Dit artikel verscheen eerder in de ‘State of our Democracy 2015’. De gehele nieuwsbrief vindt u hier.
Op een dag in 2013 was Karin Refos in Indonesië, als
deel van een KKF-handelsmissie. Refos is directeur van
het communicatiebureau Stas International en dit jaar
prominent aanwezig in het publiek debat met de OOK
ZIJ campagne voor meer vrouwen in het politiekbestuurlijke.
Ze keek in Indonesië om zich heen en
realiseerde zich dat zij de enige vrouw was die daar was
vanuit het bedrijfsleven, de rest van de vrouwen was
meegekomen als partner van een zakendoende man.
“Zijn er geen vrouwen in het KKF-bestuur?”, vroeg Refos
aan de voorzitter van het KKF. “Nee”, was het
antwoord. “Dan wil ik wel”, gaf Refos aan, “en met mij
nog vele andere vrouwen.” De KKF-voorzitter raadde
haar aan om dan mee te doen met de eerstvolgende
KKF-verkiezingen. In het eerste OOK ZIJ debat kwam het
gebrek aan vrouwen in het KKF-bestuur ook ter sprake
en werd aangegeven dat men wel moeite had gedaan
om meer vrouwen te interesseren. De Kamer heeft niet
geïnvesteerd in het daadwerkelijk trachten na te gaan
wat de obstakels waren voor vrouwen en die door
middel van gerichte acties weg te werken, was de kritiek
hierop. Net als in de politiek blijven vrouwen niet weg
omdat ze niet willen of kunnen, maar omdat er
zichtbare en onzichtbare obstakels op hun pad zijn.
Het is tijd voor nieuw bloed in de Kamer, en daar is de
huidige voorzitter het gelukkig mee eens, zegt Refos.
“De verkiezingen van de Kamer zijn al veel te lang een
ons-kent-ons verhaal. Sommige bestuursleden zitten al
langer dan 20 jaar in het bestuur. Ze worden keer op
keer door een paar enkelingen die toegang hebben en
de verkiezingen orchestreren, geplaatst”, vindt Refos.
Het is dan begrijpelijk dat vrouwen, die niet in die innercircle
te vinden zijn, al bij voorbaat niet geneigd zijn om
uit zichzelf achter een bestuursfunctie aan te gaan. Het
proces is namelijk behoorlijk ingewikkeld, zeker als je
geen ondersteuning hebt van binnenuit.
Achterhaalde wet
Het bestuur van het KKF komt tot stand middels een
trapsgewijze verkiezing, in twee rondes. In de eerste ronde
wordt de totale Kamer gekozen, per branche.
De Kamer bestaat uit 21 leden en 21 plaatsvervangers die
om de vier jaar worden gekozen door de acht
bedrijfsgroepen van het KKF: detailhandel, overige handel
en tussenpersonen, nijverheid en industrie, financiële
instellingen en het verzekeringswezen, verkeersbedrijven,
hotel-, café-, restaurant- en amusementsbedrijven,
mijnbouw en industriële verwerking van mineralen; en
bosexploitatie en industriële verwerking van bosproducten.
Elke branche kiest tussen de twee en vier personen, en de
gekozenen van alle acht branches vormen samen de
Kamer. In de tweede ronde wordt, iedere twee jaar, het bestuur van de Kamer bepaald. De 21 leden in de Kamer kiezen dan uit
hun midden een dagelijks bestuur van acht personen. Iedere bedrijfsgroep wordt door één lid vertegenwoordigd in het
bestuur. Nu schuift volgens de wet de oudste uit de branche automatisch op naar het dagelijks bestuur. Een onrechtvaardige
en gedateerde regel als je ooit verjonging en vernieuwing wil doorvoeren.

Een kandidatenlijst voor de brancheverkiezing moet door minstens 20 bedrijven van die branche worden ondersteund.
Branches met minder dan 200 leden volstaan met tien procent. Bekijk je deze regel goed, dan zie je een ongelijkheid tussen de
branches opdoemen. Immers, hoe meer bedrijven een branche telt, hoe kleiner het percentage dat nodig is om de 20 vereiste
ondersteuners te halen. Bijvoorbeeld: als een branche 1000 bedrijven telt, dan is slechts twee procent nodig om de lijst te
ondersteunen.
Addertje
Er is echter nog een addertje onder het gras. Om kandidaat te staan moet het bedrijf van degene die zich kandidaat stelt
voldoen aan twee eisen: minstens één jaar ingeschreven staan in het KKF-register, en voor 1 juli van het verkiezingsjaar de
contributie betaald hebben. De kandidaten zelf moeten als persoon (directeur) voor 1 oktober van het verkiezingsjaar
ingeschreven staan in het KKF register als vertegenwoordiger van het bedrijf. Dit wordt echter niet van tevoren
gecommuniceerd aan personen die zich opmaken om een lijst in te dienen. Aan Refos werd bijvoorbeeld slechts gezegd: “Ga
maar de wet bestuderen om mee te doen”. Dit onderscheid tussen persoon en bedrijf zorgt voor veel onduidelijkheid en
bevestigt dat het hoog tijd is voor herziening van de wet waarin het verkiezingsproces is vastgelegd. Deze wet stamt uit 1962
en daarin staat ook dat vrouwen formeel geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Hiermee is het KKF in strijd met zowel de
Grondwet als de internationale conventies waaraan Suriname zich heeft gecommiteerd, waaronder CEDAW.
KKF voor de toekomst

Er ook op ander vlakken veel werk aan de winkel. Het bedrijfsleven geeft al decennia lang aan dat er een cultuur van nontransparantie
is binnen de Kamer, zegt Refos, en zij heeft indruk dat er vooral persoonlijke belangen worden gediend. “De
Kamer van Koophandel is er voor het bedrijfsleven en niet omgekeerd”, zegt ze. Het KKF hoort een cruciale rol te vervullen in
de ontwikkeling van het ondernemerschap in Suriname. Ze hoopt, indien tot de Kamer gekozen, en helemaal indien ze tot het
bestuur kan doordringen, om meer transparantie af te dwingen over nevenactiviteiten van de Kamer, de verkiezingsprocedure
te helpen vereenvoudigen en moderniseren, een evaluatie te plegen om na te gaan in
hoeverre de bestaande brancheverdeling en hun afvaardiging in de Kamer synchroon
loopt met de ontwikkelingen van bedrijfstakken in Suriname, meer inspraak van de leden
in de rol te bewerkstellingen en activiteiten van de Kamer ter discussie te stellen. Ze wil,
samen met haar kandidaten, bijdragen aan de vervulling van alle taken die de Kamer
heeft ter bevordering van het ondernemerschap in Suriname. Hieronder valt
bijvoorbeeld ook het aansporen van bedrijven om mee te werken aan onderzoek naar
het bedrijfsleven door instituten als het Algemeen Bureau Statistiek. Het wantrouwen
moet weg en men moet beseffen dat beleid alleen gemaakt kan worden als men beschikt
over informatie. Maar eerst moet die wet van 1962 op de schop.-
Wilt u meer lezen over de staat van onze democratie in 2015? Lees dan ook de andere artikelen van de ‘State of our Democracy’ nieuwsbrief.