vrijdag 25 september 2020

Hoor ons nu: Rishi van Stichting Jágran Mangal

Tijdens de virtuele presentatie van de 'Prioriteiten tegen Geweld' op donderdag 10 september, vertelde een aantal community organisaties over wat zij nodig hebben om meer te betekenen in de strijd tegen huiselijk en seksueel geweld, inclusief geweld tegen kinderen.
Hier is het verhaal van Rishi van Stichting Jágran Mandal, die naast een Mandir ook een afdeling heeft die zich bezig houdt met verslavingszorg en het tegengaan van huiselijk en seksueel geweld. 

(De Prioriteiten Tegen Geweld zijn voortgekomen uit het Hear Us Now programma dat Projekta uitvoerde met financiering van de EU. Lees er hier meer over.)

Rishi tijdens een van de workshops van het Hear us Now programma
Mijn naam is Rishi Moella. Ik ben verbonden aan Stichting Jágran Mandal Suriname. Naast de Mandir hebben we ook aan afdeling die zich bezighoudt met verslavingszorg en nu, zeker sinds we deel zijn va het Hear Us Now programma dus ook het tegengaan van huiselijk en seksueel geweld. Ons werk bestaat uit het doorverwijzen naar specifieke instanties op basis van de hulpvraag van slachtoffers, psychologische coaching, doorverwijzing naar de politie, aanvraag bescherming bevel en situationele hulp. Wij hebben een brede doelgroep, echt iedereen kan bij ons binnenlopen. Wij zijn actief in het politieressort Uitvlugt tot en met politieressort Flora. 
Religie werkt ondersteunend aan onze dienstverlening naar de mensen aan wie wij hulp bieden toe. In onze dienstverlening hebben wij de mogelijkheid om mensen met een trauma als gevolg van seksueel of huiselijk geweld te begeleiden voor wat het geestelijk herstel betreft. Wij merken daar de resultaten van. 
Er zijn al enkele mensen, ook jonge meisjes, die hun verhaal, ondanks de bedreigingen van plegers, wel aan ons durven te vertellen, en wij begeleiden ze verder, ook naar officiële instanties, maar alleen als zij dat willen. 
De Mandir is net als vele andere gebedshuizen een plek waar groepen mensen regelmatig samenkomen en met elkaar in gesprek gaan, in grote en kleine groepen, over met name het eigen gedrag in lijn met wat geacht wordt ‘goed gedrag’ te zijn. Naast het een op een contact met bezoekers van gebedshuizen, kun je ook grotere groepen bereiken om te praten over gedrag Gebedshuizen zijn daarom uitstekende plekken om seksueel en huiselijk geweld ter sprake te brengen. Binnen de Mandir zetten wij dit gegeven in door bijvoorbeeld bij sommige diensten er aandacht aan te besteden en tijdens activiteiten met jongeren hierover te praten. 
Wij hebben gemerkt dat de religieuze insteek werkt om mensen aan het denken te zetten over het eigen gedrag. Ook bij de traumaverwerking heeft dit positieve resultaten opgeleverd.
Rishi tijdens een L&A workshop waarbij er gewerkt werd aan
de totstandkoming van de Prioriteiten tegen Geweld
Als meer religieuze organisaties ingezet worden in de strijd tegen huiselijk en seksueel geweld, kunnen zowel slachtoffers als daders in hun vertrouwde omgeving hulp aangeboden krijgen. Ook kan er vroegtijdig ingegrepen worden om toekomstige trauma’s voor slachtoffers te voorkomen en om ook te voorkomen dat de slachtoffers later in hun leven daders worden. 
Religieuze organisaties worden nog onvoldoende ingezet in de strijd tegen seksueel en huiselijk geweld. Het zijn organisaties die rechtsreeks contact hebben met slachtoffers die gebruik maken van de bestaande dienstverlening, en hebben daardoor een beeld van hoe deze te verbeteren. Maar ze kunnen ook uitgroeien tot dataverzamelingsbronnen rond huiselijk en seksueel geweld. 
Er is training en begeleiding nodig aan religieuze organisaties om de dienstverlening ter hand te nemen, om uit te groeien tot een plek waar huiselijk en seksueel geweld ter sprake komt. Ze moeten toegang hebben tot lokale dienstverleners, maar ook de bestaande dienstverlening helpen verbeteren door gehoord te worden bij het vormen van beleid. Als organisatie hebben wij in het Hear us Now programma ook trainingen moeten volgen. Gebruik ons als case study om een traject op te zetten voor religieuze organisaties. Wij zitten graag aan tafel met overheidsinstantie om dit traject uit te werken. 

dinsdag 22 september 2020

Hoor ons nu: Wiedja van Stichting Sari

Tijdens de virtuele presentatie van de 'Prioriteiten tegen Geweld' op donderdag 10 september, vertelde een aantal community organisaties over wat zij nodig hebben om meer te betekenen in de strijd tegen huiselijk en seksueel geweld, inclusief geweld tegen kinderen.

Hier is het verhaal van Wiedja van Stichting Sari, een organisatie die zich inzet voor meer genderbewustzijn en economische weerbaarheid van (met name) vrouwen in Nickerie.  

(De Prioriteiten Tegen Geweld zijn voortgekomen uit het Hear Us Now programma dat Projekta uitvoerde met financiering van de EU. Lees er hier meer over.) 

Wiedjawatie Jawalapersad tijdens een training aan vrouwen uit de polders over huiselijk geweld

Stichting Sari (Sarnam Nari) is opgericht in 2001 en gevestigd in Nickerie. Het doel van onze organisatie is om de achtergestelde Nickerianen i.h.b. de vrouwen genderbewust en economisch weerbaar te maken. Huiselijk Geweld is jammer genoeg al lange tijd een zorgpunt van de overheid en maatschappelijke organisaties, ook in Nickerie.

Binnen het project “Hear Us Now” van Projekta hebben wij als organisatie ons mogen verdiepen in wat seksueel geweld, huiselijk geweld en kindermishandeling allemaal inhoudt. Met de opgedane kennis, heeft dit project ons ook in staat gesteld om verschillende bewustwordingsactiviteiten te organiseren binnen de Nickeriaanse gemeenschap. We zijn vanaf december 2019 gestart met geven van voorlichting over seksueel en huiselijk geweld aan de vrouwen in de polders, VOJ-scholieren en opkomende verpleegkundige en ziekenverzorgers. Helaas zijn we in maart gestopt met de fysieke voorlichtingsactiviteiten vanwege covid-19.

Stichting Sari geeft infosessie over geweld aan COVAB Nickerie

Binnen het “Hear Us Now” project hebben wij van Sari ook een onderzoek mogen doen over “Huiselijk Geweld” in Nickerie met een bijzondere focus op incest.

Uit het onderzoek is gebleken dat slachtoffers meestal weinig kennis hebben over waar ze hulp moeten gaan zoeken, waardoor ze geïsoleerd worden van de gemeenschap en het geweld blijft maar plaatsvinden. De slachtoffers kunnen hun verhaal niet kwijt bij familieleden, omdat het geweld in sommige gevallen een “open geheim” is binnen de familie. Er is een enorm taboe rond seksueel en huiselijk geweld. Bij Hindoestanen hoor je niet te praten over seksueel en huiselijk geweld, want het zal een schande voor de familie zijn als anderen erachter komen. Slachtoffers die aankloppen bij Sari, proberen we door te verwijzen naar professionele instanties voor verdere hulp, omdat wij als organisatie slechts het eerste aanspreekpunt zijn voor slachtoffers. Ook zijn we gevestigd in Nieuw Nickerie, terwijl Nickerie veel groter is. Slachtoffer in de polders van Nickerie kunnen bijvoorbeeld niet terecht bij ons voor hulp omdat:

1. de afstand te groot is en ze zijn vaak genoeg financieel afhankelijk van hun partner

2. ze vaak genoeg niet beschikken over een mobiel

Sommige van de slachtoffers die ons hun verhaal toevertrouwen willen bijvoorbeeld uit hun thuissituatie en anderen willen gewoon dat het geweld moet stoppen.

Jammer genoeg zijn er in Nickerie geen meldpunten in de verschillende ressorten, waar slachtoffers makkelijk naar toe zouden kunnen gaan voor hulp. De verschillende politiebureaus hebben wel een slachtofferkamer, maar alleen die van Nieuw Nickerie heeft personeel. Terwijl seksueel en huiselijk geweld overal voor komt in Nickerie en niet alleen in Nieuw Nickerie.

Wiedja vertelt het verhaal van Stichting Sari tijdens de presentatie
van de Prioriteiten tegen Geweld op 10 september 2020

Ook zijn er in Nickerie weinig instanties die zich bezighouden met het begeleiden en de opvang van deze slachtoffers. Als gemeenschapsorganisatie hebben wij een luisterend oor voor slachtoffers van seksueel en huiselijk geweld, maar we zijn geen professionals en alleen kunnen wij seksueel en huiselijk geweld in Nickerie niet tegengaan. Daarom pleiten wij als Sari voor meer meldpunten in Nickerie met goed getraind personeel, en meer programma’s voor begeleiding van slachtoffers. Ook Sari wil doorgaan met onze voorlichting en begeleiding, dus we pleiten ook ervoor dat community organisaties zoals wij, betrokken blijven en ondersteund worden in ons werk.

zaterdag 19 september 2020

Hoor ons nu: Helene van Stichting Mama Joyce

Tijdens de virtuele presentatie van de 'Prioriteiten tegen Geweld' op donderdag 10 september, vertelde een aantal community organisaties over wat zij nodig hebben om meer te betekenen in de strijd tegen huiselijk en seksueel geweld, inclusief geweld tegen kinderen.

Hier is het verhaal van Helene Frijde, van Stichting Mama Joyce, waar opvangtehuis Eklesia te Commewijne deel van uitmaakt. 

(De Prioriteiten Tegen Geweld zijn voortgekomen uit het Hear Us Now programma dat Projekta uitvoerde met financiering van de EU. Lees er hier meer over. 

Helene Frijde tijdens de Human Rights seminar in 2019
Mijn naam is Helene Frijde van stichting Mama Joyce. Ik ben vrijwilliger verbonden aan een kindertehuis voor de opvang van voornamelijk meisjes. Het tehuis is in Commewijne, maar de kinderen komen van overal uit het land. De meisjes hebben verschillende traumatische ervaringen meegemaakt, waaronder ook seksueel geweld. Ondanks alles wat de meisjes meegemaakt hebben, heeft het overgroot deel van de meisjes prachtige schoolresultaten. En ook dit jaar hebben ze hele mooie overgangsrapporten en slagingsresultaten, dus daar zijn wij ook het schoolteam zeer dankbaar voor, voor de extra begeleiding die ze onze meisjes geven.

Wanneer de meisjes bij ons binnenkomen, hebben ze heel veel meegemaakt. Ik ga daar nu even kort over uitweiden. Ik verontschuldig mij alvast voor de voorbeelden die schokkend kunnen overkomen.

Eén van de knelpunten waar het tehuis mee kampt, is het betalen van de kosten die gepaard gaan met de medische zorg van de lichamelijke trauma’s die de meisjes opdoen als gevolg van seksueel geweld.

Een voorbeeld is het geval van de drie zussen die door een sociaalwerker bij ons zijn gebracht zonder een dokterskaart. Twee van de zussen hebben een aantal keren een zwangerschap moeten verwijderen, waarbij wat mis is gegaan. Deze meisjes moesten onder behandeling en er moest voor hen worden betaald. Zonder dokterskaart betekent dat de kosten zijn betaald uit de pot van kindertehuis Ekklisia.

Een ander voorbeeld is een meisje dat met spoed vervoerd moest worden naar de Eerste Hulp vanwege ernstige letsels als gevolg van seksueel misbruik. De ambulancekosten, inclusief de drempelkosten zijn het kindertehuis in rekening gebracht.

Een van de grootste obstakels is dan ook het in orde maken van de basiszorgverzekeringen van de kinderen. Zeker voor de groep die door de verschillende overheidsinstanties naar ons worden gebracht. Van deze groep hebben wij bijvoorbeeld geen familieboek om de kaart aan te kunnen vragen. Wij zouden al een heel stuk geholpen zijn als er bij de afdeling Jeugdzorg van het Ministerie van Sociale Zaken een loket is, waar wij terecht konden. Dat er daar dan medewerkers zijn die als taak hebben te listen welke documenten wij nodig hebben van het kind, en deze binnen een termijn van twee maanden in orde maken, en deze aan ons overhandigen- of die zelf zorgen voor de kaarten. Dat de afspraak is: als je een kind voor ons brengt, moet je ook de bazo-kaart voor ons brengen.

Het kindertehuis krijgt op dit moment geen overheidssubsidie. De laatste keer dat de leiding hiertoe een poging gewaagd heeft, is aangegeven dat het kindertehuis niet voldoet aan de voorwaarden. Maar ook na de afwijzing zijn er vanuit overheidsinstanties kinderen bij ons geplaatst. Je kunt je dan afvragen waarom wij blijkbaar wel voldoen aan de eisen van de Staat om slachtoffers op te vangen, maar wij niet goed genoeg zijn om van diezelfde Staat subsidie te ontvangen. Voor een kindertehuis als de onze is ondersteuning van de overheid om te kunnen voldoen aan de subsidievoorwaarden zeer welkom.

Begrotingstingstekorten van overheden en ministeries zijn ook bij ons bekend. Wij weten wat het is om met beperkte middelen te moeten werken, wij doen dit elke dag in het kindertehuis. Maar niet alle oplossingen vereisen meer geld. Wij hebben in het kindertehuis kinderen die langdurig bij ons verblijven, en waar bijvoorbeeld de kinderbijslag niet naar het kindertehuis komt, maar naar de ouders. In sommige gevallen dus: die ouders die ze hebben mishandeld of misbruikt. Wij vragen daarom om alvast deze aanpassing door te voeren, waarbij het geld niet naar de ouders gaat, maar op de rekening van de kindertehuizen terecht komt. Het is dus niet per se meer geld, maar een andere, doeltreffendere besteding van het geld.  


donderdag 17 september 2020

Hoor ons nu: Andy van Santostars

Tijdens de virtuele presentatie van de 'Prioriteiten tegen Geweld' op donderdag 10 september, vertelde een aantal community organisaties over wat zij nodig hebben om meer te betekenen in de strijd tegen huiselijk en seksueel geweld, inclusief geweld tegen kinderen.

Hier is het verhaal van Andy Bandison, van Santostars, die voetbalcoach is van kinderen op Santodorp.

(De Prioriteiten Tegen Geweld zijn voortgekomen uit het Hear Us Now programma dat Projekta uitvoerde met financiering van de EU. Lees er hier meer over.)

Mijn naam is Andy Bandison. Ik ben van de organisatie Santostars. Ik ben eigenlijk voetbalcoach van jongens en meisjes in van Santodorp. Voor deze hele Covid-situatie was ik elke zaterdag en zondag op het veld in Santodorp te vinden met de jongens en meisjes van de buurt. Wat wij proberen te doen, is dat wij voetbal gebruiken om de jongens en de meisjes te laten zien dat het anders kan dan de voorbeelden van bijvoorbeeld agressief gedrag die ze in de buurt zien. Er zijn afspraken, bijvoorbeeld over gedrag, waarvan wij ze leren dat ze op het veld gelden, maar ook buiten het veld. En ik woon ook zelf daar, dus ik kom mijn pupillen vaak tegen, dus kan ik ze ook buiten het veld op bepaalde dingen wijzen. En dan geef ik ze even een reminder van eej, je weet wat onze afspraak is toch.

Wij zijn dus in de buurt bezig met de jongeren. Zo ook met dat deel van huiselijk geweld. Een van de dingen die mij opvalt, en nu met al die Covid tori, is dat in de afgelopen twee maanden ik heb meegemaakt dat zeker drie moeders en hun kinderen door de vader het huis uit zijn gezet, en nergens hebben om naar toe gaan.

Eén van de gevallen die pas gebeurd is, is van een moeder die door Covid haar werk verloren heeft. Die man is nu enige kostwinnaar, en dat ding wordt dan een beetje zwaar voor die man. En dat brengt al spanning, en die man doet al wrevelig. Wat heeft dat ding nu erger gemaakt is dat die vrouw nu geld is gaan lenen bij iemand in de buurt, denkende dat ze die Covid-steun gaat krijgen en dan gaat terugbetalen. Maar ze heeft die man niet gezegd, want hij is al een agressieve type. Covid-steun is niet gekomen, en die persoon is toen daar thuis gekomen om naar het geld te zoeken. Die man is daardoor nog bozer geworden, en heeft hij die vrouw en die kinderen uit het huis gezet.

De vrouw heeft geen baan, en geen plek om naar toe te gaan met die kinderen, want er is geen opvang. En ze schaamt zich nu ook, want al d’r spullen lagen zo langs de straat. Ze is toen opgevangen door één van de buurtbewoners.

Er zijn nog zeker twee gevallen van moeders en kinderen die recent nog uit het huis gezet zijn. Eentje is teruggekomen naar de gewelddadige partner, omdat ze geen andere plek heeft om met die kinderen te gaan.

De kinderen worden ook betrokken in de ruzie tussen die ouders. En ze vertellen mij als coach wat er thuis gebeurt. Dus als coach dan kan ik nog zoveel met die jongeren praten over geweld, maar als ze thuis toch slechte voorbeelden zien, dan is het bijna doe no doe.

Ik praat ook met die ouders. Maar ik kan niet te ver gaan om advies te geven over man-vrouw relatie, en hoe je met frustraties om moet gaan, want ik heb die opleiding niet. Dus daarom zeg ik, dan zou het goed zijn als er een opvang komt voor de moeders en de kinderen, of voor die vaders. En ook dat er begeleiding komt hoe om te gaan met bepaalde situaties en met die kinderen. En wij als buurtorganisatie willen veel doen, maar wij hebben ook hulp en begeleiding nodig om hun te begeleiden.

dinsdag 15 september 2020

Ministers van SoZaVo en AW&J beloven meer betrokkenheid van maatschappelijke organisaties bij de aanpak van seksueel en huiselijk geweld


Donderdag 10 september presenteerden 38 maatschappelijke organisaties de ‘Prioriteiten tegen Geweld’ aan bijna 100 personen, waaronder Ministers Uraiqit Ramsaran van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) en Rishma Kuldipsingh van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW&J). Ook vertegenwoordigers van onder andere de Ministeries van Volksgezondheid, Justitie en Politie, het Academisch Ziekenhuis Paramaribo en UNICEF namen deel aan de Zoom-sessie. DNA was goed vertegenwoordigd met meer dan vijf parlementariërs van zowel coalitie als oppositie. 

Hoor ons nu: de stem van lokale gemeenschappen in beleid
Sharda Ganga, directeur van Projekta, opende de presentatie met een inleiding over het programma Hear Us Now (HUN): Bringing the Voices of Local Communities into the National Dialogue against Domestic and Sexual Violence’ dat Projekta begin 2019 gestart is met financiële ondersteuning van het European Instrument for Democracy & Human Rights (EIDHR). De prioriteitenlijst die gepresenteerd is, is samengesteld door gemeenschapsorganisaties die binnen het HUN-programma trainingen hebben gevolgd en zijn begeleid om te werken aan het tegengaan van geweld in hun buurt of binnen hun doelgroep. De prioriteitenlijst wordt verder ondersteund door grotere maatschappelijke organisaties die werken op dit gebied, zoals Women’s Rights Centre, Surinaamse Vereniging voor Psychologen en Orthopedagogen en Stichting Lobi.

Totstandkoming Prioriteiten tegen Geweld tijdens een workshop L&A in februari 2020
Tijdens de virtuele presentatie van afgelopen donderdag waren er verhalen uit de gemeenschappen van Andy Bandison van Santostars (Santodorp), Wiedjawatie Jawalapersad van stichting Sari (Nickerie), Rishi Moella van stichting Jagran Mangal (Uitvlugt/Paramaribo) en Helene Frijde van stichting Mama Joyce (Commewijne). Zij pleitten voor meer crisisopvang voor gezinnen, meer training en begeleiding aan religieuze organisaties zodat zij meer aandacht besteden aan het tegengaan van geweld en/of de zorg voor slachtoffers. Maar ze pleitten ook voor meer decentralisatie van hulpverlening door bijvoorbeeld meer meldpunten en meer programma’s voor begeleiding van slachtoffers en plegers. Heel concreet was de vraag dat als de instanties kinderen plaatsen bij tehuizen – vaak genoeg slachtoffers van geweld – die ook zorg moeten dragen voor de basiszorgkaart van die kinderen, en dat de kinderbijslag voor die kinderen aan de tehuizen toekomt, en niet aan de personen die de plegers zijn van het geweld of het misbruik.
De lijst met Prioriteiten tegen Geweld gaat in op deze en andere problemen en gebreken rondom de aanpak van seksueel en huiselijk geweld. 

Stichting Sari geeft infosessie over geweld aan COVAB Nickerie
Reacties en oplossingen
Carla Bakboord van Women’s Rights Centre, een van de nationale organisaties die zich al decennia inzet op het gebied van gendergerelateerd geweld, zei dat ze erg blij is met het HUN-programma en de gepassioneerde manier waarop de deelnemende organisaties zich inzetten tegen geweld in hun gemeenschappen en onder hun doelgroepen. De decentralisatie van de hulpverlening is nodig om het complexe probleem van gendergerelateerd geweld aan te pakken. Ze benadrukte dat het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden hoeft te worden en dat ze hoopt dat overleg zoals vandaag een structureel karakter krijgt, zodat de beleidsmakers horen wat er in het veld speelt. 

Minister Ramsaran van SoZaVo beaamde dat. Van de Prioriteiten tegen Geweld zal zeker gebruik gemaakt worden voor het ontwikkelen van geïntegreerd beleid, zei de minister, en hij nodigde de organisaties uit om om de tafel te zitten. Hij gaf verder aan dat er binnen het Integraal Kinderbeschermingsnetwerk (IKBeN) hard wordt gewerkt aan een systeem van doorverwijzing en case-management. 
Minister Kuldipsingh van AW&J legde de nadruk op voorlichting, opvoeding en het belang van praten met kinderen. Ze hoort graag meer ervaringen uit het veld en wil voor het ontwikkelen van beleid een samenwerking aangaan, zodat er beter beleid gemaakt kan worden, waarbij alle stakeholders op één lijn zitten. 
DNA-lid Ann Sadi benadrukte de noodzaak van het begeleiden van DR en RR-leden om een grotere rol te spelen bij dit vraagstuk, want zij begeven zich in alle hoeken van het district. DNA-lid Patricia Etnel, die ook sprak namens de voorzitter van DNA, legde de nadruk op voorlichting aan jongeren over gezonde relaties en sterke gezinnen. Het parlement heeft in de afgelopen jaren gewerkt aan strengere straffen voor daders, maar er moet ook een natraject van begeleiding zijn, zodat ze niet terugvallen in dezelfde situatie. Ze benadrukte het belang van het opnemen van duidelijke beleidsmaatregelen tegen geweld in ‘s lands begroting.

Gemeenschapsorganisatie A Jaw De organiseert knutseldag over geweld tegen kinderen
Actieve online participatie
Andere onderwerpen die werden besproken in de open discussie waren onder andere het identificeren van rolmodellen om voorlichting te geven, het belang van dataverzameling en het delen van informatie, het gebrek aan menskracht bij verantwoordelijke instituties, de noodzaak van een wettelijke basis voor subsidiebeleid voor opvanglocaties en capaciteitsversterking van de organisaties om aan de voorwaarden voor subsidie(aanvragen) te voldoen. 
Terwijl de sprekers hun verhaal vertelden en de ministers hun reactie gaven, ontstond er een actief gesprek in de chat, waarbij er vragen werden gesteld en beantwoord, informatie en tips gegeven en complimenten uitgedeeld. Het allerbelangrijkste was dat er contactgegevens werden uitgewisseld en afspraken werden gemaakt tussen de gemeenschapswerkers en beleidsmakers en volksvertegenwoordigers. Van zo een succesvolle lobby, met meteen concrete resultaten, had niemand durven dromen!

woensdag 2 september 2020

Virtuele ontmoeting tussen community en national level organisaties tegen geweld

Op woensdagavond 26 augustus organiseerde Projekta een virtuele kennismaking tussen gemeenschapsorganisaties en organisaties die zich op nationaal niveau bezig houden met de strijd tegen geweld tegen kinderen, seksueel en huiselijk geweld. Deze activiteit is onderdeel van het programma ‘Hear Us Now (HUN): Bringing the Voices of Local Communities into the National Dialogue against Domestic and Sexual Violence’ dat Projekta begin 2019 gestart is met financiële ondersteuning van het European Instrument for Democracy & Human Rights (EIDHR).

Tijdens deze kennismaking werd ook het concept peer-to-peer coaching in de praktijk gebracht, waarbij de lokale organisaties hun ervaringen konden delen en vragen konden stellen aan de experts van de meer ervaren organisaties. 

Gemeenschapswerkers tijdens het nationale seminar
over mensenrechten in november 2019

Aan deze interactieve online meeting deden 47 personen van 22 organisaties mee, waaronder de gemeenschapsorganisaties Stibula, Sari en The Hub, en national level organisaties zoals Surinaamse Vereniging voor Psychologen en Orthopedagogen, Youth Advocacy Movement (YAM), Stichting tehuis voor vrouwen in crisissituaties (STICRIS) en Stichting Ilse Henar-Hewitt Juridische Bijstand voor vrouwen. 

Vragen, advies en inzichten tijdens kennismaking

De vragenronde heeft veel waardevolle informatie en inzichten opgeleverd. De vragen waar de gemeenschapsorganisaties antwoord op zochten bleken zich op drie vlakken te concentreren: opvang, juridische bijstand/justitie; jongeren engagement/outreach; stigma van slachtoffers.  

Tijdens de uitwisseling van ervaringen bleek onder andere dat er een gap is in de hulpverlening voor jongeren tussen de 17 en 21 jaar. Wanneer zij geconfronteerd worden met huiselijk geweld, of bijvoorbeeld door hun ouders op straat worden gezet, zijn er nauwelijks plekken waar zij terecht kunnen voor hulp of (kort) verblijf. Eén van de community leiders die werkt op Latour gaf aan dat deze problematiek de afgelopen maanden verergerd is, omdat vanwege de maatregelen om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan, de vrijheid en mogelijkheid van deze jongeren om sociale activiteiten te ondernemen en zich te ontspannen ernstig beperkt is. 

De andere gemeenschapswerkers beamen dit: de problemen waarmee ze geconfronteerd worden, blijven zich, in deze Covid-19 situatie, opstapelen. De stress van ouders slaat (soms letterlijk) over op hun kinderen of op elkaar. Ook al zijn er geen landelijke officiële cijfers bekend, het aantal gevallen van huiselijk geweld is in deze periode toegenomen. 

Er is ook meer bewustwording nodig over seksueel geweld, want er is nog steeds sprake van stigmatisering van slachtoffers van seksuele mishandeling. Een organisatie die zich ontfermt over meisjes die seksueel misbruikt zijn, staat geregeld voor een dilemma: hoe kun financiële middelen binnenhalen voor de nodige professionele begeleiding van kinderen en jongeren zonder dat de hele samenleving weet dat het kind misbruikt is 

Omdat alle aanwezigen het erover eens waren dat wegwerken van dit stigma decennia kan duren, zal de focus moeten liggen op het vergroten van de weerbaarheid.

We moeten realistisch zijn want het stigma is er al duizenden jaren. Terwijl maatschappelijke awareness belangrijk is, moeten we vooral de weerbaarheid versterken, veerkracht opbouwen. De juiste begeleiding en het delen van jouw ervaring en de ervaring van andere slachtoffers die er bovenop zijn gekomen, kan hoop en kracht geven”, gaf Gloria Lie Kwie Sjoe van de stichting Weid mijn Lammeren aan. 
Door slachtoffers weerbaar te maken, kunnen zij beter omgaan met het bestaande stigma. Door hen een luisterend oor te bieden en begrip te tonen, zullen zij zich minder misplaatst voelen. Het draagt bij aan hun mentale herstel en zij zullen zich ook verder kunnen ontwikkelen tot gezonde burgers die sterk in hun schoenen staan. Een aanwezige psychologe benadrukte wel dat veel voorlichting geven en preventie onverminderd belangrijk blijven. Mensen die beleid maken moeten daar ook de ruimte voor krijgen. 

Behalve de uitwisseling van deze ervaringen, zijn er ook tips gegeven over telefonische hulplijnen, opvang voor acute gevallen van geweld, en juridische bijstand voor senioren die slachtoffer zijn van huiselijk geweld op financieel gebied (bijvoorbeeld dat hun kinderen hun AOV inpikken).


Lobby & advocacy tegen geweld
Het doel van het HUN-programma is tweeledig: om community organisaties te kunnen laten werken in hun eigen omgeving aan tegengaan van geweld, en dat de stem van gemeenschappen ook gehoord wordt in nationale discussies en beleid ten aanzien van geweld (lobby & advocacy).
Zo is er een toolkit ontwikkeld met verschillende bewustwordingsproducten waaronder spelletjes, zelftesten en quizzen, handleidingen en folders die de gemeenschapsorganisaties kunnen gebruiken in hun eigen omgeving.
 
In het kader van lobby & advocacy zijn de deelnemers getraind en begeleid om hun eigen verhaal te vertellen; zodat zij de realiteit van de gemeenschap vanuit hun beleving delen met anderen, ook de beleidsmakers. Tijdens het nationale seminar over Mensenrechten in november 2019 hebben vier organisaties de bevindingen van hun lokale onderzoeken gepresenteerd.

Presentatie lokaal onderzoek in Flora door The Hub tijdens de seminar over
mensenrechten in november 2019
In februari 2020 hebben de organisaties besproken welke rol zij kunnen en willen spelen in de strijd tegen geweld en wat zij daarvoor nodig hebben. Ondanks dat het beoogde vervolgtraject vanwege Covid-19 zich noodgedwongen verder online voortzette, is het resultaat een prioriteitenlijst van acties die nodig zijn om geweld uit te bannen die door 36 lokale en nationale organisaties is samengesteld en ondertekend. Deze lijst zal binnenkort tijdens een virtuele bijeenkomst worden aangeboden aan beleidsmakers en andere stakeholders. 
Totstandkoming prioriteitenlijst voor L&A afgelopen februari 2020
Al was het niet de intentie om een formeel netwerk te starten, toch is er tijdens de virtuele meeting een basis gelegd voor waardevolle samenwerkingsverbanden. Directeur van Projekta Sharda Ganga, die optrad als facilitator van de virtuele meeting, concludeerde tevreden: “Netwerken is een werkwoord, en er is vanavond gewerkt!