Maandagavond
19 november was de laatste activiteit van Projekta in het kader van de vijfde Democratiemaand,
welke als thema ‘Actieve burgers’ had. In de bomvolle zaal van Lalla Rookh gaf de voorzitter van de Nationale Assemblee, Mevrouw
Jennifer Simons een inleiding over haar visie op democratie en actief
burgerschap. Hieronder volgt een verslag van haar betoog en de geanimeerde
discussie die volgde.
Informatie
en structuur belangrijke voorwaarden
De voorzitter startte haar inleiding door te stellen
dat een basisvoorwaarde voor democratie en actief burgerschap is dat informatie
dichtbij en toegankelijk moet zijn: “je moet als burger begrijpen waarover het
gaat om mee te kunnen doen.” De informatie is in grotere samenlevingen niet
altijd overzichtelijk en men moet geschoold zijn, wil men het kunnen begrijpen.
Soms zijn burgers te arm om de informatie op een behoorlijke manier tot zich te
nemen. “Als er armoede is, is democratie moeilijk. Parlementaire democratie is
eigenlijk voor een samenleving met een sterke en grote middenklasse.” Zij stelt
ook dat burgers de kans moeten krijgen om die informatie te verwerken en toe te
passen door op hun eigen lokaal niveau met het bestuur om te gaan. Als mensen
niet kunnen participeren in besluitvormingsprocessen die van invloed zijn op
hun leven, dan is er geen democratie.
Daarnaast was de behoefte van een betere bestuurlijke
organisatie van het land een terugkerend thema in het betoog van de voorzitter:
“Naast de nationale overheid en een district, kennen we in bestuurlijk opzicht
geen dorpen, steden of gemeenten. Het ontbreken van die lokale structureren belemmert
onze ontwikkeling, hoewel veel burgers niet realiseren hoe ernstig dat is. Het
huidig bestuurlijk model biedt niet de ruimte dat iedereen kan participeren en
zich kan ontwikkelen.” Een ingrijpende grondwetswijziging op dat stuk is
niet eens nodig, zegt zij, omdat in de Grondwet al is vastgelegd dat burgers moeten
kunnen participeren en dat er lokale overheden moeten zijn.
Tijdens de discussie gaven verschillende mensen uit de
zaal aan, dat zij ook ervaren dat er op lokaal niveau te weinig invloed kan
worden uitgeoefend. Er worden wel hoorzittingen gehouden, maar ressort- en
districtsraden hebben geen ruimte om zelf zaken te organiseren en uit te
voeren. Men blijft afhankelijk van ministeries, die hun verzoeken wel of niet
op de begroting opnemen en uitvoeren. Desondanks moeten burgers volgens de
voorzitter meer trekken aan DR- en RR-leden, vooral als het gaat om het kenbaar
maken van behoeften, en het meewerken aan ontwikkelingsinitiatieven. De DR- en
RR-leden hebben hoe dan ook een bepaalde verantwoordelijkheid als lokale
volksvertegenwoordigers. Ook moet er meer bewustzijn komen dat de Nationale
Assemblee verantwoording schuldig is aan het volk, en moet het volk deze vaker
vragen en eisen van de Assembleeleden.
Het aanpassen van de bestuurlijke organisatie van het
land is misschien een grote klus om te klaren, maar daarover moet alvast worden
nagedacht en met elkaar gesproken. Projekta gaf aan dat de organisatie al
langer bezig is te kijken naar het vormgeven van lokale burgerparticipatie
binnen het huidige bestuurlijk systeem en dat ook anderen, zoals Annette Tjon
Sie Fat, zich daarover hebben gebogen. Er is afgesproken dat er een uitwisseling
van informatie komt, en dat het volgend jaar een vervolg komt op de discussie
waarbij specifiek de ideeën van de voorzitter en van Projekta over participatie
en lokaal bestuur worden besproken.
Wat doet de
assemblee?
“Democratie en participatie zijn als een kankantrie.
Het begint als een heel klein zaadje, je kan niet verwachten dat je in korte
tijd een enorme boom hebt. Dus laten we beginnen, en vandaag starten.” De
Nationale Assemblee is daarom gestart met verschillende stappen die de drempel tot
participatie moeten verlagen, met name voor wat zij noemt “de burgers die daar
al klaar voor zijn”. Ze noemde in haar
betoog enkele voorbeelden zoals de verantwoording over de werkzaamheden: “In de
Nationale Assemblee wordt over van alles en nog wat gesproken, maar de media
zendt maar drie minuten uit en dan het liefst het momentum dat parlementariërs
met elkaar ruzie hebben. Daarom wordt er nu al via de website, meer worden verteld
over wat er is besproken en gedaan in het parlement.” In 2013 zal dat ook via
een eigen journaal gebeuren.
Maar ook in de werkwijze zijn veranderingen
opgetreden. Fracties hebben nu hun eigen secretariaten. “We zijn ook begonnen
met openbare commissievergaderingen, waarvoor mensen uit de sector worden uitgenodigd.
Bij de wet op de bloedvoorziening zijn 13 vergaderingen gehouden met de sector.
De commissie heeft toen het wetsvoorstel helemaal gewijzigd.” Deze werkwijze is
nu nog incidenteel, maar moet structureel worden.
Soms zijn het ook relatief kleine zaken, zoals het
feit dat kledingvoorschriften voor bezoekers nu zijn versoepeld. Alleen voor de
officiële vergaderingen gelden nog de strenge kledingvoorschriften.
Verschillende bezoekers gaven deze avond aan dat zij
zelden tot nooit een reactie op hun brieven krijgen en dat ze het gevoel
krijgen dat er weinig tot niets met hun input wordt gedaan. De Assemblee is
telefonisch moeilijk bereikbaar, en afspraken kunnen soms pas na 3 maanden. Dat
een heleboel zaken bij DNA belanden is voor de voorzitter een teken dat andere
systemen niet optimaal werken. De stroom van binnenkomende brieven met grote en
kleine vragen, verzoeken en voorstellen hebben de aandacht van de Nationale
Assemblee.
“Er wordt nu
een onderzoek gedaan naar het soort brieven dat binnenkomt en of het nodig is
om een soort ombudsbureau te creëren vanuit het parlement. Vaak blijkt dat
mensen komen met verzoeken voor woningen, en werk- en relatieproblemen. Men
verwacht dat deze door de parlementariërs worden opgelost. Er zijn ook brieven
met voorstellen of brieven die maatschappelijke problemen aankaarten.
Halverwege 2013 komt het onderzoeksteam met een advies over dit vraagstuk.”
Sluitstuk
Democratiemaand: Videoverslag Actieve Burgers en de ‘State of our Democracy’
Na de inleiding en discussie vertoonde Projekta een
videoverslag over haar onderzoek onder 15 ‘actieve burgers’, personen die zich
actief inzetten voor de rechten van vrouwen en kinderen, buurt- en
gemeenschapsontwikkeling, dierenwelzijn en het milieu. Ook presenteerde zij de
vierde editie van haar jaarlijkse ‘State of our Democracy’ nieuwsbrief. Download de nieuwsbrief hier (PDF).
Goeie dag ik, Tjin Aton Manouska, ben student van het FTeW en heb voor het eerst een discussieavond van projekta bijgewoond op 19nov.
BeantwoordenVerwijderenik wou 2 opmerkingen maken aangaande bepaalde uitspraken die mw.simons die avond gemaakt had.
1.een belangrijke tool voor actief burgerschap is informatie.dat verkrijg je door naar school te gaan en ICT.
ik woon in distrikt para, waar 1cyber kilometers ver van je huis is en als je er eenmaal ben blijkt dat je 1simpel document van wikipedia niet eens kan kopieren op een wordfile of dat die computers defect zijn.zelfs voor adequate computerlessen met men helemaal naar de stad.als je rike ouders heb die internet aan huis kunnen permiteren,is het niet zo moeilijk,maar what about hun die dat niet kunnen.
ik ben door de universiteit achter bepaalde zaken gekomenen ben nu 23jaar.hier ga ik op het internet, en zo...
2. mw.simons haalde ook aan dat we de rr-leden van ons distrikt moeten opzoeken.
hoe kan ik dat doen als je niet eens weet wie ze zijn, waar ze wonen en hoe ze te bereiken met een probleem of vraagstuk?
ik zit met heel veel dingen,weet u.
Cleopatra,1geboren en getogen, paraanse deed mee aan youthvoice.ik heb jeugdparlementariers proberen te bereiken want het is een jongerenaangelegenheid, maar tevergeefs.
ik heb de regisseur van parakranti gebeld en gemaild en ze bood aan om gratis een stuk hierover te publiceren, die ik had geschreven.
ik ben op eigen houtje naar 2muloscholen geweest in de 1e week van oktober,heb ze gemotiveerd hun best te doen en daarna hun droom te verwezenlijken.
Cleopatra is 16jr,zit in de 5e klas van HAVO3 en mocht pas na mulo meedoen aan youthvoice.
mijn slotwoorden waren dat er zoveel potentie, talent en zo zit in de jongeren van dit distrikt.We moeten dus niet onderschat worden. daarom moeten belidsmakers en andere invloedrijke mensen voldoende tijd, energie en geld stoppen in onze jongeren.