development.  
 
This event is not bankrolled by government or any foreign funding agency, but by independent corporate entities and individuals committed to strategic advancement.  The prospect of people-driven change attracts an admirable cross-section of professionals prepared to devote real time and energy.
 
The program runs on schedule. Presentations are concise and focused.  No apologies, no excuses.  The event is managed by a local foundation dependent on voluntary contributions, one paid employee, and a small army of highly motivated volunteers.  They operate at a pace and standard which matches their global outlook. 
 
They have benchmarks and defined deliverables. They are demonstrating transparency and holding themselves accountable for achieving specific milestones.  There is no idle fluff here.  Just a cohort of people so firmly coalesced around their goal that international friends in business, science, technology and academia are inspired to join them in their audacious venture: making Barbados the number one business hub in the world.  No, not the region. The WORLD.
 
And I am envious - in the most positive sense of the word - because this is all win-win, and because it is an epiphany to enter an environment where serious people are looking beyond an arbitrary limitation, changing the status quo, and claiming their future triumph.   
 

Their deadline is 2020, the start of the next new decade.  It is a mere eight years away.  Yet they embrace the imperative of change knowing that better can and must indeed be done.  I am proud to be among them, to be heard and have my thoughts considered.  I congratulate them on being brave enough to identify what needs to change.  They do not need my affirmation.
 

Castries markt

Privately, I make comparisons with my island and teeter on the edge of despair.  I hope deeply that this exercise speaks volumes for the strength and determination of ALL Caribbean people.  I pray that this brave initiative succeeds.  I want it to infect this whole soca society of ours.  I want it to demonstrate that we too can overturn complacency and become that island which was the promise of the new world: the land of people and of light.
 
We can spend a lifetime discussing where that promise went.  And it would be a colourful discourse indeed, dripping angst and nostalgia.  But right now we don’t need sentimentality.  Reason dictates that we plough ahead to the fruitful planting of solutions.  We need men and women of commitment and vision who are prepared for the rigours of hard work, discipline and perseverance. 
 
Barbados is not so different.  They feel the same partisan tribalism that divides us.  They feel compromised by short-sighted political stupidity.  They know the price of silence and toleration when citizens fail to speak out.  They know that this corrupting tribalism has eroded the middle ground, the neutral platform for the productive exchange of ideas and the pooling of positive energies.
 
But to their credit, they are choosing to do something:  to create a non-partisan coalition of civil society which restores the middle ground, reunites classes and communities in the cause of a country determined to prosper.
 
It is potentially a model for the region.  I beg them to fight on, not just for themselves but for all of us.  If Barbados - the pillar of Westminster democracy – perceives the need to turn governance on its head, just imagine what radical house-cleaning we need to do right here at home.
 
de Pitons
Clearly, we need to re-set the agenda which our politicians have abandoned.  We need to engage them on issues that reposition our economy: investment, education, technology, green energy, efficiency, productivity and wealth creation.  That is why we the people at all levels of society, need to enter into partnership with each other and reclaim our democracy from those who have hijacked it. 
 
Since the very nature of politics is corrosive, the only viable check on the abuse of power is eternal vigilance.  Our governance systems – particularly parliament and the cabal that is cabinet - must be held tightly in check by all the moorings of a functioning democracy.
 
That includes the private sector who drive employment, investment, growth and technological advancement. It includes the labour sector - particularly public sector unions - who cradle the productive human resources of this country and must contribute convincingly to the making of a meritocracy.
 
It includes the media who are supposed to stand uncompromised and independent and shout loudly whenever societal freedoms are threatened. It includes professional organisations like the Bar Association who are among the most independently privileged members of our society and who should instinctively rise up to defend the rights of the poor and the disenfranchised.  It also includes the churches who should hold the moral high ground and be the conscience of a country claiming to be Christian.
 
So it seems that this morass we complain about is really of our making.  And we have been making it assiduously for a long time, gradually relinquishing our democratic rights and abandoning our principles to successive administrations.  It seems we really do get the governments we deserve. 
 
So as we walk to the polls on November 28, we need to remind each other that we are electing mere men and women.  They are mortal, fallible and corruptible.  They are not saints or gods and will not selflessly look to our collective welfare if we ourselves do not.
 
We must remember that our leaders expect US to be alert and vigilant and outspoken, if only to keep them on the right and narrow path.  If we fail in this, then we lose their already scant respect.  We will be treated like spineless imbeciles.
 
So we cannot play this voting thing like a five minute quickie after which we all roll over and go back to sleep.  We cannot merely vote, and then retreat into that silent night of cowardice and complacency.  That is not where we wish to dwell.  Our children, if they learn enough to understand what we have failed to do, will not forgive our apathy.
 
Fortunately, the world is not offering us much of a choice.  The urgent economic imperatives confronting St. Lucia, Barbados and the Caribbean are pretty much the same ones facing IcelandGreeceSpainItaly and America.  This is a loud insistent call to get our economic houses in order and stop the wastage of scarce irreplaceable resources.  It is a warning from an intolerant global system that we will pay dearly for our economic negligence. 
 
Most importantly it is an ultimatum that we need to run our country properly or live forever with ignorance, poverty, disease, injustice and inevitable violence.   Rest assured if we do not reform, our economic, political, social and intellectual assets will be mercilessly exploited by those who are already richer and greedier than ourselves.  We will be returned to slavery and subservience.
 

Derek Walcott Square

We must therefore, reform government no matter its colour.  This is about OUR survival.  The adversarial structure of our parliament is archaic.  No country can be managed by a house of seventeen divided against itself on virtually every issue.  Add to that, a public sector consuming more than it produces, a private sector shrinking to oblivion, frustrated creativity and a sinking middle class.  Without serious reform, what lies ahead is chaos.
 
In 1981/82, this country rose up and demanded better.  In what history might well call a bloodless coup, we overturned the parody which passed for government, appointed new caretakers by consensus, and systematically returned St. Lucia to democratic sanity.  That action set a standard for politicians to follow.  It was our proudest moment.  And the world took note.
 
It may well be that such a time is here again. So, let us not vote in haste and repent in darkness later.  Whether moved by star, torch, conscience or collective enlightenment, let us take our democracy back.  Starting November 29th 2011, let us speak clearly and responsibly to our newly elected government and demand to have our most important concerns addressed.    
 
Let us establish zero tolerance for attitudes and actions unworthy of our nation and stand prepared to go public, write, tweet, do whatever it takes to defeat the tribalism that divides us.  Let us put St. Lucia first, so that our children may yet inherit that land of light and people of which we so proudly sing.
 
Adrian Augier
is an award winning Poet and Producer. He is the Caribbean Laureate for Arts and Letters 2010
 He is a Development Economist and St. Lucia's Entrepreneur of the Year 2010. 

zaterdag 19 november 2011

Samenvatting discussie "Dialoog met gemeenschappen en goudzoekers, de case van IAMGOLD)

Dit is een vervolg op het vorig bericht over de eerste discussieavond van de 4e Democratiemaand. Een samenvatting van de levendige discussie.


Veiligheid en impact natuur
Berry Vrede wilde  graag weten wat er gebeurt nadat het bedrijf uit het gebied is vertrokken. Men maakte zich vooral zorgen om de staat van het gebied, en ook de veiligheid van de bevolking. Finisie vertelde dat Afdeling Milieu een closure planning (berekend voor over 12 – 15 jaar) heeft die de rehabilitatie van het gebied zal aanpakken. Het bedrijf houdt zich aan de wettelijke regels en een apart fonds voor de rehabilitatie van het gebied is wettelijk verplicht.De gemeenschappen worden daarom nu al in de milieu-assessments en in de planning betrokken. Ook zijn er verschillende technische maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen te  minimaliseren.

Hoe belangrijk is Community Relations voor het bedrijf ?
Siegmien Staphorst was vooral geinteresseerd in het percentage van de omzet dat terugvloeit naar de community relation afdeling. Hoewel er geen percentage is vastgesteld kon Finisie wel melden dat US $ 3.=  per ounce geproduceerd goud voor de financiering van sociale projecten wordt gereserveerd. Dit geld is bestemd voor zowel de betrokken gemeenschappen als organisaties in Paramaribo. Deze bijdrage is vastgesteld ongeacht de prijs van goud. Bovendien hebben de gemeenschappen geen inspraak in de vaststelling van de bijdrage voor sociale projecten, en ook niet in het bepalen van de beleidsgebieden waarin wordt geinvesteerd. De investeringsgebieden zijn bepaald in een eerder uitgevoerd Social Impact Assessment. Bij dit onderzoek zijn de gemeenschappen wel betrokken geweest. Bovendien worden de activiteiten van het bedrijf door de gemeenschappen geevalueerd.  Voor grote projecten kan er wel een uitzondering worden gemaakt, en meer geld worden geinvesteerd. Siegmien merkte op: “ik mis in het verhaal de werkelijke participatie: meedenken, meedoen, meebesluiten.”

Rol Overheid
Volgens Ellen Naarendorp van het Kabinet van de President (?) moet de overheid “meer in de lead zijn om met de mensen in dialoog te gaan over de milieu- en gezondheidsgevaren van de bedrijfsactiviteiten. Het wordt nu teveel overgelaten aan het bedrijf.”  Volgens Finisie treedt IAMGOLDin dialoog met de overheid bij onderwerpen waarbij de overheid een directe rol in heeft, zoals watervoorziening.  Ook zijn er controle mechanismen ingesteld die de monitoring van de activiteiten van IAMGOLDmogelijk maken. Mevr. Naarendorp meent echter dat een nationaal dialoog een veel breder impact  zou hebben.

Versterking gemeenschappen: ondernemers
Naar aanleiding van de vraag van Berry Vrede naar de afname van producten en diensten van de gemeenschappen (inkomsten generering) ontstond er een discussie over het proces van versterking van de  gemeenschappen. Hoewel er verschillende producten van de gemeenschappen worden afgenomen, voldoet de kwaliteit echter nog niet aan de standaarden van het bedrijf. De meeste ondernemers zijn nog niet sterk genoeg. IAMGOLDheeft daarom met verschillende partners  versterkingsprocessen opgezet. Bovendien wordt volgend jaar gestart met het verstrekken van micro financiering. George Lazo vindt het proces echter veel te traag. Volgens Finisie is dit onderdeel van het proces.  “Je kan niet verwachten dat ze alles binnen 1 jaar leren of kunnen.”.

Wetgeving
Ook de wettelijke bepalingen rond de mijnbouw, specifiek de goudwinning, kwamen aan de orde. Finisie meldde dat IAMGOLD zich streng houdt aan de wettelijke bepalingen. Volgens hem is de kritiek op de wetgeving vanuit de gemeenschap ongegrond. Hoewel de goudzoekerswet niet relevant is voor de huidige situatie, is de Mijnbouwwet van 1986 uitstekend werkbaar. De Mijnbouwwet is op het op bepaalde punten verouderd (bijv. op Milieugebied), maar er zijn wel voldoende handvaten om de ordening van de sector aan te pakken.Vooral artikel 36.3 over zonering zou moeten worden uitgevoerd. In combinatie met artikel 36.6 over de uitgifte van concessies aan klein mijnbouwers, zijn er voldoende handvaten om de sector te ordenen, vindt Chris Healy. 

Ook de kwestie rond de Grondenrechten kwam aan de orde. Wat zullen de gevolgen voor het bedrijf zijn als de rechten van de transmigranten worden toegekend? Dit hoeft geen probleem te vormen: “als de zaken wetten veranderen, dan gaan wij in gesprek met de mensen daar, de eigenaren dan, om te kijken welke percentage naar hun terug moet vloeien”. De overheid blijft een belangrijke partner. Aanpassen aan de de situatie en in onderhandeling gaan.

Verbetering Communicatie
Rudi Vrede van de communicatie commissie van Klaaskreek meent dat IAMGOLD beter met de Surinaamse gemeenschap moet communiceren. Het bedrijf roept onterechte kritiek op zich af door onvoldoende aan de Surinaamse gemeenschap te vertellen wat zij voor en in de dorpen doet. Zo is de kerk van Klaaskreek gerenoveerd, een school gebouwd en is het dorp van water voorzien.

Nationaal Fonds
IAMGOLD wil haar impact op de ontwikkeling van Suriname vergroten, zegt Finisie. Daarom komt er begin 2012 een Nationaal fonds waar aanvragen voor sociale projecten zullen kunnen worden ingediend. Het niveau van engagement, zoals dat met de dorpsgemeenschappen bestaat, zal echter niet worden bereikt.

Op de opmerking van Henk Muntslag dat IAMGOLD nog veel meer zou moeten doen voor de Surinaamse gemeenschap, gaf Projekta directeur Sharda Ganga aan dat het niet de taak is van een bedrijf om te zorgen dat er overal onderwijs, gezondheidszorg of andere diensten zijn. Daar is een Overheid voor. Met die opmerking werd het officieel deel van de avond afgesloten; en trokken de gasten naar de drankjes en hapjes waar nog lang werd nagepraat.
Projekta blikt tevreden terug op de eerste openbare discussie, en kijkt vol verwachting uit naar volgende openbare discussie: Grondenrechten. Hoe verder? Beschouwing over de Grondenrechten conferentie op  dinsdag 22 november a.s. in de vergaderzaal van Conservation International aan de Kromme Elleboogstraat 20.


(alle foto's: Ranu Abhelakh)