“Soms zijn wij ook genderblind”, stelde Marcia de Castro, VN-vertegenwoordiger voor Suriname, Trinidad, Aruba en de Nederlandse Antillen. Zij deed deze uitspraak bij de openbare discussie “De VN-Suriname samenwerking en haar impact op gendergelijkheid”, die op 19 maart werd georganiseerd door Projekta. De VN toonde op verschillende momenten tijdens de avond de durf om de hand in eigen boezem te steken en kritisch naar haar eigen functioneren te kijken.
Projekta organiseerde deze discussie in verband met de Maart van de Vrouw, een maandlang focus op de maatschappelijke positie van vrouwen in Suriname. Deze tweede editie van de Maart van de Vrouw staat in het teken van het CEDAW verdrag (Conventie voor de Eliminatie van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen) en de vooruitgang die Suriname heeft geboekt in het nakomen van haar internationale verplichtingen op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Het publiek in de goed gevulde zaal van Lalla Rookh bestond uit vertegenwoordigers van verschillende UN organisaties, ngo’s, medewerkers van ministeries en vertegenwoordigers van internationale organisaties. Samen waren wij getuigen van een primeur: de VN organisaties in Suriname presenteerden voor de eerste maal de nieuwe UNDAF aan een breder publiek.
Wat is UNDAF?
Priya Hirasing, UNICEF |
Geen analyses
VN team in overleg voor de presentaties |
In inleidingen van de Castro en andere VN - vertegenwoordigers werden de diverse VN-initiatieven in Suriname kort toegelicht, zoals een programma voor het bevorderen van de toegang van vrouwen tot rechtshulp, een initiatief voor management van chemische stoffen, en een ondersteuningsprogramma voor school mapping in het binnenland van Suriname. Al deze vraagstukken hebben aspecten van genderongelijkheid, en met deze verhalen trachtte de VN te illustreren hoe zij bij denken te dragen aan het opheffen van ongelijkheid.
Presentatie statistieken
In sommige gevallen zijn er wel statistieken beschikbaar die aangeven dat er in een bepaalde situatie sprake is van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen (bijvoorbeeld werkloosheid), maar die worden vervolgens niet gebruikt om diepergaande analyses van de oorzaken van die ongelijkheid na te gaan. netwerken, ook daar zijn de discussies voor. LGBT advocate Chrystabel Beaton met Marcia de Castro |
Goede genderstatistieken, met de analyse erbij, zijn nodig om strategieën te formuleren. Henna Guicherit, cultureel antropoloog, merkte op: de data zijn niet het doel op zich, maar een middel om beleid te maken. Annette Tjon Sie Fat ging een stap verder en wilde graag weten op welke manier de UNDAF van 2012 – 2016 de ongelijkheden in programma’s zal weergeven. Monique Essed – Fernandes was het hiermee eens, en vroeg als de assumpties en risico’s in de UNDAF opgetekend staan, moet de VN ook niet aangeven op welke manier die aangepakt kunnen worden?

Tools aanreiken is niet voldoende
Deze strategieformulering gebeurt echter niet door de VN-organisaties zelf. Zij ondersteunen overheden vooral door capaciteitsopbouw: het beschikbaar stellen van deskundigheid, het verzorgen van trainingen, het houden van seminars, en dergelijke. Volgens de Castro is de VN er vaak van uit gegaan dat als de overheid de tools krijgt die zij nodig heeft, de geleerde kennis zal worden toegepast in de praktijk. Helaas blijkt dit niet altijd het geval te zijn, en de VN-organisaties doen vaak ook onvoldoende kritisch navraag naar de resultaten van studies en het beleid dat daaruit voortvloeit. Betrekken Civil society
Projekta Voorzitter Annette Tjon Sie Fat, en directeur Sharda Ganga, sceptisch? |
Ook de Castro gaf aan dat “het maatschappelijk middenveld tot nu toe onvoldoende is betrokken, en dat is iets dat wij moeten gaan verbeteren”. Zij verwelkomde dan ook het initiatief van Projekta, omdat dit de VN-organisaties ertoe heeft bewogen om kritischer naar hun eigen werk te kijken. Ook brengt de discussie over genderspecifieke statistieken dit vraagstuk weer onder de aandacht van beleidsmakers.
Wij tevreden!
Projekta ziet in deze laatste twee punten ook haar rol binnen het Surinaams maatschappelijk middenveld weer eens zichtbaar worden: het brengen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken onder de aandacht van het publiek en beleidsmakers, maar ook tegelijkertijd het bevorderen van de dialoog tussen de verschillende maatschappelijke partners. Projekta directeur Sharda Ganga gaf dan ook op verschillende momenten mee aan de VN: hier zijn wij, de Civil society. Laten we praten hoe wij samen deze UNDAF kunnen realiseren. Wat heb je van ons nodig?Het gesprek is met deze discussie in elk geval op gang gekomen. Wij zijn tevreden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten