|
Inleiders Greg Sitaram en Edward Troon |
Artikel 19 Grondwet centraal in discussie over Wet Openbaarheid van Bestuur
“Informatie is te vergelijken met voeding, eten. Je hebt een agrariër: de bananenboom of kousenband die hij heeft, is gewoon een plantje. Het verhuist van de boer naar de markt, dan wordt het een commodity, het is ineens groente. Van de markt verhuist het naar je keuken, je aanrecht, dan wordt het voedsel. Werkt u het naar binnen dan wordt het voedsel voeding. Hetzelfde geldt voor informatie. Zolang die informatie gewoon daar ligt, kunt u hem niet gebruiken.” Informatie kun je pas gebruiken als je er toegang toe hebt. Vandaar het belang van een Wet Openbaarheid van Bestuur, zei Edward Troon, fotojournalist en ondervoorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten tijdens de 2e democratiemaanddiscussie “Openbaarheid van Bestuur, de missing link in onze democratie?”.
De discussie, op dinsdag 9 november gehouden trok een gemengd publiek van parlementariërs, wetenschappers, journalisten, bedrijfslevenorganisaties, en maatschappelijke organisaties.
Rechtsbeginsel
Openbaarheid van Bestuur is een algemeen rechtsbeginsel welke stelt dat de burger het recht heeft te weten hoe de overheid werkt. Elke overheid heeft de plicht om haar burgers over haar activiteiten te informeren. Zij moet duidelijke informatie geven over haar beleid en over haar dienstverlening. Anderzijds heeft elke burger het recht om bestuursdocumenten in te kijken (inzagerecht), er een kopie van te ontvangen en uitleg te krijgen. Zo kan gevraagd worden om inzage in een bestedingrapport voor het aanleggen van een weg, of de toewijzing voor vergunningen van supermarkten in de buurt. In Suriname hebben wij nog geen Wet op Openbaarheid van Bestuur. Volgens Projekta en de inleiders kan de Anticorruptiewet, die nog in behandeling is bij het parlement, veel effectiever worden als er ook een wet Openbaarheid van Bestuur (die zij de zusterwet van de ACW noemen) bestaat. Artikel 19: die ene kleine komma
In een openhartige en ongedwongen sfeer hielden de heren Edward Troon, ondervoorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten, en de jurist en ex-journalist Greg Sitaram een korte presentatie. Hun uitgangspunt was vooral artikel 19 van de Surinaamse Grondwet om de positie van journalisten, de rest van de media en de burgers te bepalen.
Artikel 19, zegt: “Een ieder heeft het recht om door de drukpers of andere communicatiemiddelen zijn gedachten of gevoelens te openbaren en zijn mening te uiten, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Volgens Edward Troon houden journalisten zich daar niet altijd aan. Het zinsdeel achter de komma wordt gemakshalve vaker vergeten. Een journalist mag niet alles publiceren, want die heeft wettelijke verantwoordelijkheden. De taak van een journalist is wel om de vrije meningsuiting te bevorderen, te stimuleren met de attributen die de journalist heeft. Troon is van mening dat de journalist niet, zoals vaak wordt geroepen, het geweten is van de natie, ook niet de zgn. vierde macht is, niet de koningin van de democratie is en niet het oog, oor en gezicht van de natie is. Wat de journalist wel is, is een deel van de natie. Edward wees in zijn inleiding erop dat we juist een natie moeten zijn van mensen die onze eigen geweten hebben, en onze eigen ogen, oren en gezicht gebruiken.
De taak van een journalist is wel om de vrije meningsuiting te bevorderen, te stimuleren. Met de attributen die de journalist heeft, kan hij dat bevorderen.
“En een ieder kan een mening uiten, niet alleen de journalist”, zei Troon, en tegenwoordig kan iedereen publiceren: “er is facebook, er zijn blogs, elektronische publicaties. We zitten nu in een gouden tijd. Je bent dus niet meer afhankelijk van een krant, radio of televisie om nieuws naar buiten te brengen.”
Veroordeling om een stamboom
Ook Greg Sitaram haalde de Grondwet aan. “Een ieder heeft het recht om door de organen van de overheidsadministratie geïnformeerd te worden over de voortgang in de behandeling van zaken waar hij direct belang bij heeft en omtrent eindbeslissingen, met betrekking tot hem genomen.” (art.158 lid 1).Maar ook ““Belanghebbenden hebben toegang tot de rechter om de onrechtmatigheid van elke finale en afdwingbare handeling van organen van de overheidsadministratie te doen beoordelen.”(art.158.lid2)
|
deel van het publiek |
Maar deze rechten alleen zijn niet voldoende. Pas als iemand zwaarwegende juridische gronden kan aanhalen, krijgt de persoon toegang tot informatie. In de praktijk is de juridische procedure zo omslachtig, dat mensen dat niet doen.Het gaat niet altijd om informatie die nodig is voor een rechtszaak; zo is het Centraal Bureau voor Burgerzaken weleens veroordeeld omdat die geen gegevens aan burgers niet wilde verstrekken voor het maken van een stamboom.
Grotere bijdrage aan corruptiebestrijding
Volgens Sitaram kunnen burgers en de burgersamenleving (civil society) een veel grotere bijdrage leveren aan het bestrijden van corruptie, als zij op basis van een wet Openbaarheid van Bestuur, informatie af zou kunnen dwingen van de overheid. De wet op openbaar bestuur verplicht namelijk de overheid om informatie te geven als die wordt opgevraagd door de burgers die zich beroepen op de wet.
Wisselwerking volksvertegenwoordigers en burgers
Tijdens de zeer levendige discussie kwamen onderwerpen aan de orde als beroepsethiek en beroepscode van journalisten, het weinig actief zijn van de journalisten vereniging, maar ook de rol van de lokale bestuursorganen als RR en DR bij het proces van informatieverstrekking. Carl Breeveld, DNA-lid, benadrukte dat burgers altijd het recht hebben om brieven in te dienen bij de Nationale Assemblee. Het is een wisselwerking, zeiden zowel Breeveld als zijn collega DNAlid Arthur Tjin Atsoi,: de burgers moeten hun volksvertegenwoordigers informeren, en de volksvertegenwoordigers moeten ook actief op zoek naar informatie bij de burgers.
Een sterke civil society is in feite de ontbrekende schakel in het proces naar meer transparancy en accountability, en uiteindelijk een sterke democratie, benadrukte Satcha Jabbar van het Institute for Public Finance. Journalisten zijn dan misschien niet de vierde macht in de optiek van Edward Troon, ze zijn wel een belangrijk deel van de civil society.
In de Accountability en Democartiecyclus, ter gelegenheid van de derde Democratiemaand, worden nog vier lezingen en presentaties georganiseerd door Projekta, in samenwerking met diverse organisaties zoals de Institute for Public Finance, Tipping Point Training & Consultancy, en het Lim A Po Instituut.