dinsdag 30 november 2010

Teasers State of our Democracy nieuwsbrief 2010

Morgen hier te downloaden! of aanvragen op projekta@sr.net
Nog beter: Kom vanavond naar de afsluiting van de Democratiemaand! DNA Voorzitter Jenny Simons opende de Democratiemaand, en is er ook weer bij vanavond, evenals de Ondervoorzitter Ruth Wijdenbosch, die een mooie bijdrage schreef voor de nieuwsbrief over de afname van het aantal vrouwelijke parlementariers. Ons voorbeeld democratisch duo, dus!. (voorbeeld vanwege hun vermogen om ondanks hun tegengestelde politieke huizen, toch samen te werken in slands belang. een voorbeeld!)

voor het programma; zie vorige berichten!






vrijdag 26 november 2010

de State of our Democracy Nieuwsbrief 2010 komt eraan

Geen tijd voor een heus bericht....maar we wilden u toch alvast nieuwsgierig maken. Op dinsdagavond presenteren wij de 2e editie van onze State of Democracy nieuwsbrief, waarin we "de temperatuur" van onze democratie meten. We geven geen cijfers, maar kijken naar verschillende aspecten van ons democratisch bestel. Gaat het goed? Gaat het beter dan vorig jaar? Kom op dinsdag 30 november naar de Leaders Group Conference Room, en je hebt een papieren versie in handen. Kom NA dinsdag op de blog, en je kunt het downloaden. Maar misschien heb je het tegen die tijd al in je mailbox ontvangen! Je mag het natuurlijk ook bij ons aanvragen per mail: projekta@sr.net

maandag 22 november 2010

Het gaat redelijk goed met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in Suriname

 Verslag van de vijfde discussie-avond: Rekenschap en de Private Sector

 Het gaat wel redelijk goed, maar toch valt er nog veel te zeggen over de mate waarin de private sector van ons land rekenschap aflegt.  Dit bleek tijdens de discussie Rekenschap en de Private sector, de vijfde discussie in de cyclus “Democratie en Accountability”. De avond werd ingeleid door presentaties van Satcha Jabbar van het Institute for Public Finance (IPF) en Rahid Doekhie, voorzitter van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA). De presentaties werden gevolgd door een levendige discussie tussen de inleiders en het publiek, en tussen de aanwezigen onderling.


De toon werd gezet door Satcha Jabbar die zei geen verhaal te wilde vertellen. Zij wilde het liefst met het publiek over de door haar gepresenteerde onderwerpen discussiëren, zoals de voorbeelden van en uitleg over de verschillende vormen van accountability binnen de private sector. Een stukje geschiedenis  bracht een belangrijk aandachtspunt rond accountability naar voren: Machtsverhoudingen. Want zei Jabbar: “Reeds in de oudheid maakten politieke filosofen zich druk over hoe zij de macht van machthebbers (koningen, priesters, landheren e.d) konden indammen,controleren, van misbruik vrijwaren EN afstraffen”. Het vragen om openheid veronderstelt dat de vragensteller ook zekere machtspositie bezit, vindt Jabbar: zonder een machtspositie of zonder pressiemiddelen kun je wel vragen stellen, maar niets dwingt dan de andere partij om vragen te beantwoorden. Machtsverhoudingen komen we overal tegen, bijvoorbeeld in de relaties tussen de overheid en multinationals, consumenten en bedrijvengroepen, patiënten en medische dienstverleners.

Jabbar maakte een onderscheid tussen de verschillende niveaus w
aarop de private sector rekenschap aflegt, te beginnen met Corporate accountability. Deze richt zich op verantwoordelijkheden binnen de interne processen zoals de relaties met stakeholders, aandeelhouders en personeel. Corporate governance gaat een stapje verder en betrekt ook de overheid in het proces. Bij Corporate Social Responsibility (CSR) (of Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-MVO) kan het bedrijf worden vergeleken met een burger die goed burgerschap uitoefent. Bedrijven worden aangespoord om rekenschap af te leggen, en maatschappelijk verantwoord te ondernemen onder andere omdat de consumenten beter geinformeerd, en eisen stellen: zij willen kwaliteit, “schone’ producten, informatie over herkomst en samenstelling van het product, liefst producten die het milieu zo min mogelijk belasten en waar geen kinderarbeid en andere vormen van dwangarbeid aan te pas zijn gekomen.
Ondernemingen die de mens en milieu centraal stellen terwijl ze groeien, hebben, volgens Jabbar,  een betere relatie met klanten en leveranciers, ze presteren beter en ze hebben een beter maatschappelijk draagvlak.

Rahid Doekhie van de ASFA bevestigde de verschillende voordelen van CSR in zijn presentatie. Suriname is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een vrijwillige keus die de ondernemer moet maken, zei hij.

Volgens hem is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een proces dat altijd in overleg met anderen plaatsvindt, waarbij het gaat om de systematische integratie van economische, sociale en milieuoverwegingen. De ASFA streeft ernaar dat al haar leden zich verantwoordelijk gedragen ten opzichte van mens, maatschappij en milieu, en heeft daar zelfs een vijfstappen plan voor ontworpen. Dit is zij systematisch bezig uit te voeren, door haar leden te begeleiden naar het punt dat zij ISO gecertificeerd worden. Met maandelijkse netwerk en wekelijke ondernemingsmeetings wordt het samenwerken bevorderd.  
Het proces naar MVO is niet gemakkelijk. Een ondernemer kan gemakkelijkere manieren vinden om haar winstdoelen te bereiken, en de keus om aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen te doen is daarom al een teken van de commitment van zo’n ondernemer om rekenschap af te leggen, zegt Doekhie.

De transformatie naar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen komt bovenop de andere uitdagingen waar ondernemers in Suriname voor staan. Want Suriname is nog altijd een van de minst ondernemervriendelijke landen ter wereld, zoals kan worden afgeleid uit de rangschikking van de Ease of Doing Businesslijst, waar  Suriname in 2010 de 160e plaats inneemt (ter vergelijking: Guyana neemt de 100ste plaats in beslag).  Toch typeert Doekhie de stand van zaken rond Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in Suriname als redelijk, vooral als hij het vergelijkt met andere Caribische landen zoals Barbados en Trinidad. Hij komt tot deze conclusie vanwege het feit dat steeds meer bedrijven ISO gecertificeerd zijn, waaronder 48 % van de leden van de ASFA. Aan bedrijven die ISO gecertificeerd zijn worden nu eenmaal bepaalde eisen gesteld die het verantwoord ondernemen bevorderen, zoals regelmatige evaluatie van de bedrijfsprocessen. De ASFA streeft ernaar om binnen 5 jaar de rest van de bij haar aangesloten bedrijven door het proces van certificering door te krijgen. Een belangrijke certificering met betrekking tot Maatschappelijk Verantwoord ondernemen is de ISO 26000. Hoewel deze certificering zeer recent is, wil de ASFA deze zo snel mogelijk onder haar leden stimuleren.

De discussie werd geopend met een vraag over de openbaarheid van salarissen van de leiding van bedrijven, naar aanleiding van de opschudding die werd veroorzaakt door het salaris van de nieuwe governor van de Centrale Bank. De salarissen in de private sector horen geheim te blijven, want dat is internationaal ook zo, was de mening van vooral de aanwezige ondernemers in de zaal. Men was het er wel over eens dat de salarissen van toppers van staatsbedrijven wel ter discussie mogen worden gelegd, aangezien de burgers voor deze salarissen moeten opdraaien. Desondanks bleven er vraagtekens bij de salarissen van particulieren: hebben de salarissen invloed op de prijsvorming, en daardoor invloed op de burgers? Ook de verschillen tussen de salarissen van werknemers in de particuliere sector en de overheid baren enkele ondernemers zorgen.

Satcha Jabbar bekeek het geheel vanuit een andere invalshoek, namelijk de ordening van de samenleving. De samenleving bepaalt wat hoort en wat niet hoort, wat kan en wat niet kan. Afhankelijk van het type maatschappij, zullen verschillende onderwerpen ter discussie worden gesteld, en wel of geen transparantie en rekenschap worden geëist. Dhr. Alleyne van de consumentenbond vroeg zich daarop af: Willen we wel echt transparant zijn?



Hieruit vloeide een ander discussiepunt voor: het functioneren van de Rekenkamer. En de vraag was: aan wie is de Rekenkamer rekenschap verschuldigd? Zijn de stukken van de Rekenkamer wel of geen openbare stukken, en wanneer? Hoort dit instituut niet een andere plaats en rol te krijgen? Aangezien er nog veel onduidelijkheid over dit onderwerp bij de aanwezigen werd de discussie in het informeel deel van de avond voortgezet.

Ook over de laatste vraag van de avond mochten de aanwezigen nog nadiscussiëren: Wat zijn de voorwaarden om duurzame bedrijven op te zetten? Wettelijke bepalingen, en goed functionerende instituten, zegt Marc Willems, consultant.  Met andere woorden: Checks en Balances. Gelet op het enthousiasme van de aanwezigen, belooft de discussie over Checks en Balances, door Hans Lim A Po (de laatste in de cyclus Democratie en Accountability) een heel interessante te worden.

(Let op: de lezing “Checks and Balances in Suriname” is verschoven van 26 november naar 30 november, begintijd: 19.00 uur. Plaats: Leaders Group Conference Room).

Onze verontschuldigingen voor het gebrek aan foto’s van de avond, ons toestel liet ons in de steek.

zaterdag 20 november 2010

Democratiemaand quizzes

Hier kunt u de vorige edities van de democratiemaand quizzes downloaden:

DE KIES JE LEIDER QUIZ (2009)
en DE BOTER-OP-JE-KOP QUIZ (2008)


https://docs.google.com/viewer?a=v&pid=explorer&chrome=true&srcid=0B-tHCf-mE5MlODllZDZhOTktNGNmOS00ZTNmLWJiNjgtODQ2NzRlNmRkOTFm&hl=en

Meet je eigen accountability graad met de Accountawie Quiz!

Erger jij je ook steeds aan beleidsmakers die het volk geen uitleg geven van hun daden? Vind jij het ook altijd verdacht dat de penningmeester van de sportclub zulke korte verslagen inlevert? En what about al die gemeenschapsorganisaties die allerlei fondsen krijgen, en dan zelf in dure auto’s rijden? Rekenschap afleggen is toch niet zo moeilijk, denk je dan altijd. Doe de Accountawie Quiz, om je eigen accountability graad te meten…Klik op de afbeeldingen of op de link onderaan.




donderdag 18 november 2010

5e discussie:"Accountability en de Private Sector"

UITNODIGING

Met veel genoegen nodigen wij u uit voor de vijfde discussie in de Democratiemaandcyclus “Accountability en Democratie”:


"Rekenschap en de Private Sector ”

Inleiders:         Satcha Jabbar en Rahied Doekhie 
Datum:            donderdag 18 november 2010
Tijd:                 19.30 – 21.00 uur (inloop van 19.15 tot 19.30 uur)
Plaats:                         Leaders Group Conference Room, H.D. Benjaminstraat 20 (Killit gebouw)

Zowel internationaal als nationaal wordt steeds meer transparantie van organisaties geëist; of het nu gaat om overheidsorganisaties, vakbonden, universiteiten of bedrijven. Transparantie en Rekenschap zijn met elkaar verbonden begrippen die elkaar wederzijds versterken. Zonder transparantie is er geen rekenschap mogelijk, en rekenschap zonder transparantie heeft geen waarde. Het bestaan van beide voorwaarden draagt bij aan een effectief, efficiënt en rechtvaardig beheer in de openbare en particuliere instellingen.

Het succes en de overleving van de private sector is echter sterk afhankelijk van haar vermogen winst te maken door aan behoeften van de consumenten te voldoen. De vraag rijst nu aan wie de private sector rekenschap is verschuldigd. Haar aandeelhouders? Haar portemonnee? Laten de structuren binnen de Private Sector rekenschap toe of vormen zij juist een belemmering? Is ethisch ondernemen in Suriname een utopie of al werkelijkheid (aan het worden)?

De discussie Rekenschap en private sector begint met Satcha Jabbar van het Institute for Public Finance, die zich zal verdiepen in de drie –eenheid van people – planet – profit; de wijze waarop verantwoord ondernemerschap (meer) ingang kan vinden in Suriname. Vervolgens vertelt Rahied Doekhie van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) wat er al gebeurt, en welke obstakels ondernemers tegenkomen.

Deze discussie is onderdeel van de cyclus “Democratie en Accountability”, een activiteit binnen de Democratiemaand 2010.” De democratiemaand is een initiatief van Projekta, welke vanaf 2008 jaarlijks in de maand november wordt gehouden. Jaarlijks wordt in deze maand de aandacht gevraagd voor de staat van de Democratie in Suriname. Elk jaar wordt een van de pijlers van de Democratie nader belicht. In 2010 is gekozen voor het thema “Rekenschap” (Accountability).


De lezing is vrij toegankelijk voor een ieder, zonder voorafgaande registratie.

(Routebeschrijving: de Leaders Group Conference Room, is gevestigd in het  Killit Gebouw, aan de kant van de H.D. Benjaminstraat ten noorden van de Dr. Sophie Redmondstraat)

woensdag 17 november 2010

ICT is geen toverstok voor meer democratie!

 
ICT is geen toverstok als het gaat om haar toepassing bij de bevordering van burgerparticipatie in democratische processen. Tot deze conclusie kwamen de aanwezigen bij de discussie “ Over i-pads, notebooks en e-democracy", de 4e lezing in de Projekta discussiecyclus Democratie en Accountability , gehouden op de nationale vrije dag Ied Ul Adha. In een knusse setting gaf de inleider Mosche Bromet, uitleg over de begrippen e - government, e - governance en e -democracy, de verschillen en overeenkomsten en het belang voor burgers. Hij is directeur/eigenaar van Tipping Point Training en Consultancy, een ICT’er die zich persoonlijk verplicht voelt om aan het democratisch proces deel te nemen. Dit voornemen is o.a versterkt door zijn deelname aan de
OAS-cursus ‘Building capacities of Young Political Leaders”. Bromet nam als enige Surinamer deel aan de training, waar hij ook voor slaagde.

Ondanks het feit dat ook Projekta door de nieuwe nationale vrije dag werd verrast, besloot zij de geplande discussie normaal voortgang te laten vinden. Op de bekendmaking dat de lezing normaal plaatsvond, kwamen genoeg bevestigingen binnen. We verwachtten daarom een behoorlijk volle bak. Maar een vrije dag was voor velen waarschijnlijk toch te onweerstaanbaar. In een kleinere setting dan verwacht, werd ingegaan op de begrippen e-government, e-governance en e-democracy. Bij de eerste ligt de nadruk op de verbetering van diensten door de overheid of efficiëntie. E - governance, die weleens met e-democracy wordt verward, verwijst naar het gebruik van informatie technologie en communicatie technologieën en strategieën in de politieke en bestuurlijke processen. Naast de overheid zijn ook de verkozen ambtenaren, de media, politieke organisaties, en burgers / kiezers belangrijke spelers bij e - governance en e - democracy.

ICT kan zeker een grote rol spelen bij het betrekken van burgers bij beleid, maar dan zal er eerst aan enkele voorwaarden moeten worden voldaan. Bijvoorbeeld: een goede infrastructuur (apparatuur en netwerken aanwezig), hogere mate van gebruik (de apparatuur en infrastructuur wordt gebruikt) en een hoog niveau van gebruik (optimaal gebruik van de mogelijke toepassingen). Maar er zijn ook enkele gevaren verbonden aan het gebruik van ICT, want “zodra je greep op informatie hebt, kun je die informatie manipuleren. Zo kan er verkeerde informatie worden gegeven, onvoldoende of eenzijdige informatie of juist teveel informatie worden verstrekt. Teveel informatie kan als rookgordijn worden gebruikt om cruciale informatie te verbergen. Voorbeeld: de Enron affaire, waarbij het Amerikaans energiebedrijf ongeveer 2.7 miljoen pagina’s financiële informatie openbaar maakte, in de wetenschap dat niemand ooit de tijd zou hebben om daar door heen te waden. Ook e-voting wordt voorlopig afgeraden door Bromet: er is een te grote kans dat er in het systeem wordt gehacked. Controle is daarom van essentieel belang.

Via ICT ruimte creëren voor burgers en burgerorganisaties om aan bestuurlijke processen mee te doen vormt ook geen garantie dat zij aan die processen zullen meedoen. Er zal capaciteit moeten worden gebouwd. Om te beginnen zullen burgers door onderwijs en training moeten worden meegenomen in het proces. Bovendien is er veel geld nodig om aan de randvoorwaarden – het opzetten van de juiste infrastructuur – te kunnen voldoen.

Tijdens de discussie bleek dat de inleider van mening verschilde met DNA lid Henk Ramnandanlal over het ontstaan van e – democracy. Volgens de inleider stelt technologie ons instaat om in een steeds groter wordende wereld dingen makkelijker te doen. Bovendien kunnen we niet achterblijven op de rest van de wereld: het is dus de technologische ontwikkeling die overheden dwingt tot inzet van ICT in haar contact met burgers en stroomlijnen van haar uitvoering.  De burger raakt gewend aan snelle en toegankelijk informatie en eist dat ook van haar regering en volksvertegenwoordigers. Nita Ramcharan van Starnieuws was het eens met de uitspraak dat vooral de media een sterke behoefte heeft aan een snelle omloop van informatie. Volgens haar mag er vanuit Suriname (de regering) een sterkere committent op dit vlak komen; De gemeenschap heeft een grote behoefte aan informatie. Dit kan zij staven: 80 % van de bezoekers van de Starnieuws webpagina is afkomstig uit Suriname. 

Ramnandanlal is echter van mening dat niet de technologische ontwikkeling de roep naar e-democracy stuwt, maar dat e-democracy en e-governance slechts daar worden  
toegepast waar regeringen een ideologie/wens hebben om het volk meer te betrekken bij haar beleid. Uiteraard is hij van mening dat de huidige regering juist daarom zich wil inzetten voor het gebruik van ICT bij haar bestuur. Het publiek herinnerde aan twee maatregelen die concreet zijn aangekondigd: een pc voor elk schoolkind, en belastingvrij invoeren van computers.
Ramnandanlal verwees naar het verkiezingsprogramma van de Megacombinatie en het Regeeraccoord waarin nadrukkelijk de versnelde toepassing van ICT is opgenomen; op zijn aandringen, vertelde hij. Hij gaf aan dat het publiek er wel rekening mee moet houden dat de Megacombinatie, waar hij deel van uitmaakt, nu echter in een regeercoalitie zit, en dat het ook van de bereidheid van de andere regeringspartners zal afhangen of de Megacombinatieplannen kunnen worden uitgevoerd.

Het proces naar e-democracy zal niet zonder slag of stoot gaan, daar was een ieder het over eens. Ramnandanlal is een fervent bepleiter van het gebruik van technologie in het democratisch proces. Er moet volgens hem echter eerst een visie zijn op democratie in het algemeen, en op de wijze waarop wij als land onze democratie wensen in te richten, en daarna pas kunnen we bepalen welke plaats ICT daarbinnen zal innemen. Hij heeft toegezegd in DNA te blijven pleiten voor de inzet van ICT, en de benodigde wetgeving op dat vlak, want ”e-democracy verhoogt alleen de transparantie van bestuur als het in handen is van iemand die de intentie daartoe heeft.”

Wij gaan er van uit dat tijdens dit proces altijd aandacht zal worden besteed aan groepen die niet willen of kunnen meedoen aan e-democracy. Voor hen moet de mogelijkheid blijven bestaan voor face-to-face contact en communicatie met beleidsmakers.  Want ook zij hebben het recht om gezien en gehoord te worden.

zondag 14 november 2010

Rekenschap: het hoort gewoon bij een NGO

 Verslag van de 3e democratiemaanddiscussie: "Rekenschap, een zere plek voor NGO's?"


De wijze waarop NGO’s in Suriname rekenschap afleggen, en of zij dat wel in voldoende mate en op de juiste wijze doen, was het onderwerp van de derde discussie in de democratiemaandcyclus “Accountability en Democratie” georganiseerd door Projekta. De discussie werd gehouden op donderdag 11 november jl.

Inleider Tania Muskiet onderzocht voor haar MPA-afstudeer scriptie aan het Lim A Po Instituut  waarom NGO accountability op zo een bescheiden manier plaatsvindt in Suriname. Ze vroeg zich ook af waarom moderne vormen van accountability niet worden toegepast in Suriname.
Tijdens de discussie werd er gesproken over het woord “rekenschap”. Vele vonden het een te zwaar woord, met een negatieve connotatie. Maar hoe je het ook noemt: accountability, verantwoording, rekenschap, het principe blijft hetzelfde.
Accountability heeft volgens de literatuur twee belangrijke principes: men moeten rekenschap afleggen over het handelen(of activiteiten, of beleid) en mensen moeten hun beklag kunnen doen en compensatie kunnen krijgen waar nodig. Hetzelfde geldt ook voor NGO accountability. NGO’s leggen wel verantwoording af naar donoren, maar waar moet een persoon die vindt dat een NGO niet goed handelt terecht met de klacht?

Waarom is NGO rekenschap zo belangrijk?
NGO’s zijn in staat om beleid te maken en te beïnvloeden. Dat maakt hen invloedrijk in de politieke arena, maar dat geeft geeft ze ook een extra verantwoordelijkheid. Net zoals de overheid accountable gehouden moet worden, moeten NGO’s ook accountable gehouden worden voor hun handelen.
Omdat het handelen van NGO’s vaak gebaseerd is op waarden (als we b.v. naar de mission statements kijken), zou het geven van accountability geen probleem zijn, stelt Muskiet.  “Meestal zijn het de ngo’s die een gewetensvraag opwerpen in de samenleving, en anderen om verantwoording vragen. Als je dat doet naar anderen toe, moet je ook verwachten dat anderen dat naar jou toe gaan doen.” Muskiet pleitte ook voor peer-accountability:” Het afleggen van verantwoording aan collega NGO’s versterkt de vertrouwensrelatie in de sector: je kunt van elkaar leren, een kwalitatieve statements maken over het werk dat je doet. Het vergroot ook je geloofwaardigheid als NGO.”

De Praktijk in Suriname
Uit het onderzoek, gedaan onder 4 NGO’s in Suriname,  bleek dat in de praktijk in Suriname, de nadruk ligt op “legal accountability”: verantwoording op basis van de organisatie- statuten en  contracten met donoren. De meeste NGO’s houden vast aan de traditionele benadering van accountability: voldoen aan de rapportageverplichting aan de donor, het in kennis stellen van de overheid, en een evaluatie met de doelgroep, zegt Muskiet.

Hoe verder?
De inleider beveelt aan dat de sector, via de netwerken, zaken evalueert op accountability, en nagaat: is dit wat we willen (zoals we het nu doen), of willen we ook daarin een evolutie gaan meemaken, het optrekken naar een meer kwalitatieve benadering van het vraagstuk.
De aanwezigen gaven aan hoe belangrijk het is om meer onderzoek te doen naar de geschiedenis van NGO’s, ontwikkelingswerk in Suriname, het vastleggen van best practices. Ook zou er gekeken moeten worden naar netwerken, en waarom dat in het verleden wel / niet heeft gewerkt. De vicieuze cirkel van financiering werd aangehaald, waarbij donoren bijvoorbeeld wel van NGO’s verwachten dat zij onderzoek doen om een goed programma te kunnen ontwerpen, maar niet bereid zijn dat onderzoek te betalen. Een NGO heeft echter vaak geen eigen kapitaal om daarin te investeren.

Het belang van samenwerken en het werken werd benadrukt, maar vooral als proces dat van binnen af moet komen, en niet door de donor getriggered moet zijn. Maar om samen te werken zijn er ook veel uitdagingen, waar de aanwezige NGO’s heel eerlijk over waren: geen budget om te netwerken, weinig vertrouwen, geen tijd willen / kunnen maken.

zaterdag 13 november 2010

Over i-pads, notebooks en e-democracy: 4e discussie-avond

De vierde discussie in de reeks "Accountability en Democratie" gaat over e-democracy.
Wereldwijd maken parlementen en overheden steeds meer gebruik van de toenemende mogelijkheden van ICT: email, sms’jes, facebook, enzovoorts. Dit gebeurde ook in Suriname op weg naar de verkiezingen van mei 2010. Toen zagen we een toename in het gebruik van verschillende ICT instrumenten voor informeren en/of betrekken van burgers bij de verkiezingen. Burgers werden via sms opgeroepen om hun gegevens op de kiezerslijsten te controleren. Wie meer informatie wilde kon terecht op de webpagina www.verkiezingen.gov.sr. Het tijdperk van e-democracy is ook in Suriname aangebroken.
Met e-democracy wordt gestreefd naar een bredere en actievere burgerparticipatie via internet, mobiele communicatie en andere modern technologieën. E-democracy wordt ook ingezet om burgers directer te betrekken bij de aanpak van publieke vraagstukken. Maar, tot op welke hoogte kan ICT burgerparticipatie in het beleidsformuleringsproces bevorderen? Wat zijn de voor- en nadelen?
Zou e-democracy ook kunnen bijdragen aan een grotere accountability van beleidsmakers? Of vermindert het juist de kans op face – to – face confrontatie? En hoe staat het met mogelijke manipulatie door de goed geïnformeerde (information rich)?


inleider Mosche Bromet

Al deze vragen komen tijdens deze discussie aan de orde. De inleider, Mosche Bromet, is CEO van Tipping Point Training en Consultancy, en volgde met succes de cursus ‘Building capacities of Young Political Leaders” van de OAS.


Zijn lezing is onderdeel van de cyclus “Democratie en Accountability”, een activiteit binnen de Democratiemaand 2010.” De Democratiemaand is een initiatief van Projekta, welke vanaf 2008 jaarlijks in de maand november wordt gehouden. Jaarlijks wordt in deze maand de aandacht gevraagd voor de staat van de Democratie in Suriname. Elk jaar wordt een van de pijlers van de Democratie nader belicht. In 2010 is gekozen voor het thema “Rekenschap” (Accountability).



"Over- i-pads, notebooks en e-democracy ”

Inleider                     Mosche  Bromet 
Datum:                       Dinsdag 16 november 2010
Tijd:                            19.30 – 21.00 uur (inloop van 19.15 tot 19.30 uur)
Plaats:                        Leaders Group Conference Room, H.D. Benjaminstraat 20  (Killit gebouw)

we weten dat het dinsdag een nationale vrije dag is (tgv Id-Ul-Adah) maar in overleg met de inleider is besloten om de discussie niet te verplaatsen.

vrijdag 12 november 2010

Als we verandering willen, dan MOETEN we ons druk maken

Discussiecolleges Accountability en Democratie op de Anton de Kom Universiteit
Projekta hoopt dat meerdere studenten vinden dat zij zich druk moeten maken over maatschappelijke vraagstukken en de democratie in Suriname. Vooral als zij sociale wetenschappen studeren. 
Dit is het streven van de discussiecolleges die door de organisatie worden verzorgd op de Anton de Kom Universiteit tijdens de democratiemaand 2010. Discussiecolleges zijn sinds 2008 een van onze vaste activiteiten in de democratiemaand. Op 10 en 11 november werd met eerstejaars rechtenstudenten gediscussieerd over Democratie en Accountability.
Jaarlijks hebben docenten hun medewerking verleend door o.a een van hun college-uren voor de discussiecolleges af te staan. Dit jaar werd gerekend op ongeveer 200 rechtenstudenten. Het werden er veel minder. “U moest niet zeggen dat het om een discussiecollege gaat. Dan komen ze niet.” zei een studente aan de docent. Ze bleek gelijk te hebben, want een andere student vroeg aan de vakdocent: “Maar wat heeft de discussie met ons te maken?” Een vraag die niet van een universiteitsstudent wordt verwacht. Uiteindelijk namen  85 studenten deel aan de discussiecolleges, waaronder de ex – minister van Regionale Ontwikkeling, Michel Felisi.
De studenten die bleven, waren er omdat ze er wilden zijn. Dit bleek u
it hun participatie; Iedereen deed enthousiast mee. Desondanks was de link tussen Democratie en Recht niet gauw gemaakt. Het werd vooral gezien als een gezellig gesprek. Dit veranderde toen de begrippen “ratificatie van verdragen, verantwoording verschuldigd, en internationale sancties” aan de orde kwamen. Toen werd het verband met de studie gezien. Wij spraken eindelijk hun taal.
Het college begon met het benoemen van de belangrijkste problemen in Suriname, en het maken van een ‘probleemweb’, een overzicht van alle oorzaken van het probleem, en de oorzaken van die oorzaken, enzovoorts.
Bij het uitwerken van het probleemweb werden gebrek aan huisvesting, armoede, veiligheid, en onderwijs/studiefinanciering, als belangrijkste problemen in Suriname genoemd. Deze problemen zijn echter zo omvangrijk, dat de uitwerking gemakkelijk een hele dag in beslag neemt. Het college duurt echter slechts anderhalf uur. De studenten werden daarom begeleid naar het punt dat zij een werkbaar onderwerp hadden gekozen. Vervolgens brachten zij de oorzaken van het probleem in verband met democratie en accountability.
Hoewel de tijd voor het uitvoeren van de opdracht te kort was om tot een diepe uitwerking van het probleem te komen, bood de presentatie van de opdrachten de gelegenheid om dieper op de materie in te gaan. De discussie ging over allerlei onderwerpen, van ‘wie moet zorgen voor rekenschap’, tot ‘hoe legt de overheid verantwoording af’ en alles daartussen.

De studenten waren heel kritisch, en kwamen vrij voor hun mening uit: “Het Jeugdparlement heeft bijna geen zin. De taken en bevoegdheden zijn niet duidelijk.” Deze werden duidelijk toen een aspirant jeugdparlementariër de taken en bevoegdheden kort toelichtte. “Oh, dan zullen we nu zien wat jij doet!”.
Over de taak van de parlementariërs waren de studenten heel duidelijk: “Als iemand zich aanbiedt om iets voor je te doen, wil je weten wat ze hebben gedaan, en waarom ze het wel of niet hebben gedaan.” Conclusie: Men verwacht dat die personen rekenschap aan de burger afleggen. Maar, de kwaliteit van die communicatie laat wel te wensen over. “Onder communicatie versta ik dat zij praten, en dat ik de kans heb om iets terug te zeggen. Niet dat zij alleen ons vertellen.
Volgens de studenten legt de overheid al op verschillende manieren rekenschap af aan de burger. Bijvoorbeeld, door de persconferenties van de Raad van Ministers, programma’s van de Nationale Voorlichtingsdienst, of informatiedagen van verschillende politieke partijen. Deze activiteiten vinden zij heel belangrijk, want “Als er niet wordt gecommuniceerd, weet je niet waar je naartoe gaat.” Zij zijn echter niet helemaal overtuigd van de effectiviteit van de media met betrekking tot accountability door de overheid. “Ze blazen zaken op”, en “Opbelprogramma’s werken niet. Daar scheldt men alleen maar uit.”
Maar zij waren ook niet bang om de vinger naar zichzelf te wijzen: “Laten we eerlijk zijn. Iedereen wil toch rijk worden? Ik denk niet dat iemand van ons zou weigeren als men een huis (door oneerlijke toewijzing) zou krijgen.” Dit was de perfecte opening om de persoonlijke accountability te bespreken.
Ook dit jaar zijn de studenten gevraagd om de democratie eed te ondertekenen. Dit is een eed waarin de persoon belooft zich aan democratische principes te houden, zoals …. . Dit schijnt de schrik bij enkelen op te wekken. “En als ik er niet mee eens ben….?”
Rekenschap afleggen is waarschijnlijk toch niet zo gemakkelijk als het om jou zelf gaat.

In de week van 15 november worden de discussiecolleges aan studenten van de studierichtingen Sociologie, Public Adminstration, Agogie en Economie verzorgd. We kijken heel enthousiast hiernaar uit.

woensdag 10 november 2010

3e democratiemaand Discussie: Rekenschap: een zere plek voor NGO’s?”

De derde discussie in de cyclus “Accountability en Democratie” staat in het teken van NGO’s. Want soms is het goed om even afstand te nemen en kritisch naar jezelf en je eigen sector te kijken.

NGO’s zijn ideële organisaties die zich, zonder winstoogmerk, inzetten voor “the public good”. Dat doen ze op verschillende manieren: door gezondheidszorg, onderwijs, en andere diensten te verlenen daar waar de Overheid dat niet kan of wil, maar ook door zich in te zetten voor maatschappelijke verandering (als “agents of change”) bijvoorbeeld het streven naar maatschappelijke gelijkheid van vrouwen en mannen of  bijvoorbeeld door het bepleiten van meer inspraak van burgers en hun organisaties in beleid. Maar betekent het feit dat je je inzet voor het algemeen belang, en niet op winst uit bent, dat je dan gevrijwaard bent van het afleggen van rekenschap? En waar ligt de grens tussen rekenschap afleggen en controle? Zijn NGO’s die financieel niet afhankelijk zijn van de Overheid toch rekenschap verschuldigd aan die Overheid? En waar ligt dan de grens tussen rekenschap en directe controle? Een NGO is immers juist een NGO omdat zij niet onder directe controle van de Overheid staat.

In het algemeen leggen de NGO’s in Suriname rekenschap af op de traditionele wijze en aan de traditionele partijen: hun financierders. Maar een moderne kijk op accountability focust ook op bijvoorbeeld andere stakeholder relaties, en op de invloed die de NGO’s hebben op anderen in hun omgeving, zegt Tania Muskiet. Waarom leggen Surinaamse NGO’s zo weinig rekenschap af aan, bijvoorbeeld hun stakeholders? Worden zij om rekenschap gevraagd? Door wie, en waarover? Tijdens de inleiding en de discussie zal op al deze vragen worden ingegaan.

Drs.Tania Muskiet MPA,  studeerde sociolgie aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, en haalde haar MPA-graad aan het FHR Lim A Po Institute for Social Studies. Haar thesis, waarop haar presentatie is gebaseerd, is getiteld: ”Examining NGO Accountability in Suriname”.

De discussie zijn onderdeel van de cyclus “Democratie en Accountability”, een activiteit binnen de Democratiemaand 2010.” De democratiemaand is een initiatief van Projekta, en wordt sinds 2008 jaarlijks in de maand november gehouden. Elk jaar vraagt Projekta de aandacht voor de staat van de Democratie in Suriname. Jaarlijks wordt een van de pijlers van de Democratie nader belicht. In 2010 is gekozen voor het thema “Rekenschap” (Accountability).


 Datum:       Donderdag 11 november 2010
Tijd:              19.30 – 21.00 uur (inloop van 19.15 tot 19.30 uur)
Plaats:         Leaders Group Conference Room, H.D. Benjaminstraat 20  (Killit gebouw)
De lezing is vrij toegankelijk voor een ieder, zonder voorafgaande registratie.

Die ene kleine komma


Inleiders Greg Sitaram en Edward Troon

Artikel 19  Grondwet centraal in discussie over Wet Openbaarheid van Bestuur

“Informatie is te vergelijken met voeding, eten. Je hebt een agrariër: de bananenboom of kousenband die hij heeft, is gewoon een plantje. Het verhuist van de boer naar de markt, dan wordt het een commodity, het is ineens groente. Van de markt verhuist het naar je keuken, je aanrecht, dan wordt het voedsel.  Werkt u het naar binnen dan wordt het voedsel voeding. Hetzelfde geldt voor informatie. Zolang die informatie gewoon daar ligt, kunt u hem niet gebruiken.” Informatie kun je pas gebruiken als je er toegang toe hebt. Vandaar het belang van een Wet Openbaarheid van Bestuur, zei Edward Troon, fotojournalist en ondervoorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten tijdens de 2e democratiemaanddiscussie “Openbaarheid van Bestuur, de missing link in onze democratie?”.
De discussie, op dinsdag 9 november gehouden trok een gemengd publiek van parlementariërs, wetenschappers, journalisten, bedrijfslevenorganisaties, en maatschappelijke organisaties.
Rechtsbeginsel

Openbaarheid van Bestuur is een algemeen rechtsbeginsel welke stelt dat de burger het recht heeft te weten hoe de overheid werkt. Elke overheid heeft de plicht om haar burgers over haar activiteiten te informeren. Zij moet duidelijke informatie geven over haar beleid en over haar dienstverlening. Anderzijds heeft elke burger het recht om bestuursdocumenten in te kijken (inzagerecht), er een kopie van te ontvangen en uitleg te krijgen.  Zo kan gevraagd worden om inzage in een bestedingrapport voor het aanleggen van een weg, of de toewijzing voor vergunningen van supermarkten in de buurt. In Suriname hebben wij nog geen Wet op Openbaarheid van Bestuur. Volgens Projekta en de inleiders kan de Anticorruptiewet, die nog in behandeling is bij het parlement, veel effectiever worden als er ook een  wet Openbaarheid van Bestuur (die zij de zusterwet van de ACW noemen) bestaat.
Artikel 19: die ene kleine komma

In een openhartige en ongedwongen sfeer hielden de heren Edward Troon, ondervoorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten, en de jurist en ex-journalist Greg Sitaram een korte presentatie. Hun uitgangspunt was vooral artikel 19 van de Surinaamse Grondwet om de positie van journalisten, de rest van de media en de burgers te bepalen.

Artikel 19, zegt: “Een ieder heeft het recht om door de drukpers of andere communicatiemiddelen zijn gedachten of gevoelens te openbaren en zijn mening te uiten, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Volgens Edward Troon houden journalisten zich daar niet altijd aan. Het zinsdeel achter de komma wordt gemakshalve vaker vergeten. Een journalist mag niet alles publiceren, want die heeft wettelijke verantwoordelijkheden. De taak van een journalist is wel om de vrije meningsuiting te bevorderen, te stimuleren met de attributen die de journalist heeft. Troon is van mening dat de journalist niet, zoals vaak wordt geroepen, het geweten is van de natie, ook niet de zgn. vierde macht is, niet de koningin van de democratie is en niet het oog, oor en gezicht van de natie is. Wat de journalist wel is, is een deel van de natie. Edward wees in zijn inleiding erop dat we juist een natie moeten zijn van mensen die onze eigen geweten hebben, en onze eigen ogen, oren en gezicht gebruiken. 
De taak van een journalist is wel om de vrije meningsuiting te bevorderen, te stimuleren. Met de attributen die de journalist heeft, kan hij dat bevorderen. 
“En een ieder kan een mening uiten, niet alleen de journalist”, zei Troon, en tegenwoordig kan iedereen publiceren: “er is facebook, er zijn blogs, elektronische publicaties. We zitten nu in een gouden tijd. Je bent dus niet meer afhankelijk van een krant, radio of televisie om nieuws naar buiten te brengen.”

Veroordeling om een stamboom

Ook Greg Sitaram haalde de Grondwet aan. “Een ieder heeft het recht om door de organen van de overheidsadministratie geïnformeerd te worden over de voortgang in de behandeling van zaken waar hij direct belang bij heeft en omtrent eindbeslissingen, met betrekking tot hem genomen.” (art.158 lid 1).Maar ook ““Belanghebbenden hebben toegang tot de rechter om de onrechtmatigheid van elke finale en afdwingbare handeling van organen van de overheidsadministratie te doen beoordelen.”(art.158.lid2)

deel van het publiek

Maar deze rechten alleen zijn niet voldoende. Pas als iemand zwaarwegende juridische gronden kan aanhalen, krijgt de persoon toegang tot informatie. In de praktijk is de juridische procedure zo omslachtig, dat mensen dat niet doen.Het gaat niet altijd om informatie die nodig is voor een rechtszaak; zo is het Centraal Bureau voor Burgerzaken weleens veroordeeld omdat die geen gegevens aan burgers niet wilde verstrekken voor het maken van een stamboom.
Grotere bijdrage aan corruptiebestrijding

Volgens Sitaram kunnen burgers en de burgersamenleving (civil society) een veel grotere bijdrage leveren aan het bestrijden van corruptie, als zij op basis van een wet Openbaarheid van Bestuur,  informatie af zou kunnen dwingen van de overheid. De wet op openbaar bestuur verplicht namelijk de overheid om informatie te geven als die wordt opgevraagd door de burgers die zich beroepen op de wet.

Wisselwerking volksvertegenwoordigers en burgers

Tijdens de zeer levendige discussie kwamen onderwerpen aan de orde als beroepsethiek en beroepscode van journalisten, het weinig actief zijn van de journalisten vereniging, maar ook de rol van de lokale bestuursorganen als RR en DR bij het proces van informatieverstrekking. Carl Breeveld, DNA-lid, benadrukte dat burgers altijd het recht hebben om brieven in te dienen bij de Nationale Assemblee. Het is een wisselwerking, zeiden zowel Breeveld als zijn collega DNAlid Arthur Tjin Atsoi,: de burgers moeten hun volksvertegenwoordigers informeren, en de volksvertegenwoordigers moeten ook actief op zoek naar informatie bij de burgers.

Een sterke civil society is in feite de ontbrekende schakel in het proces naar meer transparancy en accountability, en uiteindelijk een sterke democratie, benadrukte Satcha Jabbar van het Institute for Public Finance. Journalisten zijn dan misschien niet de vierde macht in de optiek van Edward Troon, ze zijn wel een belangrijk deel van de civil society.



In de Accountability en Democartiecyclus, ter gelegenheid van de derde Democratiemaand, worden nog vier lezingen en presentaties georganiseerd door Projekta, in samenwerking met diverse organisaties zoals de Institute for Public Finance, Tipping Point Training & Consultancy, en het Lim A Po Instituut.