Aanstaande dinsdag 8 maart is het Internationale
Dag van de Vrouw. Deze dag is wereldwijd een gelegenheid waarbij wordt
stilgestaan bij de economische, politieke en maatschappelijke verworvenheden
van vrouwen. Tegelijkertijd wordt op 8 maart stilgestaan bij de lange weg die
nog moet worden afgelegd voor er werkelijk sprake zal zijn van volledige
maatschappelijke gelijkheid van vrouwen en mannen.
Het onderstaande artikel verscheen eerder in
de ‘State of our Democracy 2015’. De gehele nieuwsbrief vindt u hier.
Door:
Henna Guicherit & Carla Bakboord, Women’s Rights Centre
Vrouwenrechten zijn
mensenrechten. Ze zijn het geboorterecht van alle mensen en dus ook van vrouwen
en moeten in onze democratische republiek onvoorwaardelijk worden
gerespecteerd. Dit betekent gelijke rechten voor zowel mannen als vrouwen. Maar
mensenrechten zijn in de loop der tijden eerder beschouwd synoniem te zijn aan
mannenrechten. Hoewel voor iedere burger een taak is weggelegd om de rechten
van alle mensen te waarborgen, ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de
bescherming en bevordering van vrouwenrechten bij de beleidsmakers.
Voor de beleving van
hun rechten moeten vrouwen niet alleen gehoord worden in het democratisch
proces maar ook in gelijke mate als mannen vertegenwoordigd zijn in posities
van beleid en besluitvorming.
2015 kenmerkte zich
in het bijzonder door de inspanningen die, in de aanloop naar de algemene vrije
en geheime verkiezingen, zijn gepleegd om vrouwen zichtbaarder te maken en hun
capaciteit te versterken voor deelname aan de politiekvoering. En niet zonder
succes. Maar vrouwen vormen in het politiek-bestuurlijke, als resultaat van
decennialange discriminatie, nog altijd een minderheid. Dit is terecht
aangemerkt als te zijn in strijd met haar mensenrechten. En ook in strijd met
het democratisch principe dat er voor moet zorgdragen dat het hele volk, dus
vrouwen en mannen, via haar vertegenwoordiging, deelneemt aan de besluitvorming
en de uitvoering.
Wanneer vrouwen en
mannen de strijd aanbinden tegen de ongelijke positie die vrouwen t.o.v. mannen
vanwege hun gender in diverse sectoren ondervinden, is dat rechtmatig en
bovendien in het belang van de verhoging van het democratisch gehalte van de
staat. Want inherent aan mensenrechten en democratie is het principe van
gelijkheid. Ongelijke kansen en behandeling, ongelijke toegang tot en
zeggenschap over bronnen leiden onder meer tot armoede, geweld en slechte
gezondheid. Zij vormen een aanslag op de samenleving en de democratie. Vanuit
het democratisch genderperspectief is het onrechtvaardig dat vrouwen in relatie
tot mannen minder rechten en waarde worden toegekend.
In het democratisch
model zullen dus ook de achtergestelde vrouwen betrokken moeten worden. En
vrouwen hebben de democratie nodig om hun stem te laten horen en om verandering
te brengen in een systeem dat structureel discriminatoir is en op gespannen
voet staat met de democratie. Deze vindt zijn oorsprong in het denken dat
mannen superieur zijn aan vrouwen en de machtsposities hen daarom toekomen. Als
iedereen vrij en gelijk in rechten en plichten geboren is, dan heeft niemand
méér recht dan de ander.
De ongelijke
machtsrelaties liggen ten grondslag aan de vele schendingen van vrouwen- en
kinderrechten zoals de verschillende vormen van huiselijk geweld die zij
dagelijks ervaren. Veiligheid is een harde
kern van een democratische rechtsstaat. De overheid zal maatregelen moeten
treffen om de veiligheid van vrouwen en kinderen ook in het private domein te
garanderen.
Na decennia van
strijd voor de erkenning en beleving van vrouwenrechten is het mensen-/
vrouwenrechtenbewustzijn nog laag.
Daarom moet de overheid, als verantwoordelijke, zelf het goede voorbeeld
geven door de democratische en genderprincipes na te leven. Voortbouwend op de successen die reeds zijn
geboekt, zal empowerment en verbetering van de positie van vrouwen ook
in 2016 boven aan de lijst prijken in de agenda’s van alle
mensenrechtenactivisten en ware democraten.-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten