vrijdag 26 mei 2023

Burgers en rode potloden


Gewapend met rode potloden betreden we elke vijf jaar het stemhok, vol hoop en geloof in een beter Suriname. Voor het merendeel van de kiezers volgt al gauw daarna de kater. We krijgen nooit wat ons vóór 25 mei is beloofd en we zijn dan teleurgesteld, boos, woedend op de regering die via onze rode potloden aan de macht is gekomen.

Bij de herdenking van de verkiezingsdag 2020 zullen de meeste mensen geneigd zijn om vandaag vooral het falen van de regering Santokhi breeduit te belichten. Een minderheid, elke dag kleiner wordend, zal de dag aangrijpen om diezelfde regering te bejubelen.

Meer nog dan het functioneren van de regering is het goed om vandaag stil te staan bij de democratie en de democratische rechtsstaat zelf.  Gaat het, drie jaar na onze laatste verkiezingen, beter of slechter met de democratische waarden zoals vrijheid, gelijkheid, mensenrechten, rechtsstaat, participatie, tolerantie en pluralisme? Het antwoord stemt niet hoopvol.

De maatschappelijke ongelijkheid wordt immers elke dag groter, de kloof tussen arm en rijk, tussen kustvlakte en binnenland, wordt steeds dieper. De vrijheid van meningsuiting staat onder druk met het te pas en te onpas zwaaien met muilkorfwetten; de mensenrechten van Inheemse en Tribale volkeren blijven ondergeschikt aan politieke en economische belangen van kapitaalkrachtigen; participatie wordt doodgesust in zogenaamde (pre-)dialoogrondes; de etnische sentimenten klonken sinds 1975 niet zo luid, ongegeneerd en onbeschaafd.

BINI, het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur wil nu eens niet kijken naar regeerders, maar naar onszelf, de burgers, de kiezers. Kritisch en actief burgerschap is meer dan ooit nodig.

Democratie is namelijk veel meer dan eens per vijf jaar met een rood potlood vakjes inkleuren. Wij, burgers van dit land, zijn de echte hoeders van de democratie en democratische waarden. Als we onze verantwoordelijkheden niet kennen en onze rechten niet opeisen, zullen we steeds voortsukkelen met regeerders die de Staat als persoonlijk en partij-eigendom beschouwen.

Voor een gezonde democratie is het nodig dat burgers actief deelnemen aan het besluitvormingsproces, zich omstandig informeren om afgewogen meningen te kunnen vormen en daardoor kritisch kunnen nadenken over politieke en andere maatschappelijke kwesties. Bovendien moeten  zij bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor de gemeenschap en de samenleving als geheel. Ook wij als burgers komen vroeg of laat in situaties terecht waarbij we kunnen kiezen tussen eigen belang en het algemeen belang. De vraag die elke burger zichzelf continu moet stellen is: hoe draag ik bij aan een beter, democratisch en rechtvaardig Suriname?

Kritisch zijn is mooi, maar nog mooier is het als het burgerschap zich niet alleen beperkt tot het ventileren van meningen via sociale media of ingezonden stukken. We hebben mensen nodig die deelnemen aan het maatschappelijke leven via organisaties, die vrijwilligerswerk doen (als hun financiële situatie dat toelaat), petities ondertekenen, hun recht op participatie aan vreedzame protesten gebruiken,evenals hun recht op het (respectvol) uiten van meningen op basis van feiten en deelname aan debatten.

We hebben ook burgers nodig die zich aan de wetten houden, die de rechten en vrijheden van anderen respecteren, belasting betalen (anders kunnen we geen scholen draaien of wegen repareren), zorg dragen voor een gezonde leefomgeving, zich houden aan verkeersregels en andere wettelijke verplichtingen. We kunnen niet eisen van politici dat zij zich aan wetten houden als wij zelf wetteloos door het leven willen gaan. De cultuur van wetteloosheid en straffeloosheid waar we zoveel kritiek op hebben, wordt  ook door onszelf in stand gehouden. Ondertussen ontberen jongeren voorbeeldige leiderschapsfiguren en rolmodellen, wat deze cyclus in stand helpt houden.

Hetzelfde geldt voor mensenrechten: als burgers hebben wij allemaal de verantwoordelijkheid om mensenrechten te beschermen en te respecteren. Wij zijn verplicht om discriminatie, onrechtvaardigheid en schendingen van mensenrechten te bestrijden, niet alleen wanneer dat ons persoonlijk raakt, maar ook wanneer de rechten en de waardigheid van onze medemensen worden aangetast. We hebben een gezamenlijke plicht van solidariteit naar Inheemsen en Tribale volkeren,  mensen met een beperking, seniore burgers, LGBTQ+,  en alle andere Surinamers die lijden onder onvrijheid, ongelijkwaardigheid, ongelijkheid en uitsluiting.

Terwijl de huidige regering nog nadenkt over hoe zij haar laatste twee jaar zal invullen, is het tijd voor het maatschappelijk middenveld - de civil society - en alle burgers, om te denken aan 25 mei 2025 en daarna. We moeten nagaan hoe wij een volgende kater kunnen voorkomen, en dat kan alleen als wij onze democratie niet overlaten aan de politiek.


BINI - Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur

BINI is een groep van maatschappelijke organisaties en individuele burgers die de principes van een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling centraal wil zien in beleid; meer transparantie en rekenschap van de Staat wil, en inclusiviteit en participatie in besluitvorming eist.

vrijdag 5 mei 2023

BINI ondersteunt eisen VIDS




De voorzitter van VIDS, dorpshoofd Muriël Fernandes, gaf recentelijk op een training over huiselijk geweld aan, dat het niet erkennen van de grondenrechten van Inheemse en Tribale Volken ook een vorm van geweld tegen vrouwen is. Zij legde uit dat het de vrouwen zijn die brandhout gaan halen, en steeds verder moeten lopen; vrouwen die hun kostgrondjes gaan bewerken, en ineens geconfronteerd worden met graafmachines; vrouwen die dankbaar gebruik maken van het bos om levensmiddelen, medicinale planten, natuurproducten en sieraden te produceren (denk aan vruchten, noten, zaden en olie), zien het bos om hun dorp verdwijnen. Maar ook voor mannen wordt het steeds moeilijker om wild te vinden of hout voor eigen gebruik te oogsten, niet in de laatste plaats door allerlei industriële activiteiten in het Inheems grondgebied. Het niet erkennen van collectieve grondenrechten wil zeggen het niet erkennen van de levenswijze, cultuur en identiteit van Inheemse en Tribale volken, voor wie het bos een deel van hun leven is en omgekeerd; het bos is een voedselschuur, een apotheek, en een leverancier van bouwmaterialen en gebruiksartikelen is. Het uitgeven van concessies in woon-en leefgebieden is een aanslag op het leven van de gemeenschappen aldaar. Vervuiling en vergiftiging (kwik in water en vis) vormen een verdere aanslag op de gezondheid.

De strijd voor recht en gerechtigheid voor Inheemse en Tribale volken in Suriname duurt al tientallen jaren. Alhoewel organisaties als VIDS, VSG en KAMPOS steeds weer oproepen tot dialoog en structurele oplossingen, tonen opeenvolgende regeringen steeds weer dat zij niet serieus zijn. De Staat Suriname legt zelfs diverse vonnissen van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens stelselmatig naast zich neer: sinds 2005. Daarnaast heeft elke regering tot nu toe geweigerd de ILO Conventie 169 te ratificeren, die de rechten van Inheemse en Tribale volken vastlegt; én de plichten van ratificerende staten jegens hen.

Ook de United Nations Declaration on the Rights of Indigenous Peoples (UNDRIP) die Suriname in 2007 heeft goedgekeurd, wordt niet nageleefd. De UNDRIP erkent de grondenrechten van Inheemse volken, alsook hun recht op voortbestaan binnen hun nationale samenlevingen, hun zelfbeschikkingsrecht waaronder het recht om hun eigen instellingen op te richten en het pad van hun eigen ontwikkeling te bepalen. UNDRIP roept regeringen ook op om de betrokken volkeren te raadplegen met betrekking tot wetgevende of bestuurlijke maatregelen die hen rechtstreeks kunnen raken, en stelt het recht van deze volkeren vast om deel te nemen aan besluitvormingsprocessen met betrekking tot beleid en programma’s die hen aangaan (free, prior and informed consent, FPIC).

De gewelddadige uitbarsting bij Pikin Saron is te betreuren. Ook BINI keurt geweld en vernielingen ten zeerste af, zelfs als het door sommigen als een tegenactie tegen langdurige aanvallen wordt beschouwd. We verwachten wel dat het incident zal leiden tot voortvarender besluitvorming en vooral concrete actie om de grondenrechten en andere collectieve rechten van Inheemse volken en Tribale volken wettelijk te erkennen, en uitvoering te geven aan de desbetreffende vonnissen van het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten.

BINI ondersteunt de rechtvaardige eis van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) om uiterlijk vrijdag 5 mei 2023 alle uitgegeven concessies in de traditionele woon- en leefgemeenschappen in te trekken en de eis tot een grondig onderzoek naar de exacte toedracht van het doodschieten van twee jongemannen door de politie.

BINI- Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur

dinsdag 7 maart 2023

Reactie BINI op uitnodiging vooroverleg Nationale Dialoog


We waren uitgenodigd voor "het overleg met betrekking tot de nationale ontwikkeling en voorstellen ter samenstelling van de agenda voor de Nationaal Dialoog op reguliere basis, met als uiteindelijke doel om te komen tot een agenda voor nationale aanpak". 

Dit was ons antwoord: 


Aan: De President van de Republiek Suriname Z.E. Chandrikapersad Santokhi
Betreft: Uitnodiging overleg i.h.k.v. Nationale dialoog
Bijlagen (4)

Paramaribo, 2 maart 2022

Excellentie,

Wij danken u voor de uitnodiging voor een gesprek op 2 maart 2023 van 13.45 tot 14.15 uur, welke wij op 1 maart 2023 omstreeks 14.00 uur ontvingen, en vragen uw aandacht voor het volgende.

Hoewel de uitnodiging is gericht aan Stichting Projekta, deelden we de uitnodiging met onze partners binnen BINI (het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur), zoals wij dat ook bij voorgaande gelegenheden deden, omdat wij de principes van partnerschap, transparantie en communicatie toepassen in woord en handelen. BINI is een platform van maatschappelijke organisaties en individuele burgers die de principes van een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling centraal wil zien; meer transparantie en rekenschap van de Staat wil, en inclusiviteit en participatie in besluitvorming voorstaat. Dit schrijven is daarom van BINI, via Stichting Projekta.

Wij zullen op dit moment niet ingaan op uw uitnodiging om diverse redenen, maar hoofdzakelijk omdat voor wat betreft het onderwerp van gesprek, wij u niets te vertellen hebben dat we niet al bij eerdere gelegenheden aan u en de uwen hebben gepresenteerd voor en na het aantreden van uw regering. 

Wij brengen u in herinnering ons kennismakingsgesprek na de verkiezingen (op 10 juni 2020), waarbij wij aan de beoogde coalitieleiders voorhielden dat wat wij van een nieuwe regering verwachtten was  participatie, betrokkenheid, inspraak die niet afhankelijk is van de beleidsmakers/ministers, maar  structureel is vastgelegd; die zich niet  beperkt tot incidentele ‘consultaties’ maar een echt partnerschap is; en niet alleen bij de uitvoering van plannen, maar ook bij beleidsontwikkeling-, -en monitoring.

Wij gaven toen al aan wat wij zagen als cruciale principes waar elke regering zich aan zou moeten houden en de prioriteiten voor het regeerbeleid, zoals goed en behoorlijk bestuur, capaciteitsversterking vanwege uitholling van instituten (o.a. door het terzijde schuiven van bestaande capaciteit), goede communicatie (waaronder ook participatie en inspraak zoals hierboven genoemd), decentralisatie van besluitvorming (ook in het kader van lokaal bestuur) en dat het regeringsbeleid de beleving van mensenrechten als leidraad heeft. Ter herinnering hechten wij ons intern verslag van dat gesprek aan. 

Al deze zaken zijn herhaald o.a. bij de hearings van juli 2022. Ook toen benadrukten wij het belang van georganiseerde inspraak en overleg, met structuren voor effectieve participatie en dialoog, en niet slechts hearings op afroep. Wij deden u toen ook, op verzoek van de gespreksleider, enkele documenten toekomen die wij in een eerdere stadium hadden opgesteld, o.a.  een basisvoorstel voor het opzetten van een structureel overleg met non-state actors. Ook dat hechten wij wederom aan.

Evenzo ter herinnering hechten wij onze commentaren op het Crisis- en Herstelplan aan, waarin wij naast commentaren op de inhoud,  adviezen meegaven over de communicatiestrategie. 
Daarover schreven wij o.a. “een goede communicatiestrategie is niet slechts de bevolking vertellen (m.a.w. simpele voorlichting), welke maatregelen worden genomen en waarom, maar zal ook moeten omvatten:
  • Een effectieve informatiestroom en het uitwisselen van ideeën tussen  regering/overheid en haar interne en externe doelgroepen,
  • Bijdragen aan geïnformeerde en verantwoorde besluitvorming,
  • Bevorderen van rekenschap en van transparantie  en daardoor het vergroten en consolideren van vertrouwen in de overheid, 
  • Het faciliteren van betekenisvolle participatie, middels waarachtige dialoog – waarbij aangetekend wordt dat ontwerpen en faciliteren van dialoogprocessen een aparte competentie is.”

Dialoogprocessen moeten vanaf het begin goed doordacht worden (zie ons commentaar hierboven op het Crisis-en Herstelplan). Het ontwerpen en faciliteren daarvan zijn technische competenties. Even cruciaal is de keuze van degene die uitnodigt tot gesprek. In de terminologie van dialoogprocessen wordt zo iemand een ‘convener’ genoemd. Een convener moet boven partijen staan en niet zelf partij zijn in een (sluimerend) conflict of een persoonlijk of politiek belang hebben in de uitkomsten, moet geen geschiedenis van botsende belangen hebben met de mensen die om de tafel (komen) zitten, en moet door alle partijen geaccepteerd worden.

Het hoeft geen betoog dat voor BINI dialoog de belangrijkste manier is om uit de impasse te geraken waar wij ons nu in bevinden. Om die reden mogen u en de uwen erop rekenen dat BINI elk initiatief om tot een echte dialoog te komen zeker zal ondersteunen. Dat uw regering ook tot dat inzicht lijkt te zijn gekomen stemt goed, en dat u daar overleg over zegt te wensen, is een eerste stap. 

Overleg moet echter zinvol zijn. Helaas overtuigden uw uitnodiging, noch de rapportages over de tot nu toe gevoerde gesprekken via de overheidscommunicatiekanalen, ons van de zinvolheid om in deze fase en op deze wijze aan de gesprekken deel te nemen.

Bij elke in deze brief aangehaalde gelegenheid, hebben wij aangeboden om een bijdrage te leveren aan het nadenken over, en vormgeven van dialoog- en participatieprocessen, vanuit onze expertise. Dat aanbod blijft onverkort van kracht. 

Met vriendelijke groet,

Namens BINI

Sharda Ganga 
Directeur Projekta

Nieuwsberichten over onze reactie op de uitnodiging zijn ook verschenen op Starnieuws en dwtonline

woensdag 11 januari 2023

Surinamers verlangen naar democratie; wantrouwen politici

Dit artikel is op 24 december 2022 gepubliceerd op Starnieuws








Een groot deel van de Surinamers heeft weinig vertrouwen in politici en vindt niet dat de democratie goed functioneert. De mensen vinden het zeer belangrijk dat Suriname democratisch bestuurd wordt. Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door politicologen Wouter Veenendaal en Honorata Mazepus van de Universiteit Leiden in samenwerking met Stichting Projekta. Zij onderzochten de publieke opinie in drie districten over het functioneren van de democratie en van politici. 

Mazepus en Veenendaal zijn geïnteresseerd in de effecten van schaal op het functioneren van democratische controlemechanismen in zowel jonge als oudere democratieën. Suriname, met een relatief kleine bevolking en jonge democratie, is daardoor een interessant land. Voor Projekta past het onderzoek binnen haar streven naar versterking van de democratische cultuur en praktijk in Suriname.

Surinamers hechten aan democratie en democratische instituties
Het onderzoek, dat is uitgevoerd in september-oktober 2022, laat zien dat een overgrote meerderheid van de respondenten (veel) belang hecht aan democratie, en ook aan democratische instituties en regels zoals vrije en eerlijke verkiezingen, een gelijke behandeling van alle burgers, een onafhankelijke rechterlijke macht, het recht van de politieke oppositie om de regering te bekritiseren, en het recht van burgers om te protesteren.

Opmerkelijk negatief zijn ze over de kwaliteit van de democratie. Een groot deel van de ondervraagden is zelfs van mening dat het land helemaal geen democratie is. (Partij-) politieke instellingen zoals de president, de regering en het parlement genieten een stuk minder vertrouwen dan instituten die niet politiek (zouden moeten) zijn, zoals de rechterlijke macht, en het onafhankelijk kiesbureau.

Politici scoren zeer laag als het gaat om betrouwbaarheid. De meeste respondenten onderschrijven de stellingen dat de meeste politici vooral aan zichzelf denken, vooral opkomen voor hun eigen etnische groep, en corrupt zijn. Ze zijn ook bijzonder sceptisch over hoe de politiek werkt; negatiever dan bijvoorbeeld in Nederland of op de voormalige Nederlandse Antillen, waar Veenendaal eerder onderzoek deed. Tegelijkertijd verwachten mensen wel vaak dat zijzelf bepaalde gunsten krijgen van politici in ruil voor hun stem. Dat diezelfde politici de democratische instituties ondermijnen wordt blijkbaar op de koop toe genomen.

Vernieuwend experiment
Die vergevingsgezindheid ten opzichte van vriendjespolitiek is ook  terug te zien in de resultaten van een vernieuwend experiment dat de onderzoekers hebben uitgevoerd. Aan de hand van verschillende scenario’s werd uitvoerig getoetst hoe de respondenten politici beoordelen. ‘Eerlijkheid scoort het hoogst’, vat Mazepus de bevindingen samen. ‘Maar veel respondenten kunnen wel leven met oneerlijk of autoritair gedrag van politici, zolang zij niet overduidelijk slechts een bepaalde kleine groep bevoordelen. Wanneer een politicus alleen de eigen familie en vrienden laat profiteren, verliest deze de steun van de respondenten. Ook zien de respondenten misdragingen van politici gemakkelijker door de vingers wanneer de politicus tot hun favoriete partij behoort. In een systeem waarin veel wantrouwen tegen politici bestaat, zijn burgers blijkbaar bereid bepaalde democratische waarden in te ruilen voor een grotere toegang tot middelen.’

De onderzoekers keken ook naar de redenen die respondenten aangaven ter motivering van hun stemkeuze, aangezien een vrij grote groep bij deze vraag niet koos voor één van de aan hen voorgelegde keuzemogelijkheden, maar voor de optie ‘anders’ . Uit de verdere analyse bleek dat een aanzienlijk deel van die respondenten hun stemkeus had gemaakt op basis van een persoonlijke voorkeur voor een politieke leider, vanwege tevredenheid over het beleid van een bepaalde regering, of om een andere partij de kans te geven. Ook gaven enkele respondenten eerlijk aan dat zij hun keus hebben gebaseerd op het persoonlijk voordeel dat ze hebben gehad aan die partij, of zelfs dat zij totaal geen bewuste keus hebben gemaakt, maar gewoon iets hebben ‘gevinkt’ in het stemhok.

Verschillen tussen groepen
Er zijn enkele kleinere verschillen tussen de respondenten als het gaat om hun reacties op de scenario’s. Zo zijn respondenten tot 35 jaar en ouder dan 65 jaar iets meer geneigd om politici van hun favoriete partij te zien als legitiem, ook bij nepotisme, oneerlijke verdeling van middelen, of het afpakken van het recht op protest. Hoger opgeleiden zijn iets meer geneigd om oneerlijke en onpartijdige politici als minder legitiem te zien, ongeacht of de politicus tot hun meest of minst favoriete partij behoort.

Het belang dat respondenten hechten aan diverse democratische instituten en regels verschilt weinig tussen respondenten van verschillende leeftijden, geslachten, opleidingsniveaus en inkomens. Iets meer hoog opgeleiden vinden het belangrijk dat journalisten vrij moeten zijn om kritiek te geven en personen in hogere inkomensgroepen vinden het iets minder vaak belangrijk dat Suriname democratisch is. Ouderen hechten er het meeste waarde aan dat Suriname democratisch is, en hoe hoger het opleidingsniveau, hoe vaker respondenten ontevreden zijn met de manier waarop democratie werkt.

Vrouwen zijn minder tevreden met de manier waarop democratie werkt, en vinden vaker dan mannen dat politieke partijen op elkaar lijken. Een meer positief beeld over politiek en politici in het algemeen loopt ook samen met meer vertrouwen in democratische instituten, zoals het parlement, rechters, en het openbaar ministerie.
Ook de redenen die respondenten aangaven ter motivering van hun stemkeuze werd nader geanalyseerd, aangezien een vrij grote groep hier de optie ‘anders’ had gekozen. Uit de verdere analyse bleek dat een aanzienlijk deel van de respondenten hun stemkeus had gemaakt op basis van een persoonlijke voorkeur voor een politieke leider.
Dit zijn de eerste, voorlopige bevindingen van het onderzoek.

Over het onderzoek
Het opinieonderzoek maakt deel uit van het onderzoeksproject Keeping the Powerful in Check: From Small Communities to Large States, dat wordt gefinancierd door een Snouck Hurgronje-subsidie van het Leids Universitair Fonds. Behalve in Suriname zullen Mazepus en Veenendaal ook opinieonderzoek doen in Nederland, Polen en de Verenigde Staten. Voor het onderzoek in Suriname werkten Veenendaal en Mazepus nauw samen met Sharda Ganga en Rayah Bhattacharji van Stichting Projekta.


Het opinieonderzoek vond plaats in Paramaribo, Wanica en Para. De respondenten werden geselecteerd middels een systematische gestratificeerde clustersteekproef op basis van adressen van kiesgerechtigden bij de laatste parlementsverkiezingen. Vanwege financiële en logistieke beperkingen konden in de andere zeven districten geen interviews worden afgenomen. De resultaten zijn dus representatief voor de drie districten waarin wel interviews afgenomen werden; deze districten vertegenwoordigen samen meer dan 70% van de Surinaamse bevolking. Zij bieden bovendien voldoende diversiteit in respondenten om als representatief voor de gehele Surinaamse bevolking te mogen worden verondersteld.

Klik hier voor het volledige rapport met de voorlopige onderzoeksresultaten.