vrijdag 30 maart 2012

Projekta sluit Maart van de Vrouw 2012 af met boodschap van bemoediging



“Verhalen van frustratie en strijd mogen niet vergeten worden: wij hebben ze nodig om ons te herinneren dat streven naar gendergelijkheid geen onbegonnen werk is, en om ons te motiveren tot strijd.” Met deze woorden uit de Maart van de Vrouw Nieuwsbrief 2012, sloot Projekta woensdagavond deze Maart van de Vrouw af. Deze woorden kregen des te meer betekenis tegen de uitkomsten van de die avond gehouden openbare discussie ‘Aanpak huiselijk geweld: meer dan een wet’, met Inez Huijzen-Sedney (Wnd. Directeur van Justitie & Politie), Lita Tromp (Stg. Stop Geweld tegen Vrouwen) en Carla Bakboord (Women’s Rights Centre).

 
Huijzen-Sedney en Tromp gingen in op de totstandkoming en de inhoud van de nieuwe wet Bestrijding Huiselijk Geweld, die in 2009 is afgekondigd. In deze wet wordt huiselijk geweld expliciet strafbaar gesteld, en worden financieel en psychisch geweld ook erkend als vormen van geweld.
Een belangrijk kenmerk van deze wet is dat het ook preventief werkt: personen die bedreigd worden 
kunnen zonder een langdurig rechtsproces een beschermingsbevel laten uitvaardigen. Bijna 3 jaren na afkondiging wordt deze wet echter nog steeds niet toegepast, omdat het aanvragen van het beschermingsbevel via een speciaal formulier moet gebeuren. Dit formulier is sinds kort af, maar er wordt nu gewerkt aan een toelichting daarop. Daarna moeten de formulieren worden verspreid naar alle politiestations, en moeten personen worden getraind in het invullen ervan.



Inleiders en publiek spraken hun bezorgdheid uit over dit oponthoud.  Maar men was ook van mening dat een formulier dat zo moeilijk is dat het een toelichting  en trainingen nodig heeft, duidelijk geen helder instrument kan zijn. Bovendien moet ervoor gewaakt worden dat het formulier geen obstakel wordt, de bescherming van slachtoffers mag immers niet afhankelijk zijn van een formulier. Een proefproces voor het verkrijgen van een beschermingsbevel zonder formulier –welke immers nog niet bestond- werd echter afgewezen door de rechter vanwege het ontbreken van het formulier. Het publiek vond deze logica onbegrijpelijk:”een wet is een wet, en als die is goedgekeurd, en gepubliceerd, dan moet je je daar toch op kunnen beroepen, formulier of geen formulier?”

Tegelijkertijd maakten de inleiders en personen uit het publiek duidelijk dat de inwerkingtreding van de wet alleen niet voldoende is om huiselijk geweld te bestrijden. Krishna Hussain Ali - Mathoera, commissaris van politie, lichtte een tipje van de sluier over de capaciteit van de justitiële keten, om zo de noodzaak voor preventie te onderstrepen: “Er zijn op jaarbasis in totaal 23000 aangiften bij de politie, waarvan 6000 als dossier worden gestuurd naar het Openbaar Ministerie. Ook al doen nog 1000 mensen meer aangifte van huiselijk geweld, we hebben de capaciteit niet om het aan te pakken.”
Ook de hulpverlening, begeleiding en opvang van slachtoffers laat nog te wensen over. Diverse politiefuntionarissen in het publiek beschreven hoe zij vaker met de handen in het haar zitten als zij slachtoffers van huiselijk geweld (zowel volwassenen als kinderen) in crisissituaties moeten opvangen.

Huiselijk geweld is een uiting van de ongelijke rollen en posities van mannen en vrouwen in de samenleving, genderongelijkheid dus. Om huiselijk geweld structureel aan te pakken zal daarom vooral ook gewerkt moeten worden aan het opheffen van de oorzaken van die ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Verslag 3e openbare discussie: Visie formuleren voor nieuw genderbeleid

Met een duidelijke visie, gerichte strategie, en sterke partnerschappen, kan het Nationaal Bureau Genderbeleid haar gezag vergroten. Dit werd door het publiek benadrukt tijdens de openbare discussie “Genderbeleid nieuwe stijl”, die op 26 maart werd georganiseerd door Projekta als onderdeel van de Maart van de Vrouw 2012. Met het goed opgenomen publiek bestaande uit ontwikkelingswerkers, ambtenaren en studenten, werd uitvoerig gediscussieerd over de positie en werkwijze van het Nationaal Bureau Genderbeleid (NBG) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.


Uitgangspunt voor de inleiding en discussie was een zorgpunt van de comité voor de monitoring van de CEDAW. Deze stelde uitte haar bezorgdheid: “dat het Bureau niet voldoende geïnformeerd is over wettelijke en andere maatregelen voor het bevorderen van gendergelijkheid, en dat het Bureau niet over voldoende gezag, bevoegdheden en financiële en personele middelen beschikt voor een effectieve coördinatie van het werk van de overheid in het bevorderen van gendergelijkheid en de volledige implementatie van het Verdrag.”


In haar inleiding gaf het NBG aan het opvolgen van deze en andere CEDAW-aanbevelingen systematisch ter harte te nemen. Daarnaast wordt er in belangrijke mate gewerkt met de prioriteitsgebieden en aanbevelingen die in het door Projekta in 2011 geïnitieerde Genderdialoog zijn genoemd.


Visie en beleid ontwikkelen
Uit de discussie bleek de noodzaak voor het NBG om een eigen visie op haar werk te ontwikkelen en gezag te verdienen. Het Bureau heeft reeds de noodzaak geïdentificeerd om zich vooral te richten op onderzoek en dataverzameling. Dit maakt het mogelijk om goed beleid te ontwikkelen. Het Bureau bevestigde haar committering om ook het maatschappelijk middenveld te betrekken in het maken en uitvoeren van beleid. Aanwezigen gaven als advies mee aan het Bureau om het apparaat niet te belasten met uitvoering van activiteiten, maar om inderdaad de coördinerende rol te blijven behouden.  

Dialoog & uitbreiding
Een centraal thema in de discussie was dialoog. Het NBG wil daaraan werken door in mei 2012 het dialoogproces dat Projekta vorig jaar opstartte, weer op te pakken. Ter plekke is afgesproken dat de twee organisaties in de komende periode over de aanpak hiervan zullen overleggen.
Naast haar werk op nationaal niveau en werk gefocust in de stad, wil het Bureau steeds meer aandacht geven aan de districten. In Nickerie is enkele jaren terug al een dependance van het Bureau geopend. Op basis van signalen uit het veld, is er recent een workshop gehouden met belanghebbenden in het district om goed inzicht te krijgen in de omvang van huiselijk geweld.

Beperkingen
Een belangrijke beperking voor het maken en uitvoeren van beleid  is het ontbreken van data. Het Bureau wil een op maat gesneden nationaal beleid , gebaseerd op betrouwbare data. Ook voor het rapporteren over verdragen zoals CEDAW, is goede data nodig. In tegenstelling tot in het verleden, verzamelen de medewerkers van het Bureau nu de data zelf, zij zal ook zelf aan de CEDAW rapportage werken.
Sinds het uitkomen van de CEDAW aanbevelingen, heeft het Bureau wel meer budgetruimte gehad, maar zij blijft nog steeds gebonden aan het ingewikkeld financieringssysteem van de overheid. Dit werkt belemmerend op de flexibiliteit van de organisatie om te kunnen inspelen op actuele zaken.


Uit de discussie bleek dat, volgens het publiek, er vooral behoefte is aan het vergroten van het mandaat van  het NBG. Het Bureau heeft de potentie om met de juiste strategie, een gezaghebbend instituut te worden. Het formuleren van een lange termijn visie is daar een eerste stap naartoe. De aanwezigen gaven aan het NBG mee dat zij altijd medestanders zullen zijn in het streven naar maatschappelijke gelijkheid van vrouwen en mannen: ” Schroom niet ons te bellen, om hulp te vragen of anderszins te betrekken. Maar hou de communicatie altijd open” werd aan het NBG meegegeven.  

dinsdag 27 maart 2012

Let op: Woensdag 28 maart . Laatste discussie MvdV: Huiselijk Geweld.

Het was en is inspirerend, maar toch, helaas...de Maart van de Vrouw is bijna ten einde. Voor wie dacht dat de laatste discussie op donderdag 29 maart was: wij hebben ons vergist! Het is woensdag 28 maart om 7 uur savonds.

Projekta houdt op woensdag 28 maart in Conferentiezaal Lalla Rookh de laatste openbare discussie voor de Maart van de Vrouw 2012. De sprekers zijn Inez Huijzen-Sedney (Wnd. Directeur van Justitie & Politie), Lita Tromp (Stichting Stop Geweld Tegen Vrouwen) en Carla Bakboord (Women’s Rights Centre). Na de discussie, is er een terugblik op de activiteiten van de maand, en presenteert Projekta de ‘Maart van de Vrouw Nieuwsbrief 2012’.

Aanpak huiselijk geweld: meer dan een wet
Met:
Inez Huijzen-Sedney (Wnd. Directeur Justitie & Politie), Lita Tromp (Stg. Stop Geweld tegen Vrouwen), en Carla Bakboord, specialist in gender & huiselijk geweld
 Datum/tijd: woensdag 28 maart 2012, 19.00u
Locatie:        Lalla Rookh Conference Center, Lalla Rookhweg 54
De nieuwe wet Huiselijk Geweld is al enige tijd aangenomen en wordt deze maand volledig operationeel gemaakt. In deze vierde en laatste openbare discussie van de maand, zal de Wnd. Directeur van het Ministerie van Justitie & Politie zal dit proces en de wet zelf beschrijven. Daarna zal Lita Tromp vanuit de praktijkervaring van de Stichting Stop Geweld aangeven welke andere voorwaarden nodig zijn om huiselijk geweld te bestrijden. Carla Bakboord van het Women’s Rights Centre, één van de instrumentele NGO’s bij de totstandkoming van de wet, zal een eerste reactie geven op de inleidingen.
Dit is de laatste openbare discussie van de maand. Bij de eerdere discussie werden respectievelijk de UN-Suriname samenwerking, de relatie tussen gendergelijkheid en stabiele gezinnen, en het genderbeleid onder de loupe genomen.

not women..
Na deze inleidingen en discussie, zal Projekta een terugblik geven op de activiteiten van deze Maart van de Vrouw, en wordt de “Maart van de Vrouw Nieuwsbrief 2012” aan het publiek gepresenteerd. In deze nieuwsbrief bekijkt Projekta de aanbevelingen van de Comité van het Verdrag voor de Uitbanning van Elke Vorm van Discriminatie tegen Vrouwen (CEDAW), en gaan wij na welke vorderingen Suriname heeft geboekt.

zondag 25 maart 2012

Verslag 2e discussie MvdVrouw: Gezinnen en Gendergelijkheid

inleiders Lilian Ferrier, Carl Breeveld en Siegmien Staphorst
in overleg
“Gendergelijkheid is een voorwaarde voor stabiele gezinnen”, concludeerde directeur Sharda Ganga van Projekta, bij de afsluiting van de openbare discussie “Stabiele Gezinnen en man/vrouw relaties”. De inleiders op deze avond waren Carl Breeveld (DNA-lid), Siegmien Staphorst (vrouwenrechtenactivist) en Lilian Ferrier (kinderrechtenactivist). Deze discussie werd donderdagavond gehouden in Lalla Rookh, in het kader van de Maart van de Vrouw 2012.

 De inleiders benaderden elk het vraagstuk van stabiele gezinnen vanuit hun eigen optiek. Carl Breeveld riep op tot harmonie binnen gezinnen en lichtte de inspanningen van de organisatie Man Mit’ Man toe, die vooral met mannen werkt, zodat zij zich anders gaan opstellen in relaties en gezinnen.
Lilian Ferrier beschreef de gevolgen van instabiele gezinnen voor de ontwikkeling van kinderen, en het belang van mannelijke en vrouwelijke rolmodellen voor kinderen. Ook lichtte ze toe dat het Kinderrechtenverdrag de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van kinderen bij beide ouders legt.
Siegmien Staphorst benadrukte dat ongelijke genderverhoudingen in onze samenleving in het algemeen niet alleen merkbaar zijn en worden doorgegeven in gezinnen, maar ook op scholen en in bedrijven en organisaties. Zolang deze verhoudingen niet gelijk zijn, dan zal er van daadwerkelijke harmonie (dus geen schijnharmonie) nog geen sprake van kunnen zijn.

Niet de samenstelling van het gezin is belangrijk, maar de relaties daarbinnen
Uit de inleidingen en discussie bleek dat vooral de relaties binnen gezinnen belangrijk zijn: empathie, communicatie, en begrip zijn hierbij belangrijk. Zowel mannen als vrouwen moeten zich vrij kunnen voelen om hun gevoelens te uiten, weliswaar met respect naar elkaar toe. Ook moeten er goede afspraken worden gemaakt over de eerlijke verdeling van taken in het huishouden. Vaak worden vrouwen nog steeds niet-evenredig belast met de zorgtaken, ook al hebben zij ook een inkomensgenerende taak daarnaast. Door diverse personen uit het publiek werd aangehaald dat ook mannen onder druk staan om zich niet te bemoeien met de zorgtaken. De onderliggende genderideeën over de taakverdeling in huis blijven de basis hiervoor. 
Er ontstond een levendige discussie over het zogenaamde ‘traditioneel / ideaal’ gezinstype, van vader en moeder die getrouwd zijn en zelf hun kinderen opvoeden. Hoewel velen dit nastreven en zien als het enige goede en stabiele gezinstype, blijkt dit welhaast een mythe te zijn. Siegmien Staphorst gaf aan dat uit onderzoek is gebleken dat bijkans 60% van alle kinderen in Suriname worden geboren uit ouders die niet zijn getrouwd. Vele burgers zijn op zeer kundige wijze opgevoed door alleenstaande moeders, door de welbekende mati-echtparen, of door samengestelde gezinnen.
Ferrier benadrukte het belang van zowel een vader- als een moederfiguur in een gezin, ook al wonen ze niet in één huis. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen aandacht, liefde, regels en structuur nodig hebben. Dit krijgen ze vaak niet, omdat vele gezinnen verwikkeld zijn in een survivalstrijd, waarbij het vaak ‘ieder-voor-zich’ is.

Tienerzwangerschap
Een ander discussiepunt betrof de manier waarop wij als samenleving omgaan met tienerzwangerschap. Raoul Dankoor van het Ministerie van Sociale Zaken gaf aan dat zwangere meisjes nog steeds worden afgeschreven van scholen, vaak op een wijze die indruist tegen het vrouwenrechten- en het kinderrechtenverdrag. Het MULO schooldirecteurenberaad is in deze het instituut dat volgens hem heeft bepaald dat het mag.

Tegelijkertijd, noemden anderen uit het publiek de goede initiatieven die er wel zijn, zoals een brief van het MINOV naar VWO-scholen om het afschrijven van zwangere leerlingen te verbieden, het verlenen van individuele begeleiding aan zwangere leerlingen door leerkrachten, en de ondersteuning die het programma Tienermoederbeleiding geeft.
Belangrijk is wel om onderzoek te doen en maatregelen te treffen dat jongeren verantwoordelijker omgaan met seks. Onze wetgeving erkent impliciet de seksualiteit van adolescenten doordat de huwbare leeftijd is gesteld om 15 en 17 jaar, maar zij worden daar totaal niet op voorbereid.

Gender in wetten en beleid
Verschillende inleiders en leden van het publiek deden een beroep op Breeveld om als parlementariër te zorgen voor verandering in wetten, maar ook in het genderbeleid in het algemeen.
De ongelijke huwbare leeftijd zoals hierboven genoemd, is maar een van de voorbeelden van genderongelijkheid in de wet. Volgens de directeur van het Bureau Ilse Henar-Hewitt Juridische Bijstand, is evaluatie en aanpassing van de leeftijden beloofd, maar het is nooit gebeurd.
Breeveld haalde ook het voorbeeld van het systeem van voogdij: in geval van een huwelijk, is de vader de voogd, waardoor de moeder haar kinderen b.v. niet mag inschrijven op een andere school, adres of district zonder schriftelijke toestemming van de vader. Omgekeerd mag hij dat wel doen zonder haar toestemming. Hij hekelde ook het feit dat er geen dwangmiddelen zijn voor vaders om alimentatie te bepalen in geval van scheiding. De parlementariër gaf aan dat de President in een toespraak het belang van ouderschapsverlof heeft aangegeven. Breeveld ondersteunt dit en zei de President aan z’n woord te zullen houden.

 civil society bijdrag
Het maatschappelijk middenveld is een belangrijke schakel in de strijd om gendergelijkheid. Ondanks de beperkte middelen, is er veel bereikt, en hebben organisaties altijd klaar gestaan om niet alleen vrouwen te begeleiden en op te vangen, maar ook om situaties van onrecht te bevragen. Siegmien Staphorst gaf aan dat de vrouwenbeweging al jaren strijd levert tegen ongelijkheid. Er is veel veranderd, maar de basis is niet veranderd. Zolang de overheid ook geen maatregelen treft, geen goed genderbeleid gaat voeren, gaat het niet veranderen. De verandering moet komen in het gezin, maar ook op scholen, in de media, etc.

De directeur van Projekta sloot de avond af door te stellen we er nog niet zijn, “zolang niet iedereen begrijpt hoe jouw leven vorm wordt gegeven door alles om je heen: gezin, school, media, wetgeving zullen we zoveel problemen niet oplossen: huiselijk geweld, armoede, tienerzwangerschap, jongens die de school niet afmaken, en ook het vraagstuk van stabiele geziennen. Stabiele gezinnen - in welke vorm dan ook- krijgen we pas als er gendergelijkheid is. Kinderen worden gelukkig als ze zich ten volle kunnen ontwikkelen, met gelijke rechten. Gendergelijkheid, daar worden we allemaal beter van.”

Dit is ook de slogan van een Gender Awareness campagne die Projekta uitvoert, met ondersteuning van de Nederlandse Ambassade.

Aankondiging discussie: Genderbeleid nieuwe stijl

Sharon Saridjan
Projekta houdt op maandag 26 maart in Conferentiezaal Lalla Rookh de derde openbare discussie voor de Maart van de Vrouw 2012. De inleider is Sharon Saridjan, beleidsmedewerker van het Nationaal Bureau Genderbeleid.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken is al enige tijd geleden gestart met de herinrichting van het Genderbeleid. In de inleiding, zal Sharon Saridjan ingaan op de stand van zaken en de geplande stappen.

Tijdens deze 2e Maart van de Vrouw nodigt Projekta inleiders uit om samen na te gaan in hoeverre Suriname werkt om de aanbevelingen en de commentaren van de CEDAW commissie (Conventie voor uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen) op te volgen. Alle inleidingen zijn voortgekomen uit een aanbeveling, ook deze. Voor wat het genderbeleid betreft zei de CEDAW commissie :

De Commissie is bezorgd over het feit dat het Nationaal Bureau Genderbeleid niet voldoende geïnformeerd is over wetgevende en andere maatregelen die getroffen zijn om gendergelijkheid te bevorderen. Het NBG beschikt niet over voldoende autoriteit, bevoegdheden tot besluitvorming, financiële middelen en menselijk potentieel om het werk van de overheid om gendergelijkheid en de volledige implementatie van het Verdrag op effectieve wijze te coördineren, te bevorderen.

Vandaar onze uitnodiging aan het NBG om ook de herinrichting van het genderbeleid in het licht hiervan uit de doeken te doen.
Minister Moestadja en beleidsmedewerkers
tijdens de eerste Genderdialoog, maart 2011
Speciale aandacht zal ook worden gegeven aan de vraag hoe de committering aan de voortzetting van de dialoog met het maatschappelijk middenveld zal worden vormgegeven. Deze committering is een uitvloeisel van het door Projekta georganiseerde Genderdialoog, die plaatsvond tijdens de eerste Maart van de Vrouw in maart 2011.



Genderbeleid nieuwe stijl

Met: Sharon Saridjan,

Beleidsmedewerker van het Nationaal Bureau Genderbeleid

Datum: maandag 26 maart 2012

Tijd: 19.00 – 21.00uur

Locatie: Conferentiezaal Lala Rookh

toegang= vrij

donderdag 22 maart 2012

Geen gebrek aan opmerkelijke uitspraken: VN en gender discussie

Inderdaad, geen gebrek aan opmerkelijke uitspraken tijdens de eerste Maart van de Vrouw discussie op maandag 19 maart jl. Maar misschien nog veel belangrijker: een eerste stap om te komen tot meer communicatie tussen de VN in Suriname en de civil society. Een verslag van de avond:

“Soms zijn wij ook genderblind”, stelde Marcia de Castro, VN-vertegenwoordiger voor Suriname, Trinidad, Aruba en de Nederlandse Antillen. Zij deed deze uitspraak bij de openbare discussie “De VN-Suriname samenwerking en haar impact op gendergelijkheid”, die op 19 maart werd georganiseerd door Projekta. De VN toonde op verschillende momenten tijdens de avond de durf om de hand in eigen boezem te steken en kritisch naar haar eigen functioneren te kijken.

 Projekta organiseerde deze discussie in verband met de Maart van de Vrouw, een maandlang focus op de maatschappelijke positie van vrouwen in Suriname. Deze tweede editie van de Maart van de Vrouw staat in het teken van het CEDAW verdrag (Conventie voor de Eliminatie van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen) en de vooruitgang die Suriname heeft geboekt in het nakomen van haar internationale verplichtingen op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Het publiek in de goed gevulde zaal van Lalla Rookh bestond uit vertegenwoordigers van verschillende UN organisaties, ngo’s, medewerkers van ministeries en vertegenwoordigers van internationale organisaties. Samen waren wij getuigen van een primeur: de VN organisaties in Suriname presenteerden voor de eerste maal de nieuwe UNDAF aan een breder publiek.

 Wat is UNDAF?

Suriname en de Verenigde Naties tekenden in februari 2012 een samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2012 – 2016, de UN Development Assistance Framework (UNDAF).  De UNDAF is het raamwerk waarbinnen alle VN programma’s zijn geplaatst. In de periode 2012-2016 wil de VN haar programma’s in Suriname concentreren op drie uitkomsten. Allereerst is er een focus op de meest achtergestelde en kwetsbare groepen in onze samenleving en de verbetering van hun kwaliteit van leven, evenals het vergroten van hun participatie aan besluitvorming. Daarnaast wordt geïnvesteerd in versterken van wetgeving, beleid en begrotingsprocedures zodat Suriname kan voldoen aan haar committering aan o.a. internationale mensenrechtenconventies. Tenslotte zal ook de beschikbaarheid van data en informatiesystemen die moeten bijdragen aan beleidsformulering worden aangepakt.

Priya Hirasing, UNICEF
 Drie uitkomsten, die allemaal met elkaar samenhangen, en die de kwaliteit van leven van burgers moet verbeteren, alsook de wijze van beleid maken. Maar zal de UNDAF ook specifiek de maatschappelijke positie van vrouwen en mannen in acht nemen bij haar programma’s en hoe wil zij bijdragen aan het opheffen van maatschappelijke ongelijkheden, waren de  vragen die Projekta voorlegde aan de VN.

Geen analyses

VN team in overleg voor de presentaties
In inleidingen van de Castro en andere VN - vertegenwoordigers werden de diverse VN-initiatieven in Suriname kort toegelicht, zoals een programma voor het bevorderen van de toegang van vrouwen tot rechtshulp, een initiatief voor management van chemische stoffen, en een ondersteuningsprogramma voor school mapping in het binnenland van Suriname. Al deze vraagstukken hebben aspecten van genderongelijkheid, en met deze verhalen trachtte de VN te illustreren hoe zij bij denken te dragen aan het opheffen van ongelijkheid.
Maar deze incidentele projecten zijn nog niet genoeg. De VN beseft dat zij ook vaker genderblind programma’s ontwikkeld, dat wil zeggen dat zij er niet altijd specifiek bij stilstaan welke effecten de projecten die zij doet zal hebben op vrouwen en mannen. Dit is natuurlijk des te opvallender omdat de VN zelf de praktijk propageert van gendergevoelig plannen en uitvoeren. Hoewel de VN dit beseft, gaf de Castro aan dat er niet altijd voldoende diepgaande genderanalyses worden gemaakt.

 Presentatie statistieken

 In sommige gevallen zijn er wel statistieken beschikbaar die aangeven dat er in een bepaalde situatie sprake is van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen (bijvoorbeeld werkloosheid), maar die worden vervolgens niet gebruikt om diepergaande analyses van de oorzaken van die ongelijkheid na te gaan.

Maar er schort ook veel aan de presentatie van statistieken, die vaak niet begrijpelijk of beeldend genoeg zijn voor beleidsmakers en het algemeen publiek. Een mogelijke manier om statistieken toegankelijker te maken is door statistische kaarten (‘maps’) te maken, waarbij op visuele wijze data per geografisch gebied wordt aangegeven.  Uit voorbeelden van Trinidad & Tobago die zij beschreef, bleek dat ondanks dat vrouwen vaker doorstuderen, zij nog zwaar ondervertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt.
netwerken, ook daar zijn de discussies voor. LGBT advocate
Chrystabel Beaton met Marcia de Castro

Goede genderstatistieken, met de analyse erbij, zijn nodig om strategieën te formuleren. Henna Guicherit, cultureel antropoloog, merkte op: de data zijn niet het doel op zich, maar een middel om beleid te maken. Annette Tjon Sie Fat ging een stap verder en wilde graag weten op welke manier de UNDAF van 2012 – 2016 de ongelijkheden in programma’s zal weergeven. Monique Essed – Fernandes was het hiermee eens, en vroeg als de assumpties en risico’s in de UNDAF opgetekend staan, moet de VN ook niet aangeven op welke manier die aangepakt kunnen worden?

 Tools aanreiken is niet voldoende

Deze strategieformulering gebeurt echter niet door de VN-organisaties zelf. Zij ondersteunen overheden vooral door capaciteitsopbouw: het beschikbaar stellen van deskundigheid, het verzorgen van trainingen, het houden van seminars, en dergelijke. Volgens de Castro is de VN er vaak van uit gegaan dat als de overheid de tools krijgt die zij nodig heeft, de geleerde kennis zal worden toegepast in de praktijk. Helaas blijkt dit niet altijd het geval te zijn, en de VN-organisaties doen vaak ook onvoldoende kritisch navraag naar de resultaten van studies en het beleid dat daaruit voortvloeit.

Betrekken Civil society

Projekta Voorzitter Annette Tjon Sie Fat, en
 directeur Sharda Ganga, sceptisch?
Een ander verbeterpunt die de VN -vertegenwoordigers aangaven, is de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld. Judith Brielle van het UNFPA stelde: “Tot nu toe was er vooral een focus op resultaten en onvoldoende op context en issues. Er was te weinig gelegenheid voor het horen van standpunten van buiten de overheid.”

Ook de Castro gaf aan dat “het maatschappelijk middenveld tot nu toe onvoldoende is betrokken, en dat is iets dat wij moeten gaan verbeteren”. Zij verwelkomde dan ook het initiatief van Projekta, omdat dit de VN-organisaties ertoe heeft bewogen om kritischer naar hun eigen werk te kijken. Ook brengt de discussie over genderspecifieke statistieken dit vraagstuk weer onder de aandacht van beleidsmakers.

Wij tevreden!

Projekta ziet in deze laatste twee punten ook haar rol binnen het Surinaams maatschappelijk middenveld weer eens zichtbaar worden: het brengen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken onder de aandacht van het publiek en beleidsmakers, maar ook tegelijkertijd het bevorderen van de dialoog tussen de verschillende maatschappelijke partners. Projekta directeur Sharda Ganga gaf dan ook op verschillende momenten mee aan de VN: hier zijn wij, de Civil society. Laten we praten hoe wij samen deze UNDAF kunnen realiseren. Wat heb je van ons nodig?

Het gesprek is met deze discussie in elk geval op gang gekomen. Wij zijn tevreden.

woensdag 21 maart 2012

2e discussie: Stabiele gezinnen en gendergelijkheid

 Gendergelijkheid een bedreiging voor stabiele gezinnen?


DNA-lid Carl Breeveld maakt zich o.a sterk voor stabiele gezinnen. Op het eerste gezicht lijkt dit streven overeen te komen met die van vrouwenrechten-,kinderrechten- en gender-activisten: verdeling van zorgtaken, een stabiele omgeving voor kinderen, geen huiselijk geweld.

Siegmien Staphorst en Lillian Ferrier kijken of wij inderdaad wel allemaal hetzelfde willen. Hoe verhouden ‘traditionele’ gezinsrollen van mannen en vrouwen zich met vrouwen- en kinderrechten? Zijn stabiele gezinnen mogelijk zonder gendergelijkheid? Of is het streven naar gendergelijkheid juist een bedreiging voor stabiele gezinnen?

 Met:Carl Breeveld, DNA-lid, Siegmien Staphorst, vrouwenrechtenactivist, Lillian Ferrier, kinderpsycholoog 

Datum: donderdag 22 maart 2012
Lokatie: Conferentiezaal Lala Rookh;
Tijd: 19.00 uur

Toegang Vrij!

maandag 19 maart 2012

eerste openbare discussie Maart van de Vrouw 2012: de UN en gender

VN-Suriname samenwerking onder de loupe

Projekta houdt op maandag 19 maart in Conferentiezaal Lalla Rookh de eerste openbare discussie voor de Maart van de Vrouw 2012. De inleider is Marcia de Castro, vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor o.a. Suriname.  

Suriname en de Verenigde Naties tekenden in februari 2012 een samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2012 – 2016, de UN Development Assistance Framework (UNDAF).  De UNDAF is het raamwerk waarbinnen alle UN programma’s zijn geplaatst. In de periode 2012-2016 wil de UN haar programma’s in Suriname concentreren op drie uitkomsten. Allereerst is er een focus op de meest achtergestelde en kwetsbare groepen in onze samenleving en de verbetering van hun kwaliteit van leven, evenals het vergroten van hun participatie aan besluitvorming. Daarnaast wordt geïnvesteerd in versterken van wetgeving, beleid en begrotingsprocedures zodat Suriname kan voldoen aan haar committering aan o.a. internationale mensenrechtenconventies. Tenslotte zal ook de beschikbaarheid van data en informatiesystemen die moeten bijdragen aan beleidsformulering worden aangepakt.

Marcia de Castro van de UN overhandigt UNDAF 2012-2016
aan Minister Buza, W. Lackin . (foto: www,gov.sr)
 Drie uitkomsten, die allemaal met elkaar samenhangen, en die de kwaliteit van leven van burgers moet verbeteren, alsook de wijze van beleid maken. Maar zal de UNDAF ook specifiek de maatschappelijke positie van vrouwen en mannen in acht nemen bij haar programma’s?

Marcia de Castro zal aangeven hoe de UNDAF zal bijdragen aan gendergelijkheid, en welke voorwaarden daartoe nodig zijn. Zij zal ook ingaan op het vraagstuk van genderspecifieke statistieken, en de ervaringen van Trinidad & Tobago hiermee delen.

Datum: Maandag 19 maart
Tijd:     19.00 uur
Plaats: Lala Rookh Conferentiezaal, Lala Rookhweg

NB: Deze inleiding wordt verzorgd in het Engels

MDG 3
Projekta organiseert dit jaar wederom de Maart van de Vrouw, een maandlang focus op de maatschappelijke positie van vrouwen in Suriname. Deze tweede editie staat in het teken van het CEDAW verdrag en de vooruitgang die Suriname heeft geboekt in het nakomen van haar internationale verplichtingen op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid: de lange weg nog te gaan voor we inderdaad kunnen spreken van echte gendergelijkheid.

Openbare discussies zijn slechts één onderdeel van de activiteiten in deze Maart van de Vrouw. Evenals vorig jaar worden ook dit jaar gratis gendertrainingen verzorgd, een nieuwsbrief uitgebracht over de stand van zaken rond vrouwen en gendergelijkheid in Suriname, en wordt de Projekta blog gevuld met artikelen over het onderwerp. Ook zal een workshop voor NGO’s worden georganiseerd rond het gebruik van gender awareness materiaal, dat met financiële ondersteuning van de Nederlandse Ambassade te Paramaribo is ontwikkeld. Dit materiaal zal gedurende de “Maart van de Vrouw” ook via radio en televisie worden uitgezonden, om de aandacht van het algemene publiek te vragen voor verschillende aspecten van gender en gendergelijkheid.



-----------


woensdag 7 maart 2012

Gratis workshop: Kennismaken met Gender

We horen het maar al te vaak. Een vrouw die niet gediend is van de avances van een meneer. “Je bent gender noh!”, krijgt ze te horen.  Een vrouw die de deur openhoudt voor een man: “baja, ik kan niet met die gender van je hor”.  Een discussie over achterstelling van vrouwen die wordt afgedaan met de dooddoener: ”ja, maar vrouwen nemen het over van de mannen. Kijk maar naar het onderwijs”. Wil je praten over geweld tegen vrouwen, dan is er altijd wel iemand die zegt: ”maar mannen zijn ook slachtoffer hor”.

Van gewone mensen tot beleidsmakers (die ook gewone mensen zijn, maar wel met de macht om buitengewoon belangrijke besluiten te nemen): er is vaak een tegenstand te merken als het woord gender valt. Aan de andere kant merken we ook dat er vaak heel moeilijk wordt gedacht over gender. Dat het allemaal zo moeilijk is dat je je er liever ver van moet houden.
En dat is allemaal erg jammer. Want dat genderding raakt ons allemaal: vrouw en man, jong en oud, Hindoestaan of Creool of Inheems, of enz enz. Je zou bijna kunnen zeggen: zonder dat je het weet, beheerst en bepaalt het een groot deel van je leven. Als iets zoveel invloed heeft op jouw leven, is het dan niet tijd dat je weet wat dat ding nu eigenlijk is? En wat het met jou te maken heeft?

Vorig jaar was het precies 100 jaar geleden dat 8 maart als de Internationale Dag van de Vrouw werd ingesteld. Projekta greep de honderdjarige herdenking van 8 maart aan voor het launchen van de ‘Maart van de Vrouw’: een maandlang speciale aandacht voor de maatschappelijke positie van vrouwen in Suriname en in de wereld. Na de overweldigende belangstelling in 2011, organiseert Projekta dit jaar wederom twee GRATIS workshops ‘Kennismaken met Gender’ gedurende deze 2e editie van de ‘Maart van de Vrouw’. Aan de deelnemers vragen wij een vrijwillige bijdrage in de kosten (geheel vrijwillig – dus niet verplicht).

je kunt je opgeven voor een van de volgende workshops:

-          Dinsdag 13 maart van 17.00- 21.00 uur of

-          Donderdag 15 maart van 09.00- 13.00 uur

Adres: Kantoor Projekta, Mathoeralaan 32, Kasabaholo



Een ieder mag zich tot de dag voor de workshop opgeven op projekta@sr.net of op de tel.no.’s 439924 of 439925 (let op,het aantal plaatsen is beperkt! Vol=vol)

Projekta organiseert de 2e Maart van de Vrouw

Vrouwen willen niet anders dan een eerlijke samenleving

Als we op 8 maart de Internationale Dag van de Vrouw herdenken, dan is dat zoals altijd, wederom met gemengde gevoelens. Enerzijds vreugde over de vooruitgang die we reeds gemaakt hebben naar volledige maatschappelijke gelijkheid van vrouwen, en anderzijds de  weemoed om de lange weg die we nog hebben te gaan.

 Ook dit jaar zal Projekta gedurende de maand maart aandacht vragen voor de maatschappelijke positie van vrouwen in Suriname. Deze tweede “Maart van de Vrouw” staat in het teken van het CEDAW verdrag en de vooruitgang die Suriname heeft geboekt in het nakomen van haar internationale verplichtingen op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid: de lange weg nog te gaan.

 Een eerlijke samenleving

Helaas is nog niet iedereen in Suriname ervan doordrongen dat de maatschappelijke gelijkheid die vrouwenrechtenactivisten nastreven een ieder ten goede komen. Dat organisaties als Projekta - maar ook haar collega’s als de Nationale Vrouwen Beweging, het Women’s Rights Centre, het Ilse Henar Hewit Juridisch Bureau Rechtshulp voor Vrouwen, Stichting Stop Geweld, om er enkele te noemen- niets anders nastreven dan een eerlijke samenleving. Een samenleving waarin iedereen, ongeacht hun geslacht, zichzelf kan zijn en als gelijkwaardig wordt gezien en behandeld.

 Caricom staatshoofden: aandacht voor gender?

Het is opvallend dat in de dagelijkse stroom van overheidsinformatie over nieuwe plannen en nieuw beleid, er zelden tot nooit wordt gerept over gendergelijkheid en  vrouwenrechten. Dit is des te frappanter, omdat ons staatshoofd is aangewezen om Gender (naast Cultuur, Jeugd en Sport) uit te dragen binnen de Caricom – en Suriname dus in het Caribisch gebied de toon moet zetten op het gebied van genderbeleid. Projekta kijkt dan ook belangstellend uit naar de Caricom Heads of State meeting, die binnenkort in ons land wordt gehouden. Zal Suriname, wanneer de staatshoofden bijeen zijn op 8 maart, de Internationale Dag van de Vrouw, nu eindelijk de aandacht van het Caribisch gebied vragen voor het belang van gendergelijkheid in de regio?

Activiteiten Maart van de Vrouw

Tijdens de “Maart van de Vrouw” organiseert Projekta verschillende openbare discussies. Zo zullen Carl Breeveld, Siegmien Staphorst en Lillian Ferrier spreken over hun idee van stabiele gezinnen en man/vrouwrelaties; en zal Marcia de Castro van de UNDP een inleiding houden over de wijze waarop de net getekende UNDAF (UN Development Assistance Framework) voor de periode 2012-2016 zal bijdragen aan het opheffen van genderongelijkheid.

Naast de openbare discussies zal Projekta voor belangstellenden weer gratis trainingen “Kennismaken met Gender” verzorgen. En aan het eind van de maand zal een workshop voor NGO’s worden georganiseerd rond het gebruik van gender awareness materiaal, dat met financiële ondersteuning van de Nederlandse Ambassade te Paramaribo is ontwikkeld. Dit materiaal zal gedurende de “Maart van de Vrouw” ook via radio en televisie worden uitgezonden, om de aandacht van het algemene publiek te vragen voor verschillende aspecten van gender en gendergelijkheid.