maandag 23 april 2018

Een schooltuin is niet alleen van de school, maar van de gemeenschap

"Een schooltuin die enkel de verantwoordelijkheid is van de school, is gedoemd te falen." Zo sprak Sharda Ganga, directeur van Projekta de aanwezigen toe.

Leerkrachten en gemeenschapsorganisatie
Palisadeweg (Para) bespreken beheersstructuur schooltuin
Op zaterdag 7 april jongstleden waren leerkrachten, schoolleiders, oudercommissieleden en vertegenwoordigers van gemeenschapsorganisaties uit Brokopondo, Marowijne en Para bij een voor een workshop om de opzet en het beheer van schooltuinen in hun gemeenschap te bespreken. In totaal zullen er binnen het door ALCOA Foundation gefinancierde project ‘Schooltuinen voor onderwijs, ondernemerschap en life skills’ vijf schooltuinen in Para, Brokopondo en Marowijne worden opgezet, uitgebreid en/of gerenoveerd. Projekta is de uitvoerder van dit project.

Het duurzaam beheren van schooltuinen blijkt een groot probleem te zijn, daarom wordt binnen dit project vanaf het begin veel aandacht besteed aan het opzetten van een zgn. ’beheerstructuur’ voor elke tuin, die ervoor moet zorgen dat ook na afloop van het project de tuin blijft bloeien.
Workshop tuinontwerp
In groepsverband werd per school onder andere overwogen welke mensen in de omgeving van de school aanvullend betrokken kunnen worden bij de opzet en het onderhoud van de tuinen. Het “Schooltuinenproject” is in januari 2018 gestart en loopt tot het eind van het jaar. Gedurende deze maanden worden onder andere tuinen opgezet en groepen getraind in ecologisch tuinieren. Verder worden er leerkrachten getraind en gemotiveerd om lesplannen te gebruiken die speciaal zijn ontwikkeld om specifieke vakken als rekenen en taal te koppelen aan de schooltuinen.

De schooltuinen hebben ook een functie in de leefgemeenschappen van Brokopondo, Marowijne en Para. In deze districten planten velen op kostgrondjes en de kinderen helpen daarbij. De kennis van de principes van ecologisch tuinieren, waarbij de werking van de natuur zoveel mogelijk benaderd wordt, ontbreekt echter meestal. Leerkrachten, ondernemers en andere geïnteresseerden in de gemeenschap zullen binnen dit project worden getraind en begeleid in het verkrijgen van inzicht in deze principes welke dan worden doorgegeven aan de leerlingen.

IICA en trainers tuinieren
Ecologisch tuinieren is een alternatief op het tuinieren met gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, omdat het een stabiel ecologisch milieu creëert voor de gewassen. De wisselwerking tussen dieren en planten in dit ecologisch milieu versterkt de weerstand van de aanplant. Alex Yakaumo, een permacultuurdeskundige, ging met de aanwezigen na welke gewassen al geteeld worden op hun school en wat de behoefte was aan uitbreiding van de huidige aanplant. Over enkele weken zal hij ook de bodemgesteldheid van de scholen nagaan, samen met de lokale mensen. Bij EBGS Balingsoela planten enkele leerkrachten met hun leerlingen nabij hun woningen. Op OS Zinkkampoe doet de school al aan kassenteelt. 

Het is een vereiste in het project dat de schooltuinen realistisch worden opgezet en zelfredzaam zijn. Om die reden is de opzet klein bij scholen die pas starten met planten en wordt uitbreiding van oudere schooltuinen slechts toegestaan indien de school op lange termijn kan betalen voor het onderhoud en continuering. Alle aanwezige scholen zijn van plan verkoopmarkten te houden met de overschotten aan landbouwproducten om te voorzien in de benodigde gelden voor het duurzaam beheren van de tuinen.

Schoolleiders St. Angeline te Tamarin (Marowijne)
presenteren tuinontwerp
De uitdagingen voor de schooltuinen beperken zich niet tot financiering en het beheer. OS Bambi bijvoorbeeld gaf aan dat de school ligt in een volksbuurt, waarin buurtbewoners in het verleden zonder toestemming “hielpen” oogsten- de lege bedden werkten uiteraard demotiverend voor de leerlingen die letterlijk de vruchten van hun arbeid niet konden plukken. Om die reden kiest deze school voor een gesloten kassenteelt met toezicht van een wachter. Op andere scholen zal dit probleem aangepakt worden door ouders van de leerlingen te betrekken bij de sociale controle van de teelt. Op termijn hopen alle scholen in staat te zijn open, veilige moestuinen te opereren die draagvlak genieten van de woonomgeving.

Sommige scholen gaan nog verder in hun ambitie. Zo is het idee van de schooltuin van de St. Angelineschool te Tamarin in eerste instantie ontstaan om minder draagkrachtige leerlingen een paar keer per week te kunnen voorzien van een voedzame maaltijd. De school is voornemens regelmatig te koken voor deze leerlingen om hun eenzijdige menu aan te vullen. Op andere scholen dient de moestuin naast inkomstenbron, als aanschouwelijk materiaal bij themadagen over een gezond milieu en tevens als locatie voor het volgen van lessen.
OS Zinkkampoe (Marowijne)
Het overeenkomstig voordeel voor alle betrokken scholen is dat de scholen in de toekomst een kenniscentrum kunnen worden waar ondernemers en landbouwers uit het gebied agrarische trainingen kunnen volgen. Een eerste aanzet voor die trainingen valt ook binnen dit project. De trainingen dienen versterkend te werken voor wat betreft werkgelegenheid en voedselzekerheid in deze gebieden. Zo kan een schooltuin een kenniscentrum worden voor een gemeenschap.

maandag 9 april 2018

Gezondheidszorg voor iedereen, overal

Op 7 april was het Wereldgezondheidsdag, welke jaarlijks door de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO) gehouden wordt. Tevens werd op deze dag het 70-jarig bestaan van de organisatie herdacht. In Suriname organiseerde de regionale gezondheidsorganisatie Pan American Health Organization (PAHO) op vrijdag 6 april een nationaal debat.

Sharda Ganga, directeur van Projekta, hield een inleiding, waarbij zij de nadruk legde op het universele recht op gezondheidszorg, voor iedereen, overal. Gelijke toegang is gebaseerd op het principe van solidariteit en het uitbannen van ongelijke toegang moet onze prioriteit hebben.

De problemen met het gebrek aan transparantie en accountability zijn ook in de gezondheidszorg groot. Ganga vroeg aandacht vroeg voor de driedubbele rol van civil society: zij zijn zowel dienstverleners, als pleitbezorgers (advocates) voor rechtvaardig beleid en wetgeving, als een watch dog. In deze laatste rol ligt voor civil society organisaties de taak om de regering, maar ook bijvoorbeeld ziekenhuizen en verzekeringsmaatschappijen te controlen op de uitvoering van hun taken en verantwoordelijkheden.

Kort samengevat is een participatieve benadering is hetgeen we dringend nodig hebben, waarbij structurele dialoog en investeringen in civil society om haar driedubbele rol te kunnen uitvoeren van essentieel belang zijn.

Lees de gehele inleiding (in het Engels) hieronder.

Universal Health Coverage, everyone, everywhere

World health day dialogue- PAHO-Suriname, 6 april 2018, Ballroom Torarica

Here is an almost universal truth: when you are healthy, you don’t think about health care. It is when you loose the battle against a tiny mosquito and suddenly find yourself fighting for your life in a broken down hospital bed, and have to deal with toilets with no running water, that you realize: thank god I just started a job that covers my insurance. That was almost 20 years ago, and the first time I realized not just the importance of health coverage, but also how health care is the most important indicator of inequality.

Because after 3 days of utter misery in the third class ward, I was moved, by the grace of friends, to the second class- which was pure heaven in comparison. I felt a bit guilty that I was so happy to leave my fellow 3rd class patients behind, and embarrassed at how easily I forgot that one aspect that underlies the idea and the practice of universal health care: solidarity.

Last year I was again confronted with how unjust access to health care is- when a close relative was able to receive world class treatment outside of Suriname, simply because of the generosity of employers. Isn’t that the most offensive idea: that your right to live and the quality of care you can access, depends on your choice of job, and your socio economic circumstances.

Health care must be framed as a universal right, it’s access based on the principle of solidarity, and eradicating inequal access must be our priority.

It does come at a steep price, but are we sure that the price we are paying is the real price or are we paying way too much, and what are we actually paying for? Access to health care has been used as a political tool for too many years, for example- and we are still paying the price for the culture of garnering votes through distribution of ‘datra karta’, in the worst case using public service jobs as a gateway to the ‘datra karta’.

Non transparency, a lack of accountability, horrendous management and business practices, lack of checks and balances- the whole plethora of bad governance practices: they come at a steep price.

So this is one of the roles that civil society must take up, and wants to take up: holding duty bearers accountable. But civil society has more roles to play- what we call the triple role:

The first role is as Service providers- as through the Medical Mission, Stichting Lobi, the Diabetes Education One Stop Shops, and countless others, delivering essential services and creating public awareness. That is the role that governments and international organisations are comfortable with us playing, and would like to see us performing- how do I know that? Because that is usually the only type of program that they are willing to fund. And even then, they have us jump through hoops.

But civil society also has a role as Advocates-for citizens, healthy or not. We see a greater understanding of this role emerging- through for example, the Alzheimers Foundation, and Stichting Wiesje, who are now starting to understand that they need to move beyond service provision and need to advocate for legislation and policy change in order to have sustainable results that will truly benefit their constituents.

We do need to hear more from the citizens, the rights holders. For example, in the health care debate we witnessed the past months, we only heard governments and service providers- doctors, hospitals etc-, fighting over money. What we missed is that third voice- of citizens advocating for and demanding affordable, effective and efficient services, and having a say in how to achieve that.

The third role of civil society I already mentioned- the watch dog role, to hold all duty bearers accountable, not just the government, but also the insurance companies, the international organisations, the hospitals, the Vereniging van Medici, all health professionals, and service providers.

The other side of accountability is voice- you can only demand accountability if your voice is strong enough to be heard. Civil society must empower citizens to use their voice to claim their rights to access, and quality of care. But empowerment only makes sense if there are mechanisms in place for protection, so that you can dare claim your right and hold duty bearers accountable, without the fear that it would anger your doctor, or your insurance company to the point that your claim for your rights puts your health in jeopardy.

So ultimately, civil society must hold governments and partners, all duty bearers accountable, and empower citizens to claim their rights. But duty bearers need to ensure that citizens’ voices are heard, so that health systems are responsive to people’s needs.

In short: we need a more participatory approach, with structured dialogue, and investment in civil society’s capacity to undertake that triple role, not just as service providers.

Sharda Ganga
PROJEKTA &
Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur (BINI)