PROJEKTA,
met bijdragen van het ABS
Het thema van de vorige Internationale Dag van de
Democratie (15 september 2016) was: “Democracy and the 2030 Agenda for
Sustainable Development”. Hier is de nadruk dus gelegd op de rol van de SDG’s (letterlijk:
Duurzame Ontwikkelingsdoelen) bij het beleven van de democratie. In het
bijzonder Doel 16: ‘Promote just, peaceful and inclusive societies’ (het
bevorderen van rechtvaardige, vredige en inclusieve samenlevingen) benadrukt
inclusieve en participatieve gemeenschappen en instituten. De oud-Secretaris-Generaal
van de VN, Ban Ki-Moon, zei dat de implementatie van de doelen gesteund moet
worden door een sterke en actieve civil society die de belangen van
gemarginaliseerde groepen meeneemt.
Uitdagingen
voor het ABS
Het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) is één van de instituten die in
Suriname het realiseren van de SDG’s ondersteunt, door systematisch informatie
te verzamelen en rapporten uit te brengen. Tijdens
de Democratiemaand 2015, georganiseerd door Projekta en het Burgerinitiatief,
gaf het ABS in een presentatie aan dat er diverse obstakels zijn voor het
vervullen van deze rol: de beschikbaarheid van een baseline voor het maken van
schattingen en meten van progressie, en het ontbreken van een nationaal
gedragen definitie van armoede en wijze van berekening van de armoedegrens.
Hoewel
burgers een belangrijke bron van informatie zijn, is gebleken dat veel
huishoudens en bedrijven tot nu toe bang zijn om informatie over hun inkomsten
door te geven. De angst dat het ABS deze informatie doorgeeft aan de Belastingendienst
is nog steeds aanwezig. De bedrijven geven wel antwoord op de meeste vragen bij
onderzoeken, maar niet op vragen over hun inkomsten.
Naast
informatie van burgers en bedrijven, is ook data die aanwezig zijn bij de
overheid, bedrijfsleven en NGO’s van belang voor ABS. Voor een aantal van de SDG-indicatoren is het ABS
afhankelijk van administratieve gegevens van verschillende ministeries en
instanties. Voorbeelden van administratieve data zijn de geboortes, sterftes en
huwelijken die worden geregistreerd bij Centraal Bureau voor Burgerzaken. De
overheid stelt de informatie beschikbaar aan het ABS, maar vaak zijn de data
niet digitaal verwerkt (alleen hard copy beschikbaar) of beschikt een
ministerie of instantie niet over een data-unit die verantwoordelijk is voor
het updaten van informatie. Hetzelfde geldt voor de NGO’s die bijvoorbeeld
informatie (kunnen) aanleveren over vrouwen- en kindermishandeling of over
projecten in het binnenland.
Naast de cijfermatige gegevens die nodig zijn voor het
kunnen uitrekenen van de SDG-indicatoren, zijn de gegevens over het beleid dat
uitgevoerd wordt even belangrijk. Alleen dan kan er bepaald worden of ons land
een doel wel of niet heeft gehaald.
De
uitdagingen aangaan
Op 1 juni 2016 installeerde
de Minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) de ‘Nationale Commissie
Vaststelling Armoedegrens’ (NCVA). In de NCVA zitten vertegenwoordigers van het
ABS, het Institute For Graduate Studies and Research (IGSR) en het Planbureau.
Dhr. Jerrel Renfrum (waarnemend directeur van SoZaVo) is de voorzitter. In
de laatste zes maanden van 2016 is er hard gewerkt aan methodes voor het
bepalen van de armoedegrens. Het ABS heeft bijgedragen aan methoden voor het
bepalen van de inkomensarmoede, het IGSR heeft gekeken naar Multidimensionele
Armoede, terwijl het Planbureau en SoZaVo hebben gekeken naar het beleid. Het
Rapport van de Commissie moet worden afgerond en ingediend bij de
Sociaal Economische Raad (SER) en het Parlement ter advies en goedkeuring.
Startpunt voor de
SDG-dataverzameling zijn de gegevens van de zesde Multiple Indicator Cluster Survey
(MICS), een onderzoek uitgevoerd door SoZaVo in samenwerking met het
Kinderfonds van de VN (Unicef). Het MICS-onderzoek
zal informatie verzamelen over onder andere onderwijs, kinderarbeid, water en sanitair,
de staat van de woonomgeving en de reproductieve gezondheid van vrouwen, mannen
en kinderen.
Er is helaas onvoldoende informatie
beschikbaar over de nieuwe SDG-indicatoren, vooral de milieugerelateerde
indicatoren. Het ABS verwacht ook niet dat de nodige onderzoeken hiervoor op
kort termijn uitgevoerd zullen kunnen worden, vanwege een gebrek aan financiële
middelen bij de overheid. Om dit op te vangen, heeft het ABS tijdens de
laatstgehouden Milieustatistieken Workshop van 27 juli 2016 de SDG-indicators
gedeeld met stakeholders die milieudata aanleveren aan het ABS voor hun Milieustatistieken
publicatie.
Om de uitdaging
van het verzamelen van informatie van de overheid aan te gaan, pleit het ABS
voor het instellen van een zogeheten SDG-commissie om informatie te verzamelen
over beleidsprogramma’s van de overheidinstanties. De commissie zou de
werkwijze kunnen volgen van de MDG-commissie van 2014. Daarbinnen waren er twee
focal points per ministerie, en werd informatie
over beleidsprogramma’s per ministerie gedeeld en eventueel verzameld. De
Commissie analyseerde ook de voor- en nadelen van bepaalde programma’s, bracht
uitdagingen in kaart, en brainstormde over oplossingen. Aan de hand van dit
systeem is het Nationaal MDG Rapport van 2014 samen met het National Instituut voor Milieu en
Ontwikkeling (NIMOS), het Ministerie van Buitenlandse zaken (BUZA) en het
Planbureau geschreven. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de
verantwoordelijke instantie om deze commissie weer te installeren.
Informatie,
democratie en ontwikkeling
Indien informatie niet op een adequate wijze wordt verzameld
en opgeslagen, met een duidelijk doel voor ogen, glipt het als los zand door onze
vingers. Als het doel is ‘goede kwaliteit onderwijs voor een ieder’, dan moet
informatie worden vastgelegd over o.a. inschrijvingen, afschrijvingen,
mutaties, overgangspercentages, keuze van vervolgonderwijs en de gehanteerde
procedures. Ook is het belangrijk om te weten hoeveel middelen zijn ingezet. Op
basis hiervan kan de overheid haar beleid aanscherpen.
Adequate informatiesystemen stellen overheid, bedrijven
en burgers in staat om na te gaan als gestelde ontwikkelings- en beleidsdoelen
haalbaar zijn, of middelen effectief en efficiënt zijn ingezet en of het
gewenst resultaat wordt bereikt.
Goede en toegankelijke informatiesystemen vergroten
ook het vertrouwen in bedrijven, NGO’s en de overheid. Door geen informatie te
delen uit vrees wordt een cultuur van wantrouwen in stand gehouden. Dit
verzwakt de instituten die de ontwikkelingen van het land
moeten uitzetten en monitoren.
In
november 2016 organiseerde Projekta in samenwerking met het Burgerinitiatief
voor Participatie en Goed Bestuur (BINI) voor de 9e keer de
Democratiemaand. Deze editie was gericht op het bevorderen van kritisch
democratisch burgerschap, onder het motto: ‘Kritische Burgers: Rechten en
Verantwoordelijkheden’.
Net
als voorgaande jaren heeft Projekta openbare activiteiten georganiseerd om een
breed publiek te informeren over diverse democratische onderwerpen; dit keer
middels een serie mini-seminars en mini-masterclasses met als kernthema’s:
mensenrechten, financieel-economisch beleid en goed bestuur.
Sinds
2009 brengt Projekta aan het slot van de Democratiemaand ook de State of our
Democracy-nieuwsbrief uit. Vanwege organisatorische omstandigheden is de
publicatie van de nieuwsbrief niet gerealiseerd tijdens de Democratiemaand. De
inhoud van de nieuwsbrief vinden wij echter te belangrijk om niet te delen met
het publiek. Daarom publiceren wij de artikelen uit de nieuwsbrief alsnog.