De wijze waarop NGO’s in Suriname rekenschap afleggen, en of zij dat wel in voldoende mate en op de juiste wijze doen, was het onderwerp van de derde discussie in de democratiemaandcyclus “Accountability en Democratie” georganiseerd door Projekta. De discussie werd gehouden op donderdag 11 november jl.
Inleider Tania Muskiet onderzocht voor haar MPA-afstudeer scriptie aan het Lim A Po Instituut waarom NGO accountability op zo een bescheiden manier plaatsvindt in Suriname. Ze vroeg zich ook af waarom moderne vormen van accountability niet worden toegepast in Suriname.
Tijdens de discussie werd er gesproken over het woord “rekenschap”. Vele vonden het een te zwaar woord, met een negatieve connotatie. Maar hoe je het ook noemt: accountability, verantwoording, rekenschap, het principe blijft hetzelfde.
Accountability heeft volgens de literatuur twee belangrijke principes: men moeten rekenschap afleggen over het handelen(of activiteiten, of beleid) en mensen moeten hun beklag kunnen doen en compensatie kunnen krijgen waar nodig. Hetzelfde geldt ook voor NGO accountability. NGO’s leggen wel verantwoording af naar donoren, maar waar moet een persoon die vindt dat een NGO niet goed handelt terecht met de klacht?
Waarom is NGO rekenschap zo belangrijk?
NGO’s zijn in staat om beleid te maken en te beïnvloeden. Dat maakt hen invloedrijk in de politieke arena, maar dat geeft geeft ze ook een extra verantwoordelijkheid. Net zoals de overheid accountable gehouden moet worden, moeten NGO’s ook accountable gehouden worden voor hun handelen.
Omdat het handelen van NGO’s vaak gebaseerd is op waarden (als we b.v. naar de mission statements kijken), zou het geven van accountability geen probleem zijn, stelt Muskiet. “Meestal zijn het de ngo’s die een gewetensvraag opwerpen in de samenleving, en anderen om verantwoording vragen. Als je dat doet naar anderen toe, moet je ook verwachten dat anderen dat naar jou toe gaan doen.” Muskiet pleitte ook voor peer-accountability:” Het afleggen van verantwoording aan collega NGO’s versterkt de vertrouwensrelatie in de sector: je kunt van elkaar leren, een kwalitatieve statements maken over het werk dat je doet. Het vergroot ook je geloofwaardigheid als NGO.”
De Praktijk in Suriname
Uit het onderzoek, gedaan onder 4 NGO’s in Suriname, bleek dat in de praktijk in Suriname, de nadruk ligt op “legal accountability”: verantwoording op basis van de organisatie- statuten en contracten met donoren. De meeste NGO’s houden vast aan de traditionele benadering van accountability: voldoen aan de rapportageverplichting aan de donor, het in kennis stellen van de overheid, en een evaluatie met de doelgroep, zegt Muskiet.
Hoe verder?
De inleider beveelt aan dat de sector, via de netwerken, zaken evalueert op accountability, en nagaat: is dit wat we willen (zoals we het nu doen), of willen we ook daarin een evolutie gaan meemaken, het optrekken naar een meer kwalitatieve benadering van het vraagstuk.
De aanwezigen gaven aan hoe belangrijk het is om meer onderzoek te doen naar de geschiedenis van NGO’s, ontwikkelingswerk in Suriname, het vastleggen van best practices. Ook zou er gekeken moeten worden naar netwerken, en waarom dat in het verleden wel / niet heeft gewerkt. De vicieuze cirkel van financiering werd aangehaald, waarbij donoren bijvoorbeeld wel van NGO’s verwachten dat zij onderzoek doen om een goed programma te kunnen ontwerpen, maar niet bereid zijn dat onderzoek te betalen. Een NGO heeft echter vaak geen eigen kapitaal om daarin te investeren.
Het belang van samenwerken en het werken werd benadrukt, maar vooral als proces dat van binnen af moet komen, en niet door de donor getriggered moet zijn. Maar om samen te werken zijn er ook veel uitdagingen, waar de aanwezige NGO’s heel eerlijk over waren: geen budget om te netwerken, weinig vertrouwen, geen tijd willen / kunnen maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten