(Afkomstig uit de State of Democracy Nieuwsbrief 2014. Voor de volledige nieuwsbrief, klik hier)
Bij de launch van de Democratiemaand op 10 november j.l., presenteerde Hans Breeveld enkele simpele feiten die de zaal naar adem deden snakken: de kosten van algemene verkiezingen in een aantal landen. In 1996 kosten algemene verkiezingen in Australie, land van uitgestrekte lege vlakten en zeer verspreide bevolking tussen de U$ 5 en 6 per kiezer (hierbij is inbegrepen de financiering van politieke partijen door de Staat), in Afganistan waar men nog in een halve oorlog verkeerde, kostte de verkiezing per kiezer U$ 15 (daar waren ook de zware investeringen in veiligheid bij inbegrepen). In Suriname kostten de verkiezingen van dat jaar ongeveer US$ 18 per kiezer. Er was bij ons geen oorlog op dat moment. De verkiezingen van volgend jaar zullen de belastingbetaler minimaal srd 85 miljoen in totaal kosten, meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2010.
Bij de launch van de Democratiemaand op 10 november j.l., presenteerde Hans Breeveld enkele simpele feiten die de zaal naar adem deden snakken: de kosten van algemene verkiezingen in een aantal landen. In 1996 kosten algemene verkiezingen in Australie, land van uitgestrekte lege vlakten en zeer verspreide bevolking tussen de U$ 5 en 6 per kiezer (hierbij is inbegrepen de financiering van politieke partijen door de Staat), in Afganistan waar men nog in een halve oorlog verkeerde, kostte de verkiezing per kiezer U$ 15 (daar waren ook de zware investeringen in veiligheid bij inbegrepen). In Suriname kostten de verkiezingen van dat jaar ongeveer US$ 18 per kiezer. Er was bij ons geen oorlog op dat moment. De verkiezingen van volgend jaar zullen de belastingbetaler minimaal srd 85 miljoen in totaal kosten, meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2010.
Vanwaar de
stijging in kosten, en waarom kosten verkiezingen hier zoveel meer dan in
andere landen? “Dat kan ik niet
met zekerheid zeggen”, antwoordt Breeveld. Immers, hij heeft geen inzage in de onderliggende
stukken van de begroting, maar gaat slechts af op wat er in ‘s lands begroting
is opgebracht voor de organisatie van de verkiezingen. Hij kan ook de uitgaven
van de vorige verkiezing niet bestuderen om na te gaan waar de grootste kosten
zitten, die informatie is niet ter beschikking.
Uiteraard zijn de
kosten eigenlijk nog hoger: in dit bedrag zijn wellicht niet de doorlopende
salarissen van al de ambtenaren vervat die zich al lange tijd bezig houden met
de verkiezingen; deze vallen nog gewoon onder de salariskosten van de
Ministeries.
Dan moeten we het
gesprek maar over een andere boeg gooien.
In 1991 was hij
zowel Minister van Binnenlandse zaken als van Regionale Ontwikkeling, in het
tussenkabinet Kraag welke werd aangesteld na de telefooncoup van december 1990.
Met de portefeuille van Binnenlandse Zaken kwam natuurlijk de
verantwoordelijkheid voor de logistieke organisatie van de verkiezingen van mei
dat jaar. Hoe die ervaring was?
Breeveld vertelt
dat er een standaard draaiboek en kalender is voor elke verkiezing, en dat de
directeur van het Ministerie en de onderdirecteur (in zijn periode
respectievelijk dhr. F. Troon en dhr. E. Van der San) daar belast mee zijn. En zij
kenden het klappen van de zweep.
Het was echter
niet de toegankelijkheid van het binnenland waar Breeveld mee zat, het waren
sommige van de, voor hem onbegrijpelijke, organisatorische keuzes. In dit kader verwijst hij naar artikel 157
van de Grondwet, dat o.a. stelt dat de structuur van de organen van de
overheidsadministratie zodanig dient te zijn dat bureaucratisme wordt voorkomen.
Een specifieke doorn in zijn oog waren daarom de uittreksels van het
Bevolkingsregister. Deze zijn niet
direct nodig bij verkiezingen, maar wel een bron van irritatie voor alle
burgers. Voor elke handeling was er een uittreksel nodig, ook al had je een ID-kaart. Een hoop onnodige
bureaucratische rompslomp dus, terwijl het bij wet is vastgelegd dat dit juist
voorkomen dient te worden. Toen Breeveld aantrad als Minister zorgde hij
dan ook ervoor dat de tirannie van het uittreksel werd doorbroken. Een mooie
overwinning.
Maar aan die
andere doorn in zijn oog heeft hij niets kunnen doen – de oproepingskaarten.
“Het bezorgen van
de oproepingskaarten is een enorme kostenpost”, zegt Breeveld. Immers, elke
kaart moet door minstens twee personen worden bezorgd. Als er niemand thuis is
om de kaart(en) in ontvangst te nemen, dan moet het team nog een keer terug.
Dat kost allemaal geld. Bovendien is de bezorging fraudegevoelig en kunnen
partijsentimenten een rol spelen. In een notitie over het nut van
oproepingskaarten geeft Bas Ahmadali aan dat het distributiesysteem
verschillende fasen heeft gekend: gedurende lange tijd verliep de distributie
via de bestuursambtenaren; daarna werd de
distributie
toevertrouwd aan een team, bestaande uit de bestuursambtenaar en twee externe colporteurs,
voorgedragen door de politieke partijen en behorende tot elkander bestrijdende
partijen; en “zeker vanaf de verkiezingen van 2000 zijn de teams samengesteld
slechts uit externe colporteurs of zoals OKB ze noemt ‘loyalisten’ van
politieke partijen”. Breeveld beaamt dat er verhalen bekend zijn van bezorgers
die huizen mijden waar vlaggen wapperen van partijen waar zij niet gecharmeerd
van zijn.
Een
oproepingskaart kostte in 2005 per kiezer srd 5,60 (srd 181.000 voor aanschaf
en productie en bijna srd 1,5 miljoen srd voor distributie). Maar de
oproepingskaarten verklaren slechts voor een klein deel de enorme kosten van
onze verkiezingen. In Dagblad Suriname (29 juli 2014) geeft Hans Breeveld aan dat “de verkiezingen in Suriname zo duur
zijn omdat er nog teveel zaken handmatig gedaan worden terwijl dit ook
machinaal kan. Zijns inziens wordt het handmatig systeem bewust in stand
gehouden omdat het een vorm van werkverschaffing creëert die gebruikt wordt
voor het zoet houden en faciliteren van mensen en het ‘winnen van zieltjes’.”
Als Minister werd
hij geconfronteerd met een zaal vol mensen
die stembiljetten met de hand vouwden en stempelden. Of het niet goedkoper was
om een machine in te zetten, vroeg hij. Ach, was het lakonieke antwoord, ze
moeten toch ook wat verdienen. “Verkiezingen in Suriname zouden als motto
kunnen hebben: waarom goedkoop als het duur kan”, vindt Breeveld.
Wel of geen oproepingskaarten?
In een notitie,
geschreven voor de verkiezingen van 2010, geeft Bas Ahmadali een analyse van de
plus- en minpunten van oproepingskaarten. Volgens hem kunnen oproepingskaarten
aangemerkt worden als een meetinstrument om de juistheid en kwaliteit van de kiezerslijsten
te controleren en te volgen.
Onbestelde
oproepingskaarten zijn een indicator voor de kwaliteit van de kiezerslijsten. Maar
ook: “Een oproepingskaart is meer dan
een “uitnodiging” en heeft de functie van een “veiligheidscheck” bij de stemprocedure.
Deze “veiligheidscheck” dient die garantie te bieden voor een transparante en eerlijke
stembusgang. Bij het afschaffen van oproepingskaarten moet men zich dan ook
afvragen welk systeem dan er in de plaats als vervanging wordt ingevoerd ter
garandering van die transparantie en controle bij de stemprocedure. Bovendien
is het de vraag of de juiste toepassing van de identiteitswet (ID-kaart)
alsmede de toepassing van het gebruik van de verkiezingsinkt in voldoende mate
de vervanging op de controlefunctie van oproepingskaarten kun nen waarborgen.
In dezelfde
notitie geeft hij aan dat ook het Onafhankelijk Kiesbureau heeft gewezen op ernstige
zwaktes in het distributiesysteem:
a) het systeem
zelf waarbij loyalisten van politieke partijen worden ingezet om de kaarten te
distribueren, werkt niet
b) elke keer doen
zich calamiteiten voor, zoals het weggooien van de kaarten in trenzen
c) de
districtscommissariaten zijn niet geschikt om de coördinatie van de distributie
op zich te nemen.
Het rapport van
de OAS waarnemingsmissie na de verkiezingen van 2010 geeft in deze het advies
aan de verkiezingsautoriteiten om de 30.000 namen (van niet bezorgde
oproepingskaarten) als ‘inactief’ te noteren in het kiesregister. “Een
dergelijke aantekening zou leiden tot een meer accurate kiezerslijst en een
preciezer getal van verkiezingsdeelname. Ze moeten uiteraard in het
burgerregister worden bijgehouden.”
Bronnen:
http://www.dbsuriname.com/dbsuriname/index.php/hans-breeveld-oproepingskaarten-overbodige-luxe/
Voor de volledige nieuwsbrief klik hier
Voor de volledige nieuwsbrief klik hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten