Jongeren en ICT in participatieve, democratische
processen – deel 2

Klik
hier voor het verslag over de eerste stelling ‘Social media, als onderdeel vanICT’s, zorgen voor de verarming van het politiek debat’.
ICT-onderwijs verplichten
De
tweede stelling was ‘ICT-onderwijs moet verplicht worden op scholen en voor
overheidsdienaren, zodat participatie in democratische processen wordt
gestimuleerd’.
Agatha Castillo (Global Shapers Paramaribo) regeerde als eerste
panellid op deze stelling. Zij gaf aan dat ICT-onderwijs belangrijk is, maar
zij was er niet zo zeker van dat ICT-onderwijs perse de participatie in
democratische processen zal stimuleren. “Mensen moeten juist bijgebracht worden
dat zijn moeten participeren, ze moeten weten wat democratie is en wat dat
inhoud, wat hun rechten en plichten zijn. En als ze dat weten, kunnen zij ICT
gebruiken om hier inhoud aan te geven”. Derrick Boldewijn (JCI) was het eens
met Agatha en voegde eraan toe hoe kwalijk het is dat er in het huidig
onderwijs geen aandacht besteed wordt aan participatie en democratische
processen.


Een van de aanwezigen gaf aan dat jongeren voor het leren participeren
in een democratisch systeem zich niet tot ICT moeten richten, maar binnen
organisaties zoals Global Shapers Paramaribo en JCI moeten participeren. Want,
zo zei hij: “Daar heb ik geleerd om te participeren en mijn mening te geven”.
ICT maakt
wetgeving overbodig
De derde stelling was: ‘Moderne communicatie technologieën
verminderen de noodzaak van het creëren van transparantie via wetgeving en
daarmee de mogelijkheid om machthebbers verantwoordelijk te houden’.
Volgens Clayton
zal gebruik van moderne communicatie technologieën de noodzaak van wetgeving op
transparantie niet verminderen. De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) is nodig,
daar veranderen de aanwezigheid van moderne
communicatie technologieën niets aan. Transparantie moet bij wet verplicht
zijn. Ook Derrick deelde deze mening. “ Je kan iemand niet ter verantwoording
roepen via moderne technologie. Je kan iets ter sprake brengen, aar je kan de
persoon niet dwingen tot aftreden”. En toch, kwam de moderator in, voelt men
zich sneller onder druk gezet als je naam wordt genoemd via social media in een
kleine gemeenschap als Suriname. Derrick vond dat dat afhangt van hoe
principieel de persoon over wie het gaat is. “In Suriname lijkt een slecht
imago op social media niet tot aftreden”.
De enige
manier om wetten zoals de WOB en de Anti-corruptiewet te krijgen, is als
burgers zaken eisen en andere zaken afstraffen, zegt Derrick. “Wie het kruis
heeft zegent immers zichzelf. Nergens is het gebeurd dat de leiders zichzelf
aan banden hebben gelegd. Burgers moeten afstappen van het idee dat politici
halve goden zijn en dus bang zijn om iets te zeggen”. Agatha staat hier
volledig achter. “ Er moet via wetgeving gereist worden dat dingen gebeuren. Moderne
communicatie zal daar niet toe leiden”. Volgens Eugenio kan moderne media wel de
noodzaak versterken, doordat er druk wordt gezet op beleidsmakers.
Concluderend
kan worden gesteld dat ICT een middel kan zijn om zaken controleerbaar te maken
en transparantie te vergroten, maar er is wetgeving nodig die dat verplicht
stelt en regelt. Vanuit de zaal werd aangegeven dat: “Transparantie nooit te
veel kan zijn. Moderne communicatie technologie zorgt voor druk, maar de
beleidsmakers hebben nog steeds de vrijheid om het te doen zoals ze willen”.
Jongerenorganisaties als wipplank voor politieke
carriere
Tijdens de
discussie werd er meerdere malen afgeweken van de stellingen. Zo werden de
aanwezige panelleden ook uitgedaagd kritisch naar hun eigen organisaties te
kijken, want het democratisch functioneren en de slagvaardigheid van jongerenorganisaties
in Suriname is twijfelachtig.
Clayton
haalde aan dat er in het verleden een studentenvakbond bestond en dat het
voornemen er is om deze weer leven in te blazen. De vraag die hierop volgde was
haast vanzelfsprekend. Waarom bestaat de (oude) studentenvakbond niet meer? Het
antwoord: “Het is opgehouden te bestaan, omdat jongeren de organisatie hebben
gebruikt als wipplank voor hun verdere politieke carrière. Je ziet dat ook bij
het Jeugdparlement”. Het zaad was geplant voor de discussie.


Vanuit
Projekta werd opgemerkt hoezeer leiderschap wordt afgebakend tot louter het
politieke en er geen ruimte over blijft voor leiderschap in de maatschappij.
Verandering breng je niet alleen via de politiek, maar ook middels het creëren
van counterbalans. Vanuit de zaal werd dit punt ondersteunt. Er zijn genoeg
jongeren die talent hebben om op een andere manier hun bijdragen te leveren,aar
Surinamers geloven dat de politiek alles bepaalt. Volgens Derrick zouden er
meer initiatieven als deze moeten zijn om mensen maar zeker jongeren hiervan
bewust te maken. “Je kan hen leren dat politiek niet de enige weg is”. In dit
proces van democratisering hebben wij allen een belangrijke rol te vervullen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten