vrijdag 5 december 2014

Mensen met een beperking hebben recht op meer kansen in de maatschappij

(Aangeboden door: Fayaz A. Sharman MPA LLB)

Als Surinamers laten we ons graag voorstaan op de grote verscheidenheid van onze samenleving. Het maakt niet uit van welk ras je bent of welk geloof je aanhangt: een ieder kan deelnemen aan ons maatschappelijk leven. Maar er is een groep die daar nog een grote uitzondering op vormt. Ik heb het over mensen met een beperking.
Ik heb met een tiental burgers gesprekken gevoerd over de positie van mensen met een beperking in de maatschappij. Ze worden vaak gezien als een 'zielig groepje'. Dat is volstrekt onjuist. Net als iedere Surinamer heeft een persoon met een beperking rechten, en die moeten gehandhaafd worden.

Laten we als voorbeeld twee jongens nemen: Anthony en Bob. Anthony is een 'normale' jongen, maar Bob heeft een fysieke handicap en is daardoor beperkt in zijn mobiliteit. Ze kunnen beiden goed leren, en kunnen worden toegelaten tot de universiteit. Anthony besluit daar vanaf te zien: zijn eigen vrije keuze.
Maar Bob kan niet naar de universiteit, al zou hij nog zou graag willen. Wie gaat hem naar de campus brengen, en weer naar huis? Hoe komt hij met zijn rolstoel de collegezalen in? Bob is een Surinamer die vanwege zijn beperking niet kan genieten van zijn grondwettelijk recht op onderwijs.

 Nota bene: Suriname heeft het Verdrag Inzake de Rechten van Mensen met een Beperking (CRPD) getekend. We zijn alleen nooit tot ratificatie overgegaan. Het is van groot belang dat dit wél gebeurt. Dit internationale verdrag zal de overheid verplichten om de nationale wetgeving te verbeteren. Ook krijgen burgers met een beperking gereedschap in handen om de overheid – desnoods via de rechter – te dwingen om goed beleid te maken.

Hoe bepaal je of een persoon een goed leven heeft? Daar bestaan verschillende opvattingen over. Volgens de filosoof John Rawls moeten voldoende basisgoederen voor ontwikkeling aanwezig zijn. Vrije burgers zullen dan samenwerken om van die goederen gebruik te maken, tot wederzijds voordeel.

Maar Rawl’s collega en Nobelprijswinnaar Amartya Sen heeft daar kritiek op. Volgens hem is het niet voldoende dat de mogelijkheden tot ontwikkeling er zijn, maar is ook nodig dat iedereen daar gebruik van kan maken.

Ik ben het daar mee eens. Kijk maar naar het voorbeeld van Bob en Anthony: je kunt een universiteit hebben, maar wat heb je daaraan als die niet toegankelijk is voor álle intelligente burgers? Bob’s kwaliteit van leven is ingeperkt.

“Sociale rechtvaardigheid is een voorwaarde voor het meten van de kwaliteit van de mensenrechten”, zegt Amartya Sen. De positie van mensen met een beperking in de samenleving moet hoognodig veranderen. Ze moeten volledig en efficiënt deel kunnen nemen op alle gebieden van het maatschappelijk leven. Daarvoor moet wetgeving worden geharmoniseerd, en moet de samenleving mensen met een beperking niet langer zien als ‘zielige mensen.’

Fayaz Sharman MPA LLB is als jurist werkzaam bij de Nationale Assemblée in de functie van Hoofd van de afdeling Juridische Zaken. Fayaz schreef dit artikel in het kader van de Internationale dag van de Mensen met een Beperking (3 december).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten